Samenvatting informatiekunde
Cyclus 1
Introductie: pp. x – xxii / Hoofdstuk 2 pp. 22-40 / Hoofdstuk 4 compleet
Introductie:
Er is sprake van ‘sociotechnical issues’ & ‘digital divide’.
‘Disinformation’ is een effectieve strategie voor politieke macht of financiën.
Bedrijven en overheden hebben veel bezit over privé gegevens van burgers. De
burgers weten vaak niet eens in hoeverre dit gaat.
Grote vraag naar ‘information literacy’.
o Kritisch kijken naar de kwaliteit en bron + sceptischer worden over privacy en
informatie delen.
De kwaliteit van onderwijs heeft invloed op hoe informatie wordt ervaren (het vinden,
waarborgen en privacy).
o Onderwijs zorgt voor het onderscheid tussen ‘information rich’ & ‘information
poor’.
Er zijn veel dagelijkse uitdagingen waar informatie onder gaat. Bijvoorbeeld
nieuwsheadline, conspiracy theories, algoritmes, etc.
o Deze uitdaging laten zien dat informatie op meer wijzen gepresenteerd kan
worden.
What is information:
De hele dag door nemen we informatie op.
o Dit kan sensory zijn. Het kan worden opgeslagen in de episodic, temporary of
semantic memory.
Procedural memories zitten in brein en lichaam. weet hoe je dingen moet
uitvoeren.
DNA molecules Genetische informatie en ontwikkeling. Houdt veel informatie vast.
De term information is moeilijk te definiëren.
o We richten ons op de container of information (bijvoorbeeld een
handleiding) en de meaning it conveys (de handeling).
o Het leid naar well informed zijn (understanding) maar ook status
(informeren).
o Als werkwoord: relationeel (informeren) of complex sociaal proces (politieke,
sociale effecten).
o Informatie is een levenscyclus professionals gebruiken dit om zaken te
organiseren en te bekijken hoe informatie tot stand komt en wanneer het niet meer
relevant is.
o Informatie kan gezien worden als geboorte (press release) à het kan
veranderd worden (conspiracy), er kan een actie op uitgevoerd worden
(executive order) of onderdrukt (boeken verbannen). Ook heeft het een
levensduur (news cycle).
Computationele wijze van denken à wiskunde dat processen, opslag en transmissie
van informatie verwerkt.
o In dit model komt communicatie voor wanneer een encoded signaal naar een
ontvanger wordt gestuurd die het succesvol decodeerd, ondanks enige
afleiding en route.
Claude Shannon
, o Quantum information science (physics & quantum mechanics).
Vaak wordt informatie gepresenteerd als een fase tussen ‘data’ en
‘knowledge’ naar ‘wisdom’. Dit is gevisualiseerd in de DIKW piramide
(data-information-knowledge-wisdom).
Data is hier potentiële informatie (bodem), dat geen betekenis heeft,
pas na het analyseren. Wijsheid is aan top.
Kritiekpunt: gaat uit van directe relaties.
Het idee dat je knowledge krijgt van information is twijfelachtig, omdat
kennis subjectief is. (+culturele achtergrond)
The challenge of defining the field:
Informatiekunde wordt gedeeld in velden: geschiedenis, sociologie, methoden etc.
20e eeuw à wisselwerking tussen informatiekunde bij de computer science
engineering en library science.
o Betekenisvolle, classificatie en organisatie technologiëen aan een kant à aan
de andere kant structuur en engineering van deze technologiëen.
Scholen die informatiekunde geven kunnen dit op talloze verschillende manieren
doen, en ze doen het ook zeker niet allemaal hetzelfde.
o Sommigen focussen zich op een vakgebied, anderen op allemaal.
o Ze zijn: methodologically diverse, hebben verschillende professionele
identiteiten, en verschillende ‘approaches’.
Deze situatie zorgt ervoor dat scholen een effect van capaciteit hebben (wat kunnen
variaties van programma’s meebrengen) maar ook voor territorium zaken (welke
vakgebieden hebben het recht om cursussen te geven over informatie).
o De vraag van wat informatiekunde is kan niet gescheiden worden van
politieke en economische zaken van academie. verschillende gebieden
zullen altijd deze zaken reflecteren.
