100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting 137 vragen + antwoorden Het Pedagogisch Quotiënt €6,99   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting 137 vragen + antwoorden Het Pedagogisch Quotiënt

 90 keer bekeken  8 keer verkocht

Ideaal om je toets te leren!! Per hoofdstuk heb ik vraag-antwoorden gemaakt. Door alle vragen en antwoorden uit je hoofd te leren heb je zeker een voldoende voor je tentamen!

Voorbeeld 3 van de 23  pagina's

  • Nee
  • H1 t/m h7, h11 t/m h13, h15, h16
  • 17 mei 2020
  • 23
  • 2019/2020
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (10)
avatar-seller
robinvandijk1
Het Pedagogisch Quotiënt

Hoofdstuk 1

1. Welke 4 domeinen zijn van belang bij het onderzoeken van het begrip pedagogische kwaliteit?
2. Waar richt het IQ en EQ zich op?
3. Wat is het PQ?
4. Waar richt pedagogiek zich op?
5. Welke 4 perspectieven zijn er op het vraagstuk ‘wat is pedagogische kwaliteit’?
6. Er zijn geen definities van het begrip pedagogische kwaliteit. Het wordt alleen beschreven
door indicatoren voor pedagogische kwaliteit. Welke 2 groepen indicatoren zijn er en wat
beschrijven ze?
7. Noem een voorbeeld van het primaire proces.
8. Noem een voorbeeld van de context van het pedagogisch handelen.
9. Wanneer spreken we van een hoge mate van pedagogische kwaliteit?
10. Welke factoren maken de zoektocht naar pedagogische kwaliteit lastig? (5)
11. Waarom is pedagogische kwaliteit een variabel begrip?
12. De term ‘pedagogisch’ wordt sinds ongeveer 1990 alleen nog gebruikt wanneer men het heeft
over de sociale en emotionele ontwikkeling van kinderen en over normen en waarden in
opvoeding en vorming. Wat vinden Schreuder en v.d. Werf hiervan?
13. Welke 5 dimensies onderscheiden we om de professionaliteit van leerkrachten te duiden?

Hoofdstuk 2

14. Welke drie modellen van opvoeden zie je terug in de 20e eeuw en wat waren de belangrijkste
kenmerken?
15. Bij vergelijking van de drie opeenvolgende modellen valt op dat….
16. Beschrijf de liberalen (karaktervorming).
17. Beschrijf de confessionelen (karaktervorming).
18. Leg uit wat de Individualpsychologie van Alfred Adler was
19. Wanneer werd Freud populair en waarom?
20. Waarom sprak het boek van dokter Spock (1950) Nederlandse ouders zo aan?
21. Wat was het doel van Spock?
22. Wie was Thomas Gordon?

Hoofdstuk 3

23. Welke drie soorten opvoeding worden onderscheiden? Wat zijn de belangrijkste verschillen?

1

, 24. Welke opvoedingsstijl heeft de voorkeur?
25. Wat is het verschil tussen een leerprobleem en een leerstoornis?
26. Wat is het verschil tussen een gedragsprobleem en een gedragsstoornis?
27. Wat is cormobiditeit?
28. Geef een voorbeeld van een hidden handicap.
29. Wat is de limiting control strategy?
30. Hoe ziet de interactie tussen ouders van kinderen met LGP er over het algemeen uit?
31. Hoe kan de limiting control strategy leiden tot een breakdown in communication?
32. Wat is proximale ontwikkeling? En wie heeft hier iets belangrijks over gezegd?
33. Opvoeding als sociale ondersteuning bestaat uit 3 componenten. Noem deze.
34. Wat is focussed attention?
35. Waarvan is opvoedersgedrag vooral afhankelijk?
36. Wat zijn significant others?
37. Wat is communication deviance?
38. Welke 2 soorten interventieprogramma’s onderscheiden we?
39. Noem 2 van preventieve programma’s.

