Oefententamen met antwoorden ontwikkelingspsychologie voor de opleiding toegepaste psychologie. Oefen tentamen in het eerste jaar over de ontwikkeling van de mens.
Opa Jan heeft een aandoening waarbij hij teveel oogvloeistof heeft. A. presbyopie B.
presbycusis C. glaucoom D. ouderdomsgehorendheid
Tessa is een 16-jarige tiener die in de middelbare school zit. Ze is erg geïnteresseerd in
muziek en heeft besloten om zich aan te melden voor het schoolorkest. Ze is echter ook
bang om te falen en voelt zich erg onzeker over haar muzikale vaardigheden. Ze twijfelt
eraan of ze goed genoeg is om deel uit te maken van het orkest en is bang dat haar
klasgenoten haar zullen uitlachen als ze fouten maakt tijdens de repetities.
In welk stadium van psychosociale ontwikkeling volgens Erikson bevindt Tessa zich
waarschijnlijk?
a. Vertrouwen versus wantrouwen
b. Autonomie versus schaamte en twijfel
c. Initiatief versus schuldgevoel
d. Identiteit versus identiteitsverwarring
Tom is een 16-jarige jongen die net zijn eerste jaar op de middelbare school heeft afgerond.
Hij doet het goed op school en heeft veel interesse in wetenschap en technologie. Hij vindt
het leuk om te experimenteren met elektronica en bouwt graag zijn eigen robots. Tom is ook
geïnteresseerd in politiek en vraagt zich af hoe hij de wereld kan verbeteren.
Welke vaardigheid hoort bij het formeel-operationeel stadium van Piaget, wat Tom
waarschijnlijk aan het doormaken is?
a. Objectpermanentie
b. Egocentrisme
c. Abstract denken
d. Emotionele ontwikkeling
Marieke leert super hard voor een toets, want ze wilt het per se halen. Niks staat haar in de
weg, ze is super gemotiveerd. Ze wilt absoluut niet falen, maar denkt het ook wel te halen; A.
Cognitieve faalangst B. Negatieve faalangst C. Sociale faalangst D. Positieve faalangst
Wat wordt verstaan onder internaliserende problemen?
a. Naar buiten gerichte problemen zoals agressie en driftbuien.
b. Gedragsstoornissen zoals ODD en CD
c. Naar binnen gerichte problemen zoals angst, depressie en psychosomatische
klachten.
d. Gedragsproblemen gericht op anderen zoals bedrog en diefstal
Mevrouw de Vries vindt het belangrijk dat haar zoon Mark zich vrij voelt om zijn eigen keuzes
te maken. Ze laat hem daarom veel vrijheid en legt hem weinig regels op. Mark mag zelf
bepalen hoe laat hij naar bed gaat en wat hij in zijn vrije tijd doet. Mevrouw de Vries bemoeit
zich niet zo veel met zijn leven, maar staat altijd voor hem klaar als hij haar nodig
heeft.Welke opvoedingsstijl hanteert mevrouw De Vries hoogstwaarschijnlijk?
a. Autoritaire opvoedingsstijl
b. Permissieve opvoedingsstijl
c. Autoritatieve opvoedingsstijl
d. Verwaarlozende opvoedingsstijl
,Maria heeft een relatie. Haar partner vertrouwd haar niet volledig en is heel afhankelijk, maar
wordt nerveus als het te intiem wordt. Welke hechtingsstijl hoor bij haar partner? A.
Onstabiele hechtingsstijl B. Veilige hechtingsstijl C. Ambivalente hechtingsstijl D.
Vermijdende hechtingsstijl
Mevrouw Jansen is 80 jaar oud en woont alleen in een klein apartement. Ze heeft de laatste
tijd steeds meer moeite met het voor zichzelf zorgen en maakt zich daar veel druk om. naar
de huisarts gaan vindt ze eng en ze vraagt dan ook vaak hulp van haar kinderen.
Wat voor type oudere is mevrouw Jansen? a) Gedesintegreerd type b) Passief-afhankelijk
type c) Afwerend type d) Geïntegreerd type
Pieter is helemaal gefocust op zijn werk in de marketing. Hij wil daar graag langzaam
omhoog klimmen en het maken voor hemzelf. Welk stadium van Schaie's hoort hierbij? A.
verantwoordelijk stadium B. reintegratief stadium C. uitvoerend stadium D. Ondernemend
stadium
Tim is een scholier die merkt dat hij steeds beter wordt in het plannen en organiseren van
zijn schoolwerk. Hij gebruikt bijvoorbeeld een planner om zijn taken en deadlines bij te
houden en probeert realistische doelen te stellen voor elke dag. Wanneer hij een toets heeft
gehad, denkt hij na over zijn prestaties en hoe hij het de volgende keer beter kan doen.
