100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting tentamenstof boeken + artikelen €4,99
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting tentamenstof boeken + artikelen

1 beoordeling
 119 keer bekeken  3 keer verkocht

Samenvatting tentamenstof Neurobiologische Achtergronden. Deel A: The students guide to social neuroscience Artikel Parson Deel B: Why zebra’s don’t get ulcers Artikel Koss & Gunnar

Voorbeeld 4 van de 35  pagina's

  • Nee
  • H1, h2, h3, h11, h4, h5, h6, h2, h7, h8
  • 29 april 2020
  • 35
  • 2019/2020
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (43)

1  beoordeling

review-writer-avatar

Door: Niqu2000 • 2 jaar geleden

avatar-seller
kellyN
Deel A
Hoofdstuk 1 – opkomst neuroscience

Opkomst neuroscience
- Sociale psychologie: begrijpen en verklaren hoe gedachten, gevoelens en gedragingen van
individuen beïnvloedt worden door de daadwerkelijke, voorgestelde/geïmpliceerde
aanwezigheid van anderen
- Sociale neurowetenschap: gedachten, gevoelens en gedragingen begrijpen en verklaren met
behulp van methoden en technieken van de neurowetenschap
- Sociale en cognitieve psychologie: de studie van mentale processen zoals denken, waarnemen,
spreken, handelen en plannen
o Worden geest en de hersenen verbonden
Wat is het sociale brein?
- Belangrijke kwestie binnen sociale neuroscience: mate waarin het sociale brein kan worden
onderscheiden van de andere functies die het brein uitvoert
o Visie: bepaalde neurale substraten houden zich bezig met sociale cognitie maar niet met
andere soorten van cognitieve verwerking
o Modulariteit: bepaalde cognitieve processen of hersengebieden zijn beperkt met
betrekking tot de info die ze verwerken en de manier waarop dit verwerkt wordt
o Domeinspecifiteit: een cognitief proces of hersengebied is gespecialiseerd in het
verwerken van een bepaald soort info
- Sociale brein kan ook bijdragen aan niet-sociale aspecten van cognitie
o Sociale brein is bijzonder dankzij natuur van de info die verwerkt wordt
- Belangrijk inzicht sociale neuroscience: er is een eenvoudig mechanisme dat er voor zorgt dat er
correspondentie plaats vindt tussen de zelf en de ander -> spiegelneuronen
Neurowetenschap al verklaring voor sociaal gedrag
- Sociale neuroscience probeert verschillende verklaringsniveau’s van sociale psychologie en
neurowetenschap samen te brengen
o Geen sterk reductionistische benadering (verklaring wordt door de tijd heen vervangen
door andere, meer basale verklaring)
o Reverse inference: natuur van cognitieve processen wordt afgeleid uit
neurowetenschappelijke data (waargenomen hersenactivering)
o Schone lei scenario: scenario waarin op het brein gebaseerde data geen invloed heeft op
het begrijpen van sociale processen. Alle info aangeboden door het brein wordt
geaccepteerd, verwerkt en opgeslagen zonder dat er gebruik wordt gemaakt van vooraf
bestaande kennis, biases en beperkingen
o Realistisch scenario: brein creëert randvoorwaarden voor sociaal gedrag

Hoofdstuk 2 – zenuwstelsel, hersenen, hersencellen
introductie van het brein
- Communicatie tussen neuronen (zenuwcellen) -> neuronen hebben ongeveer dezelfde structuur
o Cellichaam: bevat celkern (DNA) en andere organellen (organen van een cel met elk
eigen gespecialiseerde vorm en functie
o Dendrieten: ontvangen signalen van andere neuronen
o Axon: sturen signalen door naar andere neuronen -> aan het einde van axon = axon
terminals. Axon is omgeven door myeline: vettige stof die axon beschermt en zorgt voor
een snelle signaaloverdracht