Hoofdstuk 4

40. Wat zijn de 3 perspectieven in een onderzoek?
41. Wat zijn de 5 thema’s in een vragenlijst?
42. Zorgoriëntatie is geoperationaliseerd aan de hand van 6 items:
43. Wat zegt hoogleraar Tavecchio over de kinderopvang?
44. Het spanningsveld van de pedagogische relatie is zichtbaar in 3 antinomieën (onophefbare
tegenstellingen). Welke zijn dit en wie heeft dit bedacht?
45. Communicatie en interactie zijn nu opvoedingsdoel én middel. Dit is bijvoorbeeld zichtbaar in
de 6 interactievaardigheden van Riksen-Walraven, indicatoren voor pedagogische kwaliteit.
Noem deze 6 interactievaardigheden.

Hoofdstuk 5

46. Beschrijf de eis van de Wet op de jeugdzorg.
47. Knorth beschrijft 4 indicatoren voor positieve resultaten. Noem de 4 indicatoren.
48. Hoe omschrijft de MO-groep/Vedivo de taak van een gezinsvoogd?
49. Wat is het doel van OTS?
50. Welke 2 varianten van uithuisplaatsing bij OTS zijn er?


2

, 51. Wat gebeurt er als er geen uitzicht is op terugkeer?
52. De OTS maatregel wordt regelmatig oneigenlijk toegepast. Welke redenen zijn hiervoor? (4)
53. Bij een onderzoek naar de doelmatigheid van OTS (2002, Slot, Theunissen enz.) wordt
onderscheid gemaakt tussen 3 zorgpunten. Welke zijn dit en hoeveel procent heeft zorgpunten
op alle drie de domeinen?
54. Wat zijn de 4 kenmerken van gezinnen met kinderen met een OTS?
55. In 2004 komt Van Wijn met een Deltaplan Kwaliteitsverbetering Gezinsvoogdij. Wat waren
de 3 globale doelstellingen?
56. De doelstellingen werden geconcretiseerd. Wat zijn de 7 doelstellingen?
57. Wat zijn de 3 doelstellingen van een kinderbeschermingsmaatregel?

Hoofdstuk 6

58. Kwaliteit (residentiële jeugd)zorg word bepaald door:
59. Wat zijn what works aspecten?
60. Wat zijn 4 redenen waarom resultaten uitblijven na residentiele behandeling.
61. Bij de evaluatie van de kwaliteit van de zorg, zijn er 2 domeinen die een rol spelen. Welke?
62. Er zijn 2 soorten factoren die betrekking hebben op het zorgproces. Welke?
63. Elk tehuis heeft te maken met een strijd om congruentie. Wat wordt hiermee bedoeld?


64. Wat betekent maintaining control?


65. Berndy en Brodie onderzochten de kwaliteit van de jeugdzorg. Noem 5 factoren die volgens
hen belangrijk zijn voor een goede kwaliteit van de zorg.
66. Welke 3 factoren zijn volgens Berndy en Brodie niet van invloed op de kwaliteit?
67. Ook Sinclair en Gibbs onderzochten de jeugdzorg. Zij kwamen erachter dat een positief
sociaal klimaat samenhangt met …. (5).
68. Volgens Sinclair en Gibbs hangt een negatief klimaat niet samen met ….. (4).
69. Als derde deden Brown, Bullock, Hobson en Little onderzoek naar de jeugdzorg. Zij
gebruikten dezelfde criteria als Sinclair en Gibbs. Een goed tehuis kan volgens hen
geïdentificeerd worden op basis van 12 indicatoren. Die zijn ondergebracht in 3 categorieën.
Noem de 3 categorieën.
70. De studies gaan vooral over organisatiekenmerken. Daarnaast zijn er ook nog specifiek
werkzame factoren, die ook van belang zijn. (5)




3

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper robinvandijk1. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 67866 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,99  8x  verkocht
  • (0)
  Kopen