SAMENVATTING HOORCOLLEGES EN JURISPRUDENTIE FORMEEL STRAFRECHT
Week 1 – Inleiding formeel strafrecht
Week 2 – Opsporing
Week 3 – Vervolging
Week 4 – Berechting
Week 5 – Beslissen en motiveren
WEEK 1: INLEIDING FORMEEL STRAFRECHT
Plaatsbepaling
Materieel recht= geheel aan strafbare gedragingen, wat mag je wel, wat mag je niet,
onder welke voorwaarden ben je strafrechtelijk aansprakelijk en uitzonderingen op die
strafrechtelijke aansprakelijkheid (rechtvaardigings- en
schulduitsluitingsgronden), onvoltooide delictsvormen (poging, deelneming) etc.
o Dus: wanneer ben je nu strafrechtelijk aansprakelijk?
o Ook sanctierecht: welke straffen, hoe hoog, welke typen.
Formeel strafrecht= de procedure waarlangs het materiële strafrecht wordt
verwezenlijkt, maar het strafproces heeft ook een zelfstandige functie.
o Formeel strafrecht is de weg waarlangs het materiële recht tot leven komt, is dus
hulpmiddel voor materiële recht.
o Je hebt voor de toepassing van het materiele strafrecht toch een vehikel/proces
nodig waarlangs je dat materiële recht kan toepassen op individuele burgers. Dat
materiële strafrecht staat in wetten, maar daar gebeurt niet veel mee als je geen
formeel strafrecht hebt. We kunnen wel zo’n wet hebben, maar we moeten nog
wel vaststellen wie het gedaan heeft, en hem weten te vinden, aan te houden, te
verhoren. Dus je hebt dat proces nodig en aan het eind kan je zeggen: ja deze
persoon is schuldig en dus krijgt hij straf.
o In oude definities is het formele strafrecht de dienende functie tov het materieel
strafrecht. Het hulpmiddel om dat materiële strafrecht te verwezenlijken.
o Maar tegenwoordig ook een zelfstandige functie: Of dat materiële recht nou wel of
niet wordt verwezenlijkt, kan het best zijn dat je een heel proces volgt en dat het
eindigt met vrijspraak (en dan wordt er dus helemaal geen materieel recht
toegepast) en dan is er dus wel iets gebeurd en heeft er toch een
proces plaatsgevonden, dus het heeft toch een maatschappelijke functie. Je wilt
ook zien dat mensen worden aangehouden en berecht, het is ook het gezicht van
het strafrecht. Dat zien we op tv: Formele strafrecht in actie.
Uitgangspunt: legaliteit
In materiële recht:
o Geen straf zonder schuld, je kunt pas bestraft worden voor een strafbaar feit als
dat feit er voorafgaand in de wet is neergelegd.
In formele recht:
o Strafvordering heeft alleen plaats op de wijze bij de wet voorzien. De wet bepaalt
hoe de strafvordering eruit ziet. Geen bevoegdheden zonder wettelijke grondslag.
Gaat om de wet in formele zin, weinig plaats voor strafvordering op lager niveau,
althans niet op decentraal niveau. Politie en justitie hebben geen bevoegdheden
behalve degene die in de wet staan.
Rode draad in formele strafrecht:
Voortdurende zoektocht naar een balans tussen bevoegdheidstoedeling (instrumentaliteit) en
rechtsbescherming.
, Rechtsbescherming:
o Recht beschermt de burger ook tegen ongebreidelde machtsuitoefening door de
overheid. De burger die met het recht beschermd moet worden tegen
bevoegdheidsuitoefening door de overheid.
o Het is niet zo dat alles mag. Tel mag niet altijd afgetapt worden. Mag alleen bij
een verdenking en andere voorwaarden. Politie & justitie mogen niets zonder
toestemming. Ingangsbegrip voor strafvordering is verdenking. Je mag iemand
aanhouden bij verdenking. Alleen bevoegdheden als burgers verdacht worden. Als
ze er zelf reden toe geven.
Instrumentele functie van het recht:
o Recht als instrument: Mogelijkheden die recht biedt voor de overheid om op te
treden. Strafvordering biedt allemaal mogelijkheden aan de strafvorderlijke
overheid om op te treden. Wet staat vol met bevoegdheden. Je kun mensen
aanhouden, fouilleren, huizen doorzoeken, telefoons aftappen, voorlopige
hechtenis. De overheid mag van alles, je geeft de overheid de instrumenten die het
nodig heeft om dat materiële strafrecht te verwezenlijken, om de criminaliteit te
bestrijden.
