Sociale Hygiëne Samenvatting
SVH Diploma Sociale Hygiëne
Handige sites zijn te vinden op www.svhsh.nl.
Van de wetten hoef je niet letterlijk de wettekst uit je hoofd te kennen, maar je moet de wettelijke
regels en uitleg wel kennen.
Tips hoef je niet voor je examen te kennen, maar zijn wel erg handig. Zelfde voor webtips.
1. Sociale hygiëne
Sociale hygiëne gaat over de omgang met mensen en leert wat je moet doen in situaties die afwijken
van het normale/de verwachting.
Hygiëne betekend schoon en netjes, maar niet bij sociale hygiëne. Sociaal betekend betrekking
hebben op de maatschappij / gevoel hebben voor wat anderen willen of denken. Dus sociale hygiëne
(SH) betekend: Dat mensen rekening met elkaar houden en respect hebben voor elkaars
lichamelijke en geestelijke gezondheid. Het doel van SH is de veiligheid, gezondheid, en welzijn van
gasten en werknemers beschermen.
SH is niet hetzelfde als de Hygiënecode voor de horeca (HACCP): systeem om risico’s voor de
voedselveiligheid te analyseren en controleren: hygiëne in de keuken (omgang met voedsel i.p.v.
omgang met mensen wat SH is).
De drank- en horecawet is bedoeld om overmatig alcoholgebruik te voorkomen. Er worden eisen
gesteld aan kennis en inzicht op het gebied van SH. Deze eisen staan in het Besluit kennis en inzicht
SH. Er moet voldoende kennis zijn bij leidinggevenden over:
- De invloed van alcohol op lichaam en geest, ook in combinatie met drugs en geneesmiddelen
- Alcoholmisbruik en -verslaving, inclusief de sociale gevolgen daarvan
- Wet- en regelgeving omtrent alcohol
- Kansspelautomaten en gokverslaving
Sociaal gedrag bestaat uit normen en waarden:
- Normen zijn ongeschreven regels die in een bepaalde maatschappij/cultuur gelden; richtlijnen in
bepaalde situaties
- Waarden zijn heel persoonlijk, en is iets wat je waardevol vindt om na te leven. Bijvoorbeeld;
eerlijk zijn, niet liegen
Normen en waarden leer je je hele leven; thuis, school, werk, etc. Deze normen en waarden vormen
jouw referentiekader.
Gezamenlijke waarden en fatsoensnormen geven aan wat iemand wel en beslist niet hoort te doen;
moraal of ethisch. Iemand die aan de normen voldoet, vertoont moreel gedrag. Dit niet doen →
immoreel gedrag. De vraag wat moreel en immoreel gedrag is noem je ethiek. Elkaar respecteren op
basis van elkaars normen en waarden noem je sociaal gedrag.
De wet
De leidinggevende is de eigenaar van het bedrijf en/of degene die de dagelijkse leiding geeft op de
werkvloer. Deze persoon moet een Verklaring kennis en inzicht sociale hygiëne hebben, en in het
Pagina 1 van 32
,Register Sociale Hygiëne staan. Een werkgever is nagenoeg altijd een leidinggevende, maar een
leidinggevende is lang niet altijd een werkgever.
Drank- en horecawet:
Artikel 1:
Onder een leidinggevende wordt verstaan:
- De (gevolmachtigde) eigenaar van het bedrijf;
- De persoon die de algemene leiding geeft aan de onderneming (hoeft niet de eigenaar te zijn);
- De persoon die dagelijkse leiding geeft op de werkvloer.
A 3.1:
Je moet een drank- en horecavergunning hebben om een horeca- of slijtersbedrijf te mogen runnen.
A 8.1:
Leidinggevenden van horeca- en slijtersbedrijven moeten aan de volgende eisen voldoen:
- Minimaal 21 jaar oud
- Geen slecht levensgedrag vertonen
- Niet onder curatele staan. Iemand die onder curatele staat, mag zelf geen zakelijke beslissingen
nemen. Curatele = een rechterlijke maatregel ter bescherming van een meerderjarige die als
gevolg van een lichamelijke of geestelijke toestand, dan wel een gewoonte van drank- of
drugsmisbruik, niet in staat is om zijn of haar belangen behoorlijk waar te nemen. Op het
moment dat een curandus zonder toestemming van zijn curator een overeenkomst sluit, is deze
overeenkomst vernietigbaar. Dit betekent dat de curator de overeenkomst terug kan draaien.
A 8.3:
In de Drank- en Horecawet staat dat iedereen die aan die eisen voldoet, in het Register Sociale
Hygiëne moet worden bijgeschreven. Wat je precies moet weten staat in de wet en in de eindtermen
van de Landelijke examencommissie van SVH (LEC-SVH).
A 8.4:
De uitzondering op de regel is de werkgever die niet op de werkvloer staat. In dat geval heb je geen
bijschrijving in het Register SH nodig. Wel moet je op papier bevestigen dat je niet actief op de
werkvloer staat.
A 8.5:
Dit register heet het Register Sociale Hygiëne en wordt bijgehouden door de LEC-SVH. Iedereen met
een geldig diploma dat door de LEC-SVH is erkend, ontvangt de Verklaring kennis en inzicht sociale
hygiëne. Iedereen die deze verkleding heeft wordt bijgeschreven in het register, te vinden op
www.svh.nl.
A 21.1a:
Er moet altijd een leidinggevende aanwezig zijn gedurende de openingstijden. De leidinggevende
moet vermeld staan op het aanhangsel van de drank- en horecavergunning.
A 24.3:
Je mag geen personen onder de 16 jaar in ruimtes laten werken waar alcoholhoudende dranken
verstrekt worden. Een persoon van 15 jaar mag dus wel in de afwaskeuken werken.
