Thema: Opvoeding
1. Een opvoedingsstijl kenmerkt zich door een bepaalde balans tussen de factoren steun, controle en
structuur. Welke van onderstaande beweringen is juist?
a. een permissieve opvoedingsstijl kenmerkt zich door weinig structuur en weinig controle
b. een autoritatieve opvoedingsstijl kenmerkt zich door veel structuur en veel controle
c. een autoritaire opvoedingsstijl kenmerkt zich door weinig structuur en veel controle
d. een onverschillige opvoedingsstijl kenmerkt zichdoor weinig steun en veel structuur
PQ1: Het pedagogisch quotiënt
2. Wat zijn mogelijke indicatoren van pedagogische kwaliteit in het primaire proces van opvoeding?
a. communicatie, betrokkenheid en omgaan met verschillen
b. de historische dimensie en de culturele dimensie
c. de afwisseling van normativiteit en reflexiviteit
d. wetenschappelijke kennis, reflectie en discussie
PQ2: De “goede” opvoeding in het gezin
3. Ten aanzien van opvoedingsidealen in Nederland aan het begin van de 20e eeuw geldt:
a. elke ‘zuil’ (protestants, katholiek etc.) had zijn eigen opvoedingsideaal, er waren eigenlijk geen
overeenkomsten
b. de opvoedingsidealen groeiden geleidelijk naar elkaar toe: de ouder-kind relatie moest gebaseerd
zijn op vertrouwen
c. ondanks verschillen tussen de zuilen vond men in het algemeen dat lichamelijke straffen een
vanzelfsprekend deel van de opvoeding vormden
d. het idee dat het kind van nature goed is en zich vanzelf ontwikkelt, werd breed gedeeld
4. Vanaf de jaren ‘30 werden opvattingen over ‘de goede opvoeding’ steeds meer beïnvloed door de
psychologie. Een gevolg hiervan was dat ouders te horen kregen dat
a. bewust en doelgericht handelen nodig zijn voor een goede opvoeding
b. de cognitieve ontwikkeling van het kind centraal moet staan in een goede opvoeding
c. goede ouders de emoties van het kind doorgronden
d. goede ouders een voorbeeldfunctie vervullen
art.Ramaekers & Suissa: What all parents need to know?
5. Doordat ouders overspoeld worden met informatie en er van hen verwacht wordt dat zij die ook
toepassen, ontstaat volgens de auteurs het risico dat:
a. de persoonlijke relatie met het kind uit het oog wordt verloren
b. de allocatiefunctie van de opvoeding teveel nadruk krijgt
c. ouders zóveel druk gaan leggen op kinderen dat deze gedragsproblemen gaan krijgen
d. de pedagogische basisbehoeften onvoldoende aan bod komen in de opvoeding
6. Wat bedoelen de auteurs met de ‘verborgen normativiteit’ van de ontwikkelingspsychologie?
a. dat de beschrijving van hoe ontwikkeling meestal verloopt ten onrechte gezien wordt als een
model van hoe ontwikkeling eigenlijk zou moeten verlopen
b. dat ontwikkelingspsychologie gebaseerd is op normatieve uitgangspunten
c. dat ontwikkelingspsychologie ouders onvoldoende normen biedt die een richtlijn voor de
opvoeding kunnen zijn
d. dat ouders veel meer kunnen profiteren van ontwikkelingspsychologie dan ze nu vaak doen
, art. Distelbrink & Pels: Pedagogische ondersteuning en de spilfunctie van het CJG
7. Waarom maken migrantenouders minder gebruik van het aanbod aan opvoedingsondersteuning
dan ‘autochtone’ ouders?
a. het sociale netwerk van migrantenouders zorgt voor voldoende ondersteuning bij opvoedvragen
b. migrantenouders ervaren minder opvoedingsproblemen dan ‘autochtone’ ouders
c. de geboden opvoedingsondersteuning is ofwel te duur, ofwel niet goed bereikbaar (te ver weg)
d. de geboden opvoedingsondersteuning sluit vaak niet goed aan bij het referentiekader van
migrantenouders
8. Met de ‘pedagogische civil society’ in relatie tot het Centrum voor Jeugd & Gezin (CJG) wordt
bedoeld:
a. dat alle bevolkingsgroepen via het CJG toegang zouden moeten hebben tot opvoedingsvoorlichting
in hun eigen taal en volgens hun eigen gebruiken
b. dat ouders en professionals gezamenlijk zich sterk maken voor de opvoeding: ouders staan er niet
alleen voor
c. dat opvoedingsvoorlichting speciaal voor risicogezinnen wordt gegeven, omdat juist bij hen de
opvoeding problematisch verloopt
d. dat maatschappelijke participatie (burgerschap) van ouders én kinderen een belangrijk doel van
het CJG is
9. De vraag over hoe je jongens en meisjes moet opvoeden, wordt verschillend beantwoord door
ouders van verschillende etnische afkomst. Wat is in dit verband belangrijk voor pedagogische
professionals in het CJG?
a. ze moeten ouders informeren over het belang van sekse-specifieke opvoeding
b. ze moeten aansluiten bij de opvattingen van ouders over de opvoeding van jongens en meisjes 2
c. ze moeten zelf beter leren omgaan met opvattingen over sekse-specifieke opvoeding die anders
zijn dan wat ze zelf ‘normaal’ vinden
d. ze moeten ouders leren dat jongens en meisjes altijd gelijkwaardig opgevoed horen te worden
PQ4: Het woord is aan de groepsleiding
10. Wat is de conclusie van het onderzoek naar de aanwezigheid van een zorgoriëntatie en een
pedagogische oriëntatie bij groepsleiding in de kinderopvang? In dit onderzoek:
a. wordt de pedagogische oriëntatie meer bereflecteerd dan de zorgoriëntatie
b. is de zorgoriëntatie nadrukkelijker aanwezig dan de pedagogische oriëntatie
c. zijn beide oriëntaties maar in geringe mate belicht, omdat het onderzoek gaat over
interactievaardigheden
d. hebben de zorgoriëntatie en de pedagogische oriëntatie plaatsgemaakt voor een professionele
oriëntatie
11. In het hoofdstuk over pedagogische kwaliteit in de kinderopvang (PQ4) neemt het theoretische
begrip ‘pedagogische relatie’ een centrale rol in. Dit begrip verwijst naar méér dan alleen een
opvoeder-kind relatie, het gaat namelijk altijd om
a. alles wat in de opvoeding gebeurt met het oog op het opgroeien van het kind
b. een spanningsveld tussen verschillende (soms tegenstrijdige) doelen
c. een cultuurspecifieke opvoedingsstijl
d. de optimale ontwikkeling van een kind
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper esmeekooij. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.