Introductie gedragswetenschappen
Hoorcollege 1: mensbeelden en psychologisch perspectief (adaptatie, erfelijkheid en omgeving)
Wat is gedragswetenschap:
- Focus op psychologische wetenschap
- Studie van gedrag en mentaal functioneren
- Denken, voelen en handelen (cognitie, affect, gedrag)
Overzicht hoorcollege:
- Verklaringen voor gedrag
- Uiteenlopende mensbeelden
- Biologisch-adaptieve perspectief
- Erfelijkheid en omgeving
Hoe komt gedrag tot stand?
- Hoe autonoom is gedrag van het individu
- Individu – samenleving (agency – structure)
- Biologie – omgeving (nature – nurture)
Verhouding individu en samenleving:
- Mens/individu vormt de samenleving (psychologisch perspectief)
- Samenleving vormt mens/individu (sociaal perspectief)
- Samenspel tussen individu en omgeving
Invloed biologie en omgeving:
- Samenspel biologie en omgeving
- Voorgeprogrammeerd: geen denken of leren aan te pas
Kennis van mensen:
- Inzicht in het menselijk handelen geeft inzicht in en wordt beïnvloed door ideeën over
menselijke aard (basale kenmerken en processen)
- Mensbeelden:
o Filosofische, levensbeschouwelijke or religieuze overtuigingen
o Sociaalwetenschappelijke theorieën en onderzoeksbevindingen
- Mensbeelden worden gevormd door en vormen observaties
- Samenspel van percepties en ideeën die we al hadden
Cognitieve schema’s:
- Cognitief raamwerk (denkkader) – organisatie van kennis
- Expertise opbouwen is het ontwikkelen van schema’s om informatie te plaatsen in
betekenisvolle patronen
- Bestaande kennisstructuur:
o Beïnvloedt interpretaties
o Nieuwe kennis inpassen
o Aanpassen aan nieuwe kennis
Uiteenlopende mensbeelden:
- De mens wordt bepaald door biologische (genetische) factoren en de omgeving doet er
weinig toe
, - Mensen zijn in essentie egoïstisch, puur uit op eigenbelang en op zoek naar macht en
dominantie
- Wat mensen denken, voelen en doen is helemaal het resultaat van omstandigheden en
cultuur
- Mensen streven van nature het goede na, het komt door de omgeving dat mensen soms
slechte dingen doen
- Mensen zijn rationele wezens, probleemoplossers met verstand die kosten en baten afwegen
Mensbeeld in psychologische benaderingen:
- Sociaal-culture: interacties, sociaal cultuur bepaald
o De mens als sociaal wezen ingebed in een cultuur
o Sociale invloeden, waaronder normen, sociale interacties en groepsprocessen in de
cultuur en sociale omgeving
o Verschillen in hoe we gedrag interpreteren
o Cognitieve schema’s met eigen beperkingen
o Sociaal-cultureel bepaalde mens
Onvolledige mensbeelden:
- Alle mensbeelden hebben een kern van waarheid, maar ze leggen veelal de nadruk op één
bepaald proces, en zijn daarmee eenzijdig (en vaak tegenstrijdig: òf-òf)
Biologisch-adaptieve mensbeeld:
- Evolutionair perspectief:
o Kenmerken en eigenschappen hangen samen met genen die overerven
o Er is altijd genetische variatie en er zijn voortdurend genetische mutaties
o Overerving van genetische variatie heeft invloed op kenmerken/eigenschappen
o Behoud van variant indien grotere kans overleving in specifieke omgeving
o Geleidelijk proces van verandering in de soort als aanpassing aan omgeving
- Adaptieve vermogens
- Samenspel natuur-cultuur
Evolutie en de mens:
- Menselijke soort is uitvloeisel van zeer langzaam en zeer langdurig proces van verandering
- Menselijke soort deelt heel veel met andere diersoorten (evolutie bouwt voort op wat er al
is)
- Menselijke soort heeft eigen, relatief unieke eigenschappen en adaptatie-principes (evolutie
creëert nieuwe)
,Drievoudig brein:
- Reptielen brein: kleine hersenen
- Weerspiegeling hoe de menselijke soort zich heeft aangepast in de steeds veranderende
omgeving
Evolutionaire psychologie:
- Psychologische eigenschappen als biologische aanpassingen aan uitdagingen in de omgeving
- Eigenschappen die in alle culturen voorkomen:
o Afleiden emoties van anderen
o Onderscheid (niet)verwanten
o Samenwerking met anderen
Seksuele partnerselectie:
- Genen overgedragen door seksuele reproductie
- Wie kiezen mensen als seksuele partner?