Dus enerzijds geeft het formele strafrecht ze mogelijkheden, om bevoegdheden uit te
oefenen. Aan de andere kant wordt de burger er juist door beschermd door beperkingen op te
leggen en voorwaarden aan die bevoegdheden te stellen. Zo wordt burger beschermd tegen
ongebreidelde machtsuitoefening. Want let wel bij toepassing van opsporingsbevoegdheden:
Vaak inbreuk op een grondrecht. Want zo zit dat formele strafrecht in elkaar, dat maakt al heel
snel een inbreuk op een grondrecht. Dit mag niet zomaar, ook het EVRM beschermt tegen
willekeurige inmenging in grondrechten.
Dus zoeken naar balans: mogelijkheid voor overheid dmv middelen om criminaliteit te bestrijden
EN grondrechten van burgers wel zoveel mogelijk beschermd blijven en gevrijwaard van
overheidsinmenging.
Toenemende overlap van strafrecht met bestuursrecht en civiel recht
Bestuursrecht en strafrecht overlappen heel erg:
o In type verboden gedragingen.
Heel veel gedragingen die niet mogen zijn zowel in het bestuursrecht als
het strafrecht ‘strafbaar' gesteld.
o Dit betekent: ook in de bevoegdheidstoepassing kan daar een overlap zitten. bijv
toezicht en controle (heeft niks te maken met strafvordering maar) kan snel
omslaan in strafvordering, terwijl het voornamelijk bestuursrecht is.
Bij civiel recht:
o Voeging van slachtoffers als benadeelde partij in een strafproces:
Je wordt mishandeld (=strafbaar), politie en OM gaan ermee aan de slag,
verdachte wordt vervolgd. daar hoef jij als slachtoffer niks aan te doen,
maar je kan je wel voegen als benadeelde partij. vordering tot
schadevergoeding. normaal bij civiele rechter, maar als er toch een
strafproces is kan je gelijk civiele vordering indienen bij strafrechter en
dan doet die niet alleen uitspraak of die mishandeling kan worden
bewezen en welke straf daarbij hoort, maar hij doet ook uitspaak over
jouw civiele vordering om schadevergoeding.
Strafproces van oudsher: Kern is het geding tussen verdachte en OM. OM brengt beschuldiging
uit jegens de verdachte en dan moet de rechter daar iets over zeggen. Normaal heeft het
slachtoffer daar geen rol in. Althans naar de grondvorm niet. De laatste 20 jaar vinden we echter
dat het slachtoffer ook een plek heeft in het strafproces. Bijv. voeging als benadeelde partij. Dus
toenemende rol van het slachtoffer. Ook binnen strafproces zelf steeds meer hoedanigheden:
,spreekrecht, straf die hij wenselijk vindt etc. Maar ontwikkeling nog niet voltooid: in de kern zijn
de echte procespartijen nog steeds OM en verdachte. Slachtoffer hangt daar toch beetje bij.
Voortdurende beïnvloeding door het Europees recht: 2 Europese samenwerkingsverbanden:
Europese Unie:
o Vroeger dacht men dat het vooral ging over mededingingsrecht en interne markt,
dat heeft verder niks met strafjuristen te maken. Maar tegenwoordig toenemende
regelgeving vanuit de EU over strafrecht. Harmonisatie op gebied
van straffen en strafbare gedragingen bijv. maar ook vaak over procedurele
kwesties.
o Richtlijnen en (voorheen) kaderbesluiten —> met name instrumentaliteit maar
toch ook steeds meer rechtsbescherming.
Nadat je wordt aangehouden in NL: Je hebt recht (sinds kort) op
(overleg met een) raadsman voordat politie je verhoort. Dit is richtlijn
geweest wat overal geïmplementeerd is. Begonnen met
de Salduz jurisprudentie van het EHRM. Dus ontwikkeling is ingezet door
EHRM, maar later overgepakt door de EU. En die heeft richtlijn gemaakt
voor alle landen van Europa: Voordat je wordt gehoord door de politie,
moet je eerst met raadsman kunnen overleggen, en die raadsman moet
aanwezig kunnen zijn tijdens verhoor. Sinds 2 jaar pas, omdat we in NL
belangrijk dat politie eerst zn werk kan doen. Is achterhaald. Dus EU heeft
rechtspositie direct veranderd vanaf moment van aanhouding.
Raad van Europa:
o Mensenrechten neergelegd in het EVRM —> met name rechtsbescherming maar
ook positieve verplichtingen tot handhaving. Van elementair belang voor
toepassing strafrecht.
Gematigd inquisitoir strafproces
Redelijk papieren strafproces: we doen veel in het vooronderzoek. hele strafzaak wordt daarin
voorbereid, en als we dan alles weten: sturen we het dossier naar rechter en die doet alleen nog
uitspraak n.a.v. dossier. Geen groot spektakel tijdens de zitting, want al het werk is al gedaan als
de zitting begint.
