Deze samenvatting is geschreven uit het boek 'Inkoop, werken vanuit een ketenbenadering' door Brigitte Faber-de Lange, Reinder Pieters en Stef Weijers. Het is de 3e druk en de hoofdstukken 1 t/m 8 zijn samengevat.
Samenvatting Inkoopmanagement
Hoofdstuk 1
Het begrip inkoop kun je op verschillende manier opvatten:
- De aanschaf zelf goederen en diensten die de organisatie heeft ingekocht
- Functioneel gebied van een organisatie inkoop is een functie; zoals verkoop/productie
- Als afdeling de afdeling die is aangewezen om aankopen te organiseren
Een organisatie stelt in het algemeen de volgende eisen aan inkoop:
- Inkoop moet bijdragen de kwetsbaarheid v/d onderneming t.o.v. leveranciers, concurrenten en
afnemers op lange termijn te minimaliseren
- Inkoop moet actief anticiperen in het vinden van leveranciers die in staat zijn om mee te denken over
toekomstige technologische ontwikkelingen
- Inkoop moet ervoor zorgen dat leveranciers meerwaarde opleveren voor de organisatie
Inkoop = alles waar een externe factuur tegenover staat.
Of
het van externe bronnen betrekken van alle goederen en diensten die noodzakelijk zijn voor de
bedrijfsuitoefening, de bedrijfsvoering en de instandhouding van het bedrijf, tegen de voor de organisatie
meest gunstige voorwaarden.
Inkopen op verschillende niveaus:
- Strategisch: vertalen v/d organisatiestrategie naar inkoopstrategie
- Tactisch: beheersen v/e bestand van leveranciers
- Operationeel: inkopen zelf
Inkoop moet in lijn zijn met de organisatiestrategie en een bijdrage leveren aan het behalen daarvan.
1. Je kunt alleen hetgeen verkopen wat je als organisatie
zelf produceert of wat je doorverkoopt. En voor die
productie heb je spullen nodig die je weer inkoopt.
2. De inkopers van de ene organisatie zijn de klanten v/e
verkoopafdeling v/d andere organisatie: de leveranciers.
3. Zowel inkoop als verkoop moeten de externe markt
goed in de gaten houden.
Waardeketen van Porter: een organisatie kan de meerwaarde
vaststellen v/e afdeling binnen het geheel.
Onderste helft: primaire activiteiten.
Bovenste helft: secundaire activiteiten (ondersteunende
functies).
,Einddoel van een organisatie:
1. Nastreven van zoveel mogelijk winst op korte termijn
2. Het behoud van de organisatie op lange termijn
Inkoop moet streven om meerwaarde voor de eigen organisatie te creëren:
Direct; product dankzij juiste inkoop meer waard te maken
Indirect; goede faciliteiten inkopen waardoor experts goed kunnen werken
Meerwaarde is de hoeveelheid geld die de klant bereid is méér te betalen dan wat de productie heeft gekost.
Inkoopkanaal = de weg waarlangs een organisatie producten of diensten verwerft.
Een inkoopafdeling heeft twee mogelijke inkoopkanalen:
Direct kanaal: product levert direct aan inkopende organisatie zonder tussenhandel
Indirect kanaal: leverancier levert goederen via één of meer tussenstappen.
- Voordeel: hij heeft via een fijn vertakt distributienet een veel groter bereik onder potentiële afnemers
- Nadeel: elk schakel wilt beloond worden, dit maakt het duurder
- Nadeel: leverancier kan afhankelijk worden v/d tussenhandel voor zijn afzet
Distributiekanaal = de weg die een product aflegt van producent naar consument.
Welk kanaal/kanalen een inkoper gebruikt hangt af van:
- Strategie: welk kanaal past bij de strategie van de organisatie
- Beschikbaarheid v/h kanaal: directe verhoop of alleen via groothandel/agent
- Wettelijke beperkingen: distributie van medicijnen is een GDP-certificaat nodig
- Ketenmacht: als de inkoper alles via 1 bedrijf inkoopt, krijgt hij sterke positie, dit kan later tegen de
inkopende organisatie keren
- Specifieke deelmarkt: inkoper v/e ziekenhuisapotheek kan ook medicijnen kopen bij 3 gespecialiseerde
groothandels die in NL telt.
Strategisch inkoopplan: basis voor handelen, de opzet & functioneren v/e inkoopafdeling.
bedoeld om alle neuzen binnen de inkoopafdeling dezelfde kant op te laten wijzen en om een heldere visie
te ontwikkelen waarbinnen een individuele inkoper en besteller zijn werk kan verrichten. Dit inkoopplan bevat:
- Inkoopdoelstellingen afgeleid van organisatiedoelstellingen
- Hoofdlijnen v/h leveranciersmanagement
- Inkoopstrategie; beschrijving hoe inkoopdoelstellingen worden gerealiseerd
- Wijze waarop inkooporganisatie is vormgegeven
Tactisch inkoopplan: activiteiten, plannen voor de middellange termijn. Worden veelal per artikelgroep
opgesteld. Elementen zijn:
- Inrichting v/h leveranciersbestand
- Wijze waarop leveranciers worden ontwikkeld
- Hoe leveranciersprestaties worden gemeten
- Op welke wijze risico’s worden geminimaliseerd
Een ICT-systeem legt de volgende info over inkoop vast:
- Welke bestellingen geplaatst zijn bij leveranciers
- Voor welke afdelingen de bestellingen geplaatst zijn
- Welke facturen betaald zijn aan welke leveranciers voor welke kostensoorten
- Welke prestaties de leveranciers hebben geleverd
, Strategische driehoek van Van Weele:
1. Afnemers: Welke doelgroepen vormen de primaire
afnemersgroepen. De inkoper vraagt zich af hoe hij
de afnemersgroepen zo goed mogelijk kan bedienen
en daarmee het bedrijf winstgevend kan maken. Dit
sluit aan bij FM.
2. Concurrenten: Hoe succesvol zijn je concurrenten?
(Maak hierbij de vertaalslag naar de NEN 2748).
Hiermee kun je bedrijven benchmarken.
3. Leveranciers: Hoe doen de belangrijkste leveranciers
het?
De 5 omgevingskrachten van Porter:
1. Potentiële toetreders
2. Onderhandelingsmacht van kopers
3. Onderhandelingsmacht van leveranciers
4. Rivaliteit tussen concurrenten
5. Dreiging van substituten voor
producten en diensten
Porter onderscheidt 3 strategieën die een onderneming kan volgen:
1. Kostenleiderschap; goedkoopste zijn
Inkoop: zorgen dat de kostprijs van de ingekochte goederen zo
2.
Differentiatiestrategie; organisatie onderscheiden van
alle andere organisaties in de markt
Inkoper: zorgen dat unieke karakter overeind blijft
3. Focusstrategie; bijzondere marktsegment, specifieke
verlangens v/e specifieke doelgroep
Zorgen dat leverancier de focus versterken en product goed op
n.
Inkoopomzet
Inkoopaandeel = relatie tussen bedrag en de omzet = ∗100 %
Totale omzet
Dienstverlenende instellingen: tussen de 20 en 30 %
Productieondernemingen: tussen de 50 en 70 %
Handelsorganisatie: tussen de 60 en 90 %
Inkoopkosten = alle kosten die een inkoopfunctie met zich meebrengt:
DuPont-model = snel en eenvoudig inzicht krijgen in de invloed v/e kostenpost op het rendement v/e
organisatie. Hiermee kan je de opbrengst berekenen dat van elke euro die is geïnvesteerd.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper 0961714. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.