Welk begrip past het beste bij het gedrag van Tim?
a. Imaginair publiek
b. Egocentrisme
c. Persoonlijke fabels
d. Metacognitie
Sterre denk dat ze zeer populair is. Ze heeft het gevoel dat iedereen haar mooi, leuk en knap
vind en dat haters hebben daarbij horen. A. populaire adolescent B. genergeeerde
adolescent C. controversiële adolescent D. Afgewezen adolescent
Welk van de volgende uitspraken over de seksuele ontwikkeling van adolescenten is het
meest accuraat?
a. Adolescenten zijn nog niet fysiek en emotioneel klaar voor seksuele relaties en
zouden zich hier niet op moeten richten.
b. Adolescenten zijn seksueel actief en experimenteren veel met verschillende partners
en seksuele handelingen.
c. Adolescenten hebben een sterke focus op romantische relaties en zoeken vooral
naar emotionele verbondenheid met een partner.
d. Adolescenten kunnen seksuele aantrekkingskracht ervaren en hun seksualiteit
ontdekken, maar dit proces is vaak verwarrend en onzeker.
In de klas van juf Lisette zit een kind dat zich overal tegen verzet. DIt speelt zich al een lange
tijd af. Hij luisterd niet naar volwassenen en is snel boos of geiiriteerd. Welke 'stoornis' hoort
hierbij? A. ADHD b. Oppositionele-opstandige stoornis D. autismespectrumstoornis D.
normoverschrijdend-gedragsstoornis
Jasper is een 9-jarige jongen die net naar een nieuwe school is gegaan. Hij heeft moeite om
vrienden te maken en voelt zich vaak alleen tijdens de pauzes. Hij vindt het moeilijk om voor
zichzelf op te komen en vraagt zich af of er iets mis met hem is.
Welke stadium van psychosociale ontwikkeling volgens Erikson is relevant voor Jasper in
deze situatie?
a. Vertrouwen versus wantrouwen
b. Autonomie versus schaamte en twijfel
c. Initiatief versus schuldgevoel
d. Competentie versus minderwaardigheid
, Joep en Juliette hebben ruzie. Joep heeft iets gegeven aan een ander vriendje wat hij
eigenlijk aan Juliette had beloofd. Juliette is boos en wilt alleen nog maar vrienden zijn als
Joep sorry zegt tegen haar. Welke beleving van vriendschap hoort hierbij? A. 4-7 jaar
vriendschap gebaseerd op gedrag van anderen. B. 8-10 jaar vrienschap gebaseerd op
vertrouwen C. 11-15 jaar vriendschap gebaseerd op psychische nabijheid D. 15-18 jaar
vriendschap gebaseerd op gemeenschappelijke activiteiten
Kitty zeg nu niet meer alleen 'wil, ap', maar kan nu zeggen 'ik wil een appel' Welke
taalontwikkeling is dit? A. syntaxis B. Fast mapping D. egocentrisme D. operaties
Jan en Ria zijn beide in de 50 en hebben twee kinderen die het ouderlijk huis hebben
verlaten. Ze hebben het gevoel dat hun huis nu leeg is. Op een dag komt hun dochter weet
thuis wonen omdat ze haar baan is verloren. Ria en Jan stemmen in, maar vinden het lastig
om opnieuw te wennen.
In welke situatie bevinden Jan en Ria zich?
a. Ze maken deel uit van sandwichgeneratie.
b. Ze hebben last van het boemerangkind.
c. Ze passen kangoereoe wonen toe.
d. Ze hebben last van het lege-nest syndroom.
Welke van de volgende factoren is van invloed op de ontwikkeling van het zelfbeeld bij
peuters en kleuters?
a. Genetische aanleg
b. Sociale interacties
c. Voeding
d. Schoonheidsidealen in de media
Wat wordt er gedaan met de vreemde sitautieprocudure van Ainsworth? a. kijken of de
ouders goed zijn voor hun kind b. kijken of het kind een bepaalde aandoening heeft c. kijken
wat de hechting is tussen het kind en de moeder d. kijken of het kind kan hechten met
vreemden
Wat is het belangrijkste verschil tussen oppositionele-opstandige stoornis (ODD) en norm
overschrijdend-gedragsstoornis (CD)?
a. Bij ODD is het kind snel geërgers en vaak boos, bij CD niet.
b. Bij CD vertoont het kind agressief gedrag en vernielt eigendommen, bij ODD niet.
c. Beide stoornissen hebben dezelfde gedragspatronen, maar CD is erger.
Wat is het moro-reflex? a. het spreiden van de tenen als de buitenkant van de voet wordt
aangeraakt b. neiging om te zuigen aan dingen die de lippen raken c. hoofd draaien naar wat
de wang raakt d. armen spreiden en iets lijken te willen vastgrijpen als de ondersteuning bij
het hoofdje weg is
Wat is het belangrijkste verschil tussen Piaget’s theorie en Vygotsky’s theorie van cognitieve
ontwikkeling tijdens de schooltijd?
a. Vygotsky benadrukte de rol van sociale interactie en cultuur in de cognitieve
ontwikkeling, terwijl Piaget meer gericht was op individuele ontwikkeling.
b. Piaget geloofde dat cognitieve ontwikkeling plaatsvindt door middel van biologische
rijping, terwijl Vygotsky dacht dat sociale interactie de belangrijkste rol speelt.
c. Vygotsky’s theorie richtte zich alleen op de taalontwikkeling van kinderen, terwijl
Piaget meer aspecten van de cognitieve ontwikkeling behandelde.
d. Piaget’s theorie benadrukte de rol van cultuur en omgeving in de cognitieve
ontwikkeling, terwijl Vygotsky zich richtte op de individuele ontwikkeling.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper marijnenderink. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,57. Je zit daarna nergens aan vast.