-"Gematigd inquisitoir strafproces"
Je hoort inquisitie erin: overheid die onderzoek doet naar de verdachte. Procespartijen in
NL niet gelijkwaardig: verdachte is niet gelijkwaardig aan openbaar ministerie. qua macht
en bevoegdheden (wij hebben overigens wel gematigde versie van het inquisitoir
strafproces):
o Idee van inquisitoir strafproces is: eerst onderzoek doen naar verdachte, waarheid
achterhalen, dat doet de strafvorderlijke overheid. die gaat onderzoek doen.
verdachte is in dat inquisitoire procesmodel primair onderzoeksobject. Niet zozeer
burger met rechten en plichten, maar meer onderzoeksobject.
Onder invloed van EVRM geen inquisitie meer, en sws meer geschoven naar accusatoire:
veel meer te maken met gelijkwaardigheid van procesdeelnemers. We hebben de
verdachte veel meer rechten gegeven om zich te verdedigen tegen de beschuldiging. Maar
dat betekent niet dat het OM minder machtig is geworden: want OM heeft ook meer
onderzoeksbevoegdheden gekregen. Dus nog steeds niet zo dat die procespartijen zo
gelijkwaardig zijn.
-Onderscheid inquisitoir en accusatoir heeft ook te maken met degene die over een zaak beslist:
, In accusatoire procesmodel beslist de jury over schuld en onschuld (soms ook over de
strafoplegging maar dat neemt rechter vaak van jury over). Bijv. België. Best
dichtbij. Rechter is dan lijdelijk, leunt achterover en laat proces voeren door
procespartijen, niet echt actief, laat werk aan jury over en laat partijen strijden en laat het
proces aan hen over: moge de beste winnen. OM gaat strijd aan met verdachte. Rechter
bemoeit zich er niet mee en zegt aan het eind wie er gewonnen heeft.
Bijna alleen Nederland strikt professionele strafrechtspraak. hier is het de rechter; rechter
moet actieve rol: Rechter moet in NL strafproces zelf op zoek naar waarheid. als OM niet
rol vervult moet rechter overnemen. ook al voert de verdediging een zwakke verdediging,
dan mag dat zo zijn. maar als rechter toch vindt dat verdachte het niet gedaan heeft,
spreekt hij hem toch vrij. hij is actief opzoek naar materiële waarheid.
Vaak zitten landen er vaak een beetje tussen.
-Verschil daartussen is een geleidende schaal. in NL gematigd inquisitoir:
Inquisitoir trekje:
o In het vooronderzoek:
Met name inquisitoire trekjes, maar zeker niet meer zuiver inquisitoir
(bijv. raadsman in vooronderzoek is typisch accusatoir, de verdediging van
de verdachte als drager van rechten en plichten).
verdachte als object van onderzoek.
Accusatoir trekje:
o Als proces vordert en onderzoek ter terechtzitting begint en je komt bij de rechter:
Met name accusatoire trekjes
Dan worden de procesdeelnemers steeds gelijkwaardiger.
Actuele ontwikkelingen
Ons wetboek van strafvordering is bijna 100 jaar oud, beetje gedateerd. 1921 en sinds 1926 in
werking getreden. AL tientallen of honderden keren gewijzigd maar grondstructuur nog steeds
zoals die in 1926 was.
Technologische vooruitgang en digitalisering.
Ontwikkelingen zoals digitalisering en vooruitgang van de techniek laat karakter van het
strafproces wel veranderen. Dus is wel beetje doorgesijpeld in dat nieuwe wetboek, maar niet heel
erg. Je kan dagvaarding niet mailen naar iemand bijv. dus op veel gebieden is dat wetboek nog
beetje ouderwets. Ook qua onderzoeksbevoegdheden en opsporingsbevoegdheden. Politie doet
wel veel dingen die er niet instaan maar mag dat ook?
Bezuinigingen en druk op de rechtspraak
Politie en rechter kunnen het werk soms niet aan. Zijn belangrijke gegevens binnen dat denken
over strafrecht.
Afdoening buiten de rechter om
Manieren om het strafproces korter en efficiënter te maken, niet alleen voor burger maar ook voor
de strafrechtspleging als geheel. het zou niet eens lukken om alle strafbare feiten die we kennen
daadwerkelijk af te doen via het volledige strafproces via de rechter. Dus we hebben allemaal
efficiënte manieren gevonden om die rechter te ontlasten.
Modernisering van het Wetboek van Strafvordering
Grote wetgevingsoperatie. duurt nog lang voordat het in werking treedt. eerste concepten
inmiddels bekend. niet bedoeling om proces volledig anders te maken: dus fundamentele
uitgangspunten als professionele rechtspraak, opportuniteitsbeginsel en legaliteit bijv. blijven,
maar voor het overige wordt veel op de schop genomen.