Hoofdstuk 6: Specifiek arbeidsprocesrecht
6.1 Algemeen
Er is specifiek arbeidsprocesrecht voor het arbeidsrecht. Daarbij kan een
onderscheid worden gemaakt tussen algemene arbeidsrechtelijke onderwerpen
en het ontslagrecht.
6.2 Deskundigenbericht
Een belangrijk procedurevoorschrift is het overleggen van een
deskundigenbericht. Als er een geschil is over de vraag of een werknemer
arbeidsongeschikt is, of over de vraag of de werknemer zijn re-
integratieverplichtingen is nagekomen, dan wel indien ontslag wordt verzocht
op grond van regelmatig ziekteverzuim, dan wijst de rechter een daarop gerichte
vordering of verzoek af, wanneer niet daarbij een oordeel van het UWV is
gevoegd (art. 7:629a lid 1 BW en art. 7:671b lid 5 BW). Zonder een dergelijk
deskundigenoordeel zou de rechter zich al snel genoodzaakt kunnen zien een
deskundige op grond van art. 194 Rv te benoemen. Dat is tijdrovend en kostbaar.
Art. 32 Wet SUWI noemt verschillende deskundigenoordelen die het UWV
verplicht is af te geven.
Als een werknemer zich heeft ziek gemeld, de werkgever de ziekte betwist en om
die reden weigert te betalen, dan moet de werknemer bij het instellen van zijn
loonvordering, het (deskundigen)oordeel van het UWV over die ziekte
(arbeidsongeschiktheid) bijvoegen, tenzij dit in redelijkheid niet van hem kan
worden gevergd (art. 7:629a BW). De totstandkoming van het
deskundigenoordeel is niet met processuele waarborgen omkleed. Het
deskundigenoordeel vormt geen voor bezwaar en beroep vatbare beslissing; het
is slechts een ‘oordeel’/advies.
Indien de werkgever de arbeidsongeschiktheid niet betwist, maar om een andere
reden het loon niet wilt betalen (bijvoorbeeld omdat de arbeidsovereenkomst al
is geëindigd), dan is geen deskundigenoordeel vereist (art. 7:629a lid 2 BW). Ook
is het overleggen van een deskundigenoordeel in kortgedingprocedures bij
geschillen over arbeidsongeschiktheid geen vereiste. Wel kan de rechter op
grond van art. 22 Rv bevelen die deskundigenverklaring te doen opstellen dan
wel op grond van art. 194 Rv het deskundigenoordeel zelf gelasten.
Art. 7:660a BW benoemt de verplichting van de zieke werknemer om uitvoering
te geven aan redelijke voorschriften van de werkgever of door hem aangewezen
deskundigen en door hen getroffen maatregelen. Zie art. 7:658a BW.
Voor de werkgever geldt de verplichting om bij een ontslagaanvraag op grond
van verwijtbaar handelen (e-grond van art. 7:669 lid 3 BW) bestaande uit het
niet nakomen van de re-integratieverplichting ex art. 7:660a BW, een
deskundigenoordeel over te leggen. Daarnaast bepaalt art. 7:671b lid 5 BW dat
de werknemer ook eerst schriftelijk moet zijn aangemaand tot nakoming van die
verplichting of dat eerst de loonbetaling ex art. 7:628 lid 7 BW is gestaakt.
, 6.3 Ontslagrecht – algemeen
Voor het ontslagrecht gelden specifieke procesrechtelijke regels. De
belangrijkste zijn gebaseerd op art. 7:686a, waarin is bepaald dat alle geschillen
gebaseerd op art. 7:667-7:686a BW bij verzoekschrift aanhangig moeten worden
gemaakt. De met die geschillen verband houdende vorderingen mogen bij
verzoekschrift worden ingesteld. Verder kent art. 7:686a BW specifieke
termijnen.
6.4 Artikel 7:686a BW
De algemene verjaringstermijn voor geldvordering is vijf jaar (3:307 BW). Dit
geldt ook voor loonvorderingen.
Vakantiedagen
Het arbeidsrecht kent allerlei specifieke termijnen: de wettelijke verplichte
vakantiedagen vervallen 6 maanden na afloop van het jaar waarin zij zijn
opgebouwd, tenzij de werknemer redelijkerwijs niet in staat is geweest (eerder)
vakantie op te nemen (art. 7:640a BW). Voor de bovenwettelijke vakantiedagen
geldt die korte vervaltermijn niet, en bedraagt de verjaringstermijn op grond van
art. 7:642 BW vijf jaar. Het recht tot uitbetaling van niet-opgenomen
vakantiedagen kent geen specifieke termijn, verjaart daarom na vijf jaar.
Ontslagrecht
In het ontslagrecht gelden korte termijnen, zodat de werkgever niet onnodig lang
in onzekerheid moet zitten over het wel of niet aanvechten van het ontslag of
wat daarmee samenhangt. Voor de aanspraak op een transitievergoeding (7:673
BW) geldt een termijn van drie maanden na het einde van het dienstverband
respectievelijk het moment waarop die aanzegvergoeding had moeten zijn
uitbetaald. Dit is drie in plaats van twee omdat die vergoeding normaal
gesproken aan het einde van de maand na afloop van het dienstverband zou zijn
betaald, en de werknemer pas bij het niet ontvangen weet dat het mis is.
Na een ontslag op staande voet dient de werknemer de zaak binnen twee
maanden aan de rechter (in een bodemprocedure) moet voorleggen. Het gaat om
een vervaltermijn, zodat stuiting van de termijn niet mogelijk is. Dus zelfs als
partijen na een ontslag op staande voet met elkaar in onderhandeling zijn over
een alternatieve oplossing, wordt de werknemer door deze korte termijn
gedwongen binnen twee maanden na het gegeven ontslag een verzoekschrift te
hebben ingediend.
Art. 7:686a en intrekkingsbevoegdheid
Art. 7:686a lid 6 en 7 geven de verzoeker, die teleurgesteld is over de hoogte van
de naar aanleiding van het ontbindingsverzoek toegekende ‘vergoeding’, de
mogelijkheid het verzoek in te trekken. Onder de Wwz is hoger beroep mogelijk,
waardoor de vraag voor de hand had gelegen of aan de intrekkingsbevoegdheid
behoefte bestond. Het is namelijk iets uitzonderlijks dat een rechter een
aankondiging welke vergoeding hij gaat toekennen neemt, waarna de
mogelijkheid bestaat om zonder instemming van de wederpartij de procedure in
te trekken. Het is mogelijk als de rechter voornemens is een billijke vergoeding
toe te kennen.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper kj0210. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.