,- De elektrische signalen tussen neuronen worden doorgegeven door synapsen (van axon terminal
naar dendrieten). Als het presynaptische neuron (zender) actief is, gaat er een actiepotentiaal
door het axon naar het postsynaptische neuron (ontvanger).
o Bij de synaps worden neurotransmitters vrijgelaten
o Neurotransmitters hechten zich aan de receptoren op het postsynaptische neuron
(ontvanger) en veroorzaken synaptisch potentiaal
o Als signalen sterk genoeg zijn vindt er een actiepotentiaal plaats
o Inhiberende (remmende) neurotransmitter zorgen voor geen actiepotentiaal
o Exiterende (stimulerende) neurotransmitters zorgen wel voor actiepotentiaal
- Ieder neuron bevat celmembraam met eiwitten (kalium en natrium). De binnenkant van de cel is
negatiever ten opzichte van de buitenkant van de cel. Tijdens actiepotentiaal gebeurt het
volgende:
o Natriumionen stromen de celmembraam in en de binnenkant wordt positiever
(depolarisatie)
o Natriumkanalen gaan dicht waardoor natrium de cel niet meer uit kan, kaliumionen
stromen de cel uit
o Hyperpolarisatie: de binnenkant van de cel is tijdelijk nog negatiever dan normaal -> dit
voorkomt dat actiepotentiaal weer terug stroomt
o Herstel celmembraam
Structuur van de hersenen
- Cerebrale cortex (hersenschors) bestaat uit grijze stof (cellichamen van neuronen) en witte stof
(axonen en gliacellen) en de subcortex.
o Brein is niet glad maar bestaat uit gyri (bergen-dikke stukken) en sulci (dalen-groeven)
o Brein is opgedeeld in 4 kwabben
 Frontaal kwab: motoriek, executieve functies
 Parietaal kwab: sensorische functies, aandacht
 Occipitaal kwab: gezichtsvermogen
 Temporaal kwab: gehoor, visuele en taalfuncties
- Subcortex (onder de schors) bestaat uit:
o Basale ganglia: belangrijke regelkamer in centrum hersenen
 Betrokken bij reguleren van motorische activiteit en het programmeren/eindigen
van actie
 Caudale nucleus, putamen en globus pallidus
o Limbisch systeem: relateert organisme aan zijn omgeving, gebaseerd op huidige
behoeftes en situaties en vroegere ervaringen
 Amygdala: betrokken bij signalen gevaar (emoties – angst)
 Cingulate gyrus: betrokken bij conflicten in emotionele en cognitieve zaken
 Hippocampus: leren en geheugen
o Diencephalon
 Thalamus: betrokken bij alle zintuigen, behalve reuk + relay center: verbindt
organen met de hersenen
 Hypothalamus: reguleert lichaamstemperatuur, honger, dorst, seksuele activiteit
en regulatie endocrine functies
- Hindbrain: achterste hersenen
o Cerebellum: beweging en coördinatie
o Pons: brug -> link tussen cerebellum en medulla
 Ontvangt info van visuele gebieden en controleert oog- en lichaamsbewegingen
o Medulla: hersenstam -> gaat over in de ruggengraat
 Reguleert vitale functies zoals ademhaling, slikken, hartslag en slaappatroon

,Hoofdstuk 3 – evolutie van cultuur en sociale intelligentie
Algemene info
- Belangrijkste drijfveer voor menselijke intellectuele ontwikkeling: sociale intelligentie
o Vermogen om complexe sociale interacties te begrijpen en te voorspellen, daarmee
beter zijn dan anderen
- Cultuur is set van waarden, vaardigheden, artefacten en overtuigingen binnen een groep van
individuen
o Via het proces van sociaal leren wordt cultuur gedeeld
o Verschillen in cultuur zijn vaak te wijten aan omgevingsfactoren
o Overeenkomsten kunnen worden toegeschreven aan biologie en evolutie
- Hersenen zijn ontwikkeld om gedeelde kennis, vaardigheden en overtuigingen te kunnen creëren
en absorberen
De sociale intelligentie hypothese
- Deze hypothese stelt dat de evolutionaire druk om sociaal slimmer te zijn heeft geleid tot meer
algemene veranderingen met als resultaat toegenomen intellect in niet-sociale domeinen
o 3 interpretaties
1. Intelligentie wordt gemanifesteerd in het sociale leven; intelligentie moet breder
geconstrueerd worden om problemen op te lossen in het sociale leven
2. Complexe samenleving vraagt om vergrote intelligentie; er is iets veeleisends aan het
oplossen van problemen in de sociale wereld wat zorgt voor de behoefte aan grotere
intelligentie
3. Complexe samenleving kiest de specifieke karakteristieken van intelligentie; sociale
druk heeft niet alleen invloed op hoeveelheid intelligentie, maar ook op type
Relatie tussen sociale intelligentie en hersengrootte
- Testen van de hypothese door te kijken naar relatie sociale intelligentie en hersengrootte
o Voorspelling: hoe complexer de sociale wereld van een soort, hoe groter de hersenen
- Problemen met het testen van de relatie:
o Verschillende manieren om sociale intelligentie te definiëren
o Sociale intelligentie is niet altijd te meten in natuurlijke staat van bepaalde soorten
o Deze benadering meent dat hersengrootte een bruikbare index is van algemene
intelligentie, maar dit hoeft niet zo te zijn
o Er wordt te veel nadruk gelegd op een meting i.p.v. preciezere meting met andere
methoden
Onvolwassenheid
- De duur van onvolwassenheid is gerelateerd aan hersengrootte
o Mensen doen er lang over om volwassen te worden met als voordeel dat ze veel kunnen
leren en zich aan kunnen passen
o Als intelligentie gerelateerd is aan ons vermogen om van elkaar te leren dan is het een
product van zowel de natuur als onze omgeving
Komt taal voort uit toegenomen sociaal en cognitief intellect?
- Parallellen tussen taaltheorieën en sociale intelligentie hypothese
o Taal komt voort uit niet-specifieke evolutionaire veranderingen (toegenomen
hersengrootte)
o Taal komt voort uit algemene selectieve druk om slimmer te worden
o Taal komt voort uit selectieve druk die specifiek gerelateerd is aan communicatieve
behoeften i.p.v. bijproduct van algemene veranderingen
o Er kan op verschillende manier gekeken worden naar de afkomst van taal
Evolutionaire oorsprong van cultuur
- Door de tijd heen verandert cultuur, bepaalde culturele trends zijn dominant waardoor ze in
contact met elkaar komen