Pagina 2 van 32
,Paracommerciële rechtspersonen zijn stichtingen en verenigingen die zich richten op recreatieve,
sportieve, sociaal-culturele, educatieve, levensbeschouwelijke, of godsdienstige activiteiten. De
verkoop van alcoholhoudende dranken is hier niet de hoofdzaak (hoofdzaak voetbalvereniging is
voetballen). Deze paracommerciële rechtspersonen kunnen in aanmerking komen voor een drank-
en horecavergunning. Er gelden andere eisen dan bij commerciële rechtspersonen zoals
horecabedrijven. Er moet bijvoorbeeld altijd een leidinggevende met de Verklaring kennis en inzicht
sociale hygiëne, of een vrijwilliger met IVA (instructie verantwoord alcoholschenken) aanwezig zijn
wanneer er alcohol geschonken wordt.
Wetten paracommerciële rechtspersonen:
A 8.6:
In een paracommerciële rechtspersoon, bijv kantine, moeten minimaal 2 leidinggevenden zijn die
voldoen aan de eisen van artikel 8 in de Drank- en Horecawet.
A 9.1:
Je moet als bestuur van een paracommerciële rechtspersoon een regelement opstellen waarin je
verantwoordt dat je drank verstrekt met het ook op SH. Zonder dit krijg je geen vergunning tot
uitoefening van het horecabedrijf.
A 9.2:
In dit regelement staat:
- De kwalificatienormen van de voorlichtingsinstructies SH die barvrijwilligers krijgen;
- De manieren waarop het bestuur of personen namens het bestuur toezicht houden op de
naleving van het regelement.
A 9.3:
De paracommerciële rechtspersoon registreert wie van de barvrijwilligers de voorlichtingsinstructie
hebben gekregen, deze registratie moet aanwezig zijn in het pand.
A 9.4:
Het regelement moet in het pand aanwezig zijn.
A 9.5:
In de algemene maatregel van bestuur kunnen extra regels worden gesteld aan het regelement.
A 24.2a:
Een organisatie mag niet geopend zijn als er niemand aanwezig is die als leidinggevende vermeld
staat op het aanhangsel van de vergunning. Als er alleen een barvrijwilliger aanwezig is met IVA, is dit
voldoende.
Wetten Besluit Kennis en Inzicht Sociale Hygiëne Drank- en Horecawet:
In deze wetten stat precies wat je moet weten als leidinggevende om alcohol te mogen schenken.
A 8.6:
Leidinggevenden moeten kennis hebben van en inzicht hebben in:
- De invloed van alcoholgebruik en van alcoholgebruik in combinatie met soft- en harddrugs;
- De invloed van alcoholgebruik in combinatie met bepaalde geneesmiddelen;
Pagina 3 van 32
, - Alcoholmisbruik, -afhankelijkheid, en de sociale gevolgen;
- Het gebruik van kansspelautomaten volgens de Wet op de kansspelen en de risico’s van
gokverslaving;
- De Drank- en Horecawet en andere regelgeving op het gebied van alcohol;
- Binnen de branche geldende codes voor alcoholhoudende dranken;
- De bouwkundige, ruimtelijke, en technische voorzieningen;
- De verschillende bedrijfsformules en doelgroepen.
A 9.1:
Leidinggevenden hebben kennis en inzicht om zo de bedrijfsformules af te kunnen stemmen op
doelgroepen en dit te doen op een maatschappelijk verantwoorde manier.
Arbeidsomstandighedenwet:
In de arbeidsomstandighedenwet (arbowet) staan richtlijnen waarmee je de veiligheid, gezondheid,
en welzijn van werknemers kunt waarborgen.
A 3.1:
Als de werkgever zorg je voor goede arbeidsomstandigheden om zo de veiligheid en gezondheid van
werknemers te beschermen. Daarbij houd je rekening met:
- Je organiseert het werk zo dat het geen nadelige invloed heeft op de veiligheid en gezondheid
van werknemers;
- De gevaren en risico’s voor de veiligheid of gezondheid van de werknemer worden zo veel
mogelijk bij de bron al voorkomen of beperkt. Anders → maatregelen;
- De inrichting van werkplekken, werkmethoden, arbeidsmiddelen worden zo veel mogelijk aan de
persoonlijke eigenschappen van werknemers aangepast;
- Eentonig en tempogebonden werk wordt zo veel mogelijk beperkt en vermeden;
- Er worden maatregelen getroffen voor eerste hulp bij ongevallen, brandbestrijding, en de
evacuatie van aanwezigen, en er wordt samengewerkt met externe hulpverleningsorganisaties;
- Alle werknemers moeten bij ernstig en onmiddellijk gevaar voor hun eigen veiligheid of die van
anderen passende maatregelen kunnen nemen om de gevolgen van een dergelijk gevaar te
voorkomen.
A 3.2:
De werkgever zorgt ervoor dat het arbeidsomstandighedenbeleid helpt psychosociale
arbeidsbelasting (werkdruk, arbeidsconflicten, etc.) te beperken/voorkomen.
A 3.3:
De werkgever zorgt ervoor dat er een goede verdeling is van bevoegdheden en
verantwoordelijkheden tussen werknemers. Hierbij houd je rekening met hun bekwaamheid.
A 3.4:
De werkgever controleert regelmatig het arbeidsomstandighedenbeleid aan de hand van de
ervaringen en past de maatregelen aan wanneer dat nodig is.
A 10:
De werkgever neemt maatregelen om te voorkomen dat er onmiddellijk gevaar kan ontstaan voor de
veiligheid en gezondheid van werknemers bij hun werk.
Pagina 4 van 32