Informatie wordt ook een metadiscipline genoemd.
Discussie over waar informatiekunde behoort lang gaande à Association for Library
en information science education (ALISE) vs Association for information science and
technology (ASIS&T). (zweverig tegen niet zweverig lol)
iSchool Movement à bevorderen onderwijs. Hun mening is dat social sciences,
humanities en STEM allemaal deel uitmaken van informatiekunde.
o ‘relationships between information, technology and the people’.
An invitation to information science:
Sociologist C. Wright Mills à sociological imagination, biedt een lens om individuele
levens te begrijpen binnen bredere sociale contexten.
o 1960s (sociale onrust) à uitnodiging studenten en het publiek om door een
andere lens te kijken.
Peter Berger, invitation to sociology à benadrukt hoe sociale structuren en
ongelijkheden de wereld vormgeven.
Deze sociale imagination is nogsteeds nodig. Informatie veranderd onze praktijken en
normen vooral met digitale media. Ze vormen onze sociale wereld. à the information
age.
o 2 betekenissen:
Dramatische veranderingen in communicatie en technologie +
methodes van delen en bewaren van informatie.
Sociale veranderingen die hebben geleid naar technologiëen.
Door de grote hoeveelheden data zijn er ook zwaktes gekomen (BIG DATA).
, Hoofdstuk 2: Classifying information:
Dit hoofdstuk verdiept zich in classificatie, frameworks en systemen.
Classificatiesysteem bestaat om boeken te plaatsen.
o Libro de los Epitomes (Book of abstracts) à geschreven door Hernando
Colon. (zoon van Colombus)
Hij wilde een wereldwijde bibliotheek creëeren, met alle informatie ooit.
Hij had toegang tot veel middelen omdat hij de zoon van Columbus
was. Hij heeft ontzettend veel verzameld, ook meer dan alleen boeken
(ook kranten, brochures, etc.)
o Deze verzameling is verbrand, net zoals vele andere bibliotheken vroeger.
(om sporen uit te wissen).
o Er is maar een kwart over à deze kwart toont aan dat Colon een systeem +
een index om te ordenen.
o Het book of abstracts miste uiteindelijk à groot gemis historici
Historici denken dat ijslander Arni Magusson dit boek vroeger heeft
overgekocht.
Na de dood van Colon was zijn collectie gesplitst tussen:
o Ijslandse uni (door Arni)
o Copenhaagse uni
Naudé: benadrukt belang van completeness, accesibility, en search ability in een
bibliotheek.
Naudé en Colon hebben beiden NIET classificeren bedacht à dit bestond al 2500
voor Chr.
The origins of classification:
Zover als 2500 voor Chr bestond classificeren al à clay tablets.
o Ancient hyperlink: Aan het begin van een clay tablet wordt bijvoorbeeld
verwezen naar het eind van de vorige clay tablet.
Tekstdeel dat geen deel uitmaakt van de tekst, maar waar de tekst over gaat is een
colofon. Op een modern boek dient de rug als colofon (bevat titel, auteur en soms
uitgever). In de oude tijd diende het bv als de locatie van de bieb waar het boek lag.
Kallimachos à verantwoordelijk voor creatie van classificatie systeem in de ancient
Egyptische Alexandrische bibliotheek.
o Verantwoordelijk voor Pinakes (pinax) à catalogus van de collectie van de
bieb.
Dit woord verwijst naar de klei platen van vroeger. Dit werd opgedeeld
in twee categorieën: literatuur en nonfictie.
o Werken die als literatuur werden vermeld, werden onderverdeeld in de
categorieën episch, elegie, jamben, melodrama, tragedie of komedie.
o De non-fictieteksten werden gecategoriseerd als geschiedenis, retoriek,
filosofie, geneeskunde of recht. Dit systeem is later door Aristoteles en zijn
leerling Theophrastus aangepast.
Zij hebben georganiseerde samenvattingen van meningen en ideeën
van filosofen bedacht.
Deze waren opgenomen in documenten die doxographies
heetten.
Kallimachos heeft georganiseerd op manieren die wij nogsteeds gebruiken: lengte,
naam van de auteur, sv van de inhoud, overzicht van de bijdrage aan het vakgebied
en andere werken van de auteur.