, - Meme: eenheden van cultuur die worden overgedrage van de ene persoon op de andere volgens
hun eigen waargenomen ‘fitness’
- Gelijkenissen met dieren ‘cultuurpiramide’
o Laagste niveau: sociale info uitwisseling -> bepaalde info wordt tijdelijk gebruikt en
afgedankt
o 2e niveau: tradities -> onderscheidend patroon van gedrag dat gedeeld wordt door 2 of
meer individuen in een sociale groep
o Bovenste niveau: cultuur -> meerdere tradities bij elkaar
Vormen van sociaal leren
- Imitatie: begrijpen van de doelen, intenties en mentale staat van andere individuen
- Mimicking: kopiëren van een handeling zonder het doel te begrijpen
- Stimulus enhancement: wanneer ander individu aandacht vestigt op locatie/object, verhoogt dit
de kans dat de observator ook aandacht hieraan zal besteden
- Contagion: nadoen van gedragingen die aangeboren zijn i.p.v. aangeleerd (gapen)
Hoe neemt het brein materiële symbolen op?
- Mensen hebben reeks materiële symbolen gecreëerd die product zijn van cultuur
o Schrijven, cijfers, kunst
o Neurale circuits voor schrijven en rekenen zijn voor vrijwel alle mensen gelijk ->
neuronaal recycling
 Hersengebied in ventrale visuele pad dat meer reageert op visuele presentatie
van letterreeksen dan op andere objecten
o Door gebruik van externe technologieën creëren mensen een uitgebreide cognitie die de
hersengebaseerde en materiële werelden bij elkaar brengt
De rol van gereedschap (omgang met beperkingen in ons lichaam)
- Modificeren van de hersenen door gereedschap en technologie
o Multi-sensorische neuronen reageren op meer dan een sensorisch system
 Receptieve veld van neuronen verandert bij gebruik gereedschap
- Rol van spiegelneuronen in imitatie
o Deze neuronen reageren wanneer een handeling wordt uitgevoerd als deze handeling
geobserveerd wordt -> plannen van eigen handelingen en interpreteren van handelingen
van anderen

Hoofdstuk 11 – ontwikkeling sociale neuroscience
Ontwikkeling sociale neurowetenschap
- Deze wetenschap ontwikkelt hersengebaseerde verklaringen die kunnen bijdragen aan nature-
nurture debat
o Polygentisch (ontwikkeling ve soort) vs. ontogenetisch (ontwikkeling ve individu)
Ontwikkeling van het brein
- Zenuwstelsel ontstaat vanuit een verzameling cellen in de vorm van een cilinder: neurale buis
o Meeste neuronen worden voor de geboorte gevormd, hersenveranderingen na de
geboorte zijn te danken aan groei synapsen, dendrieten, axonbundels en de proliferatie
van gliacellen en myelinisatie van zenuwen
- Sociaal leren bij baby’s: een baby leert door middel van zicht, geluid en reuk
- Herkennen van anderen
o Herkennen moeder meteen, anderen vanaf 3 maanden
o 5 maanden: object vasthouden en manipuleren
 Interactie van dyadisch naar triadisch
o 7 maanden: onderscheid maken tussen dynamische emotionele expressies
- Imitatie, beurten nemen en vroege communicatie
o Pasgeborenen kunnen niet imiteren, maar wel handelingen nadoen
o 3 maanden: herkennen dat volwassenen baby’s handelingen nadoen

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper kellyN. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 48756 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,99  3x  verkocht
  • (1)
In winkelwagen
Toegevoegd