- Theorie = hypothese
- Reproductieve strategieën (Buss, 2017)
o Verschil in voorkeur voor aantal en duur seksuele relaties
- Brede acceptatie van huwelijk (Buss & Schmidt, 1993)
o Belang van samenwerking ouders voor nageslacht
- Gewenste kenmerken van partner (Buss et al, 1990)
o Mannen: aantrekkelijkheid, vrouwen: potentiële bijdrage
- Seksuele jaloezie (Buss, 1989)
o Vrouwen: emotionele ontrouw vanwege grote investering
o Mannen: seksuele ontrouw vanwege onzeker vaderschap
Reikwijdte en kritiek:
- Evolutionair psychologie is een manier van denken over psychologie dat toegepast kan
worden tot elk onderwerp van de psychologie
- Maar:
o Posthoc verklaringen en theoretische inconsistenties
o Reductionistisch (maar naar één proces gekeken) en deterministisch (alles is
vastgelegd, onvermijdelijk en onveranderlijk) perspectief
o Continuering van natuur-cultuur tegenstelling – terwijl het eigenlijk gaat om
samenspel
o Rechtvaardiging van bestaande sociale verhoudingen
Erfelijkheid en omgeving:
- Sommige fysieke kenmerken zijn erfelijk
- Hoe zit dat met psychologische kenmerken?
- Nature-nurture debat:
, o Wat is de rol van aangeboren en aangeleerde factoren in gedrag?
o Persoonlijkheid, cognitieve vermogens, agressie, criminaliteit, seksualiteit,
psychopathologie, gezondheid
- Waarom is dit belangrijk?
o Validiteit van uiteenlopende basale mensbeelden
o Aanpak van individuele en sociale problematiek
Sekse verschillen in gedrag:
- Ontkrachten stereotypen in primaten, bijv:
o Vrouwelijk leiderschap
o Invloedrijke ouderen
o Zorgzame mannen
o Homoseksueel contact
- Potentieel voor breed scala aan gedrag
- Expressie hangt af van concrete context
- Biologie is en biedt geen rechtvaardiging voor sociale verhoudingen
Wat is erfelijkheid, wat is omgeving:
- Erfelijkheid:
o Overdracht van informatie tussen generaties via de genen
o 46 chromosomen, 20.000 genen, 3 miljard bouwstenen
- Omgeving/milieu:
o Postnataal:
Opvoeding, omstandigheden (bijv. stimulatie, warmte)
Sociaal-structureel (bijv. netwerken, verbanden)
Cultureel (bijv. normen, waarden, opvattingen)
o Prenataal: hormonen, chemische stoffen (bijv. alcohol, stress)
Samenspel erfelijkheid en omgeving:
- Erfelijkheid is predispositie (aanleg) en niet onvermijdelijk
- Genetische aanleg komt tot uiting via de omgeving
o Expressie van genetische verschillen (alcoholisme, antisociaal gedrag)
- Omgevingsinvloed hangt af van de genetische aanleg
o Aanknopingspunt invloed omgeving (taal leren, artistiek talent)
Uiting van aanleg via omgeving:
- Voorbeeld: schizofrenie (hallucinaties, sociaal-emotionele stoornissen)
- Ongeveer 15% van bevolking met genetische aanleg – 1/15 krijgt schizofrenie – hierbij zijn
honderden genen betrokken
- Omgevingsfactoren:
o Misbruik en trauma in jeugd, cannabisgebruik, sociale uitsluiting van minderheden,
wonen in grote stad
Invloed van omgeving op genen:
- Verandering in erfelijk materiaal door genetische schaden (invloed van UV straling,
radioactiviteit, chemische stoffen)
- Verandering in aansturing van genen, niet in erfelijk materiaal (invloed van dieet, levensstijl
en chronische stress)
- Epigenetica: verandering in fenotype (expressie)
- Veranderingen in genetische aansturing kunnen erfelijk zijn