100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Strafrecht II Samenvatting €6,49
In winkelwagen

Samenvatting

Strafrecht II Samenvatting

 34 keer bekeken  3 keer verkocht

Uitgebreide samenvatting strafrecht naar de huidigste druk van het boek. Zowel voor universitaire en als hbo studenten. Met uitleg van 21 arresten.

Voorbeeld 4 van de 55  pagina's

  • Ja
  • 17 juni 2020
  • 55
  • 2019/2020
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (13)
avatar-seller
ileenkuizenga
Strafrecht II | Ileen Kuizenga (student)




Inhoudsopgave
HOOFDSTUK ÉÉN INLEIDING:.......................................................................................................................... 1
HOOFDSTUK TWEE INLEIDING MATERIEEL STRAFRECHT.................................................................................2
HOOFDSTUK DRIE OPZET EN SCHULD............................................................................................................. 4
HOOFDSTUK VIER STRAFUITSLUITINGSGRONDEN........................................................................................... 8
HOOFDSTUK VIJF POGING EN VOORBEREIDING............................................................................................ 11
HOOFDSTUK ZES DEELNEMING..................................................................................................................... 15
HOOFDSTUK ZEVEN INLEIDING STRAFPROCESRECHT....................................................................................19
HOOFDSTUK ACHT HET VOORBEREIDEND ONDERZOEK................................................................................24
HOOFDSTUK NEGEN VERVOLGING............................................................................................................... 26
HOOFDSTUK TIEN ONDERZOEK TER TERECHTZITTING...................................................................................29
HOOFDSTUK ELF HET RECHTERLIJK BESLISSINGSSCHEMA..............................................................................33
HOOFDSTUK TWAALF BEWIJSRECHT............................................................................................................ 36
HOOFDSTUK DERTIEN STRAFFEN EN MAATREGELEN....................................................................................39
HOOFDSTUK VEERTIEN RECHTSMIDDELEN................................................................................................... 44
HOOFDSTUK VIJFTIEN MENSENRECHTEN EN STRAFRECHT............................................................................48
HOOFDSTUK ZESTIEN STRAFRECHTELIJKE RECHTSVINDING...........................................................................48

Hoofdstuk één inleiding:
Overheid heeft monopolie op het straffen. Verantwoording moet afgelegd worden door
burgers aan de overheid. Die kan namens de overheid een straf opleggen.

Doel van het straffen:
- Vergelding  door leedtoevoeging wordt het kwaad dat bij de samenleving wordt
veroorzaakt, vergeldt. Het heeft een morele genoegdoening.
- Preventie  minder intuïtief aangevoeld. Mensen willen geen straf, dus zullen zij het
gedrag dat kan leiden tot de straf, proberen te voorkomen.
o Generale preventie  anderen trekken lering uit het feit dat er voor het plegen
van een feit, een strafrecht opgelegd kan worden.
o Speciale preventie  de verdachte die in aanraking is gekomen met de
gevolgen van overschrijding van de strafrechtelijke norm, zal de volgende
keer wel 2x zo goed nadenken over zo’n dergelijke actie. Het voorkomt dat er
nog een keer een strafbaar feit door die persoon wordt gepleegd.

Materieel strafrecht?  wat is een strafbaar feit. Materieelstrafrechtelijke vraagstukken
hebben betrekking op de grenzen van de strafrechtelijke aansprakelijkheid. Welk gedrag is
niet toegestaan en welke personen kunnen ervoor bestraft worden. Vindbaar in WvSr.

Formeel strafrecht?  strafprocesrecht of strafvordering. Welke regels moeten er worden
gevolgd indien er een verdenking bestaat dat iemand een strafbaar feit heeft gepleegd.
Vindbaar in WvSv. Kan evt. te vinden zijn in WvSr. Artt. 15 & 68 Sr.

, Strafrecht II | Ileen Kuizenga (student)


Sanctierecht?  heeft betrekking op de voorwaarde waaronder bepaalde straffen mogen
worden opgelegd of ten uitvoer gelegd.

Het strafrecht dat in de wetboeken (sr & sv) is opgenomen = commuun strafrecht.
Het strafrecht dat in losse wetjes (WvW, Opium, WWM) is opgenomen = bijzonder strafrecht.

Sr:
Boek 1: algemene leerstukken mbt materieel strafrecht (poging en dergelijke)
Boek 2: misdrijven
Boek 3: overtredingen

Sv:
Boek 1: algemene bepalingen
Boek 2: strafvordering in eerste aanleg
Boek 3: rechtsmiddelen


Hoofdstuk twee inleiding materieel strafrecht
- Delictsomschrijving  welk ongewenst gedrag
- Kwalificatie-aanduiding  hoe is het gedrag juridisch genoemd
- Strafbedreiging  wat voor een soort straf (art. 9 sr) en wat is t maximum.

1. Menselijke gedraging
2. Wettelijke delictsomschrijving (ter uitbreiding: poging, voorbereiding & deelneming)
3. Wederrechtelijkheid
4. Schuld (verwijtbaarheid)
Ad 1
Alleen mensen kunnen strafbare feiten plegen. De gedraging is verricht door een mens. Een
rechtspersoon kan daarentegen ook een strafbaar feit plegen. Bepaalde gedachten zijn niet
strafbaar. = een persoonlijke aangelegenheid & dus gevrijwaard van overheidsinmenging.
Zowel doen als nalaten kan strafbaar zijn.
Geen formele beletselen  Beraadslaagt de rechtbank op den grondslag der telastlegging
en naar aanleiding van het onderzoek op terechtzitting over de vraag of bewezen is dat het
feit door den verdachte is begaan.

Ad 2
Gedragingen zijn pas strafbaar op het moment dat ze in de wet terug te vinden zijn. Het is
nooit precies opgenomen. Een bepaald feit (burengerucht vb.) kan op verschillende
manieren plaatsvinden. Muziek heel hard, hond ’s nachts hard laten blaffen, etc. De DO is
veralgemeniseerd opgeschreven. De feitelijke gedraging moet een juridisch etiket krijgen.
Beantwoord de gedraging niet de DO, dan is strafbaarheid uitgesloten.
Welk strafbaar feit het bewezen verklaarde volgens de wet oplevert.
Na vaststelling van het begaan van het feit, moet worden vastgesteld welke DO van
toepassing is.

Ad 3
Het heeft verschillende betekenissen.

, Strafrecht II | Ileen Kuizenga (student)


In strijd met het recht. = schending van een norm uit het recht. Als iemand conform de wet
handelt, is er niks aan de hand. Daarom is wederrechtelijk een voorwaarde. De gedraging
van een persoon is daarom wederrechtelijk.
Als het ten laste gewezen feit bewezen is verklaard, kan de verdachte niet vrijgesproken
worden bij een strafuitsluitingsgrond. OVAR is dan de enige optie.

Ad 4
Nls strafrecht = schuldstrafrecht. Niet gestraft zonder een bepaalde mate van schuld. Deze
schuld moet opgevat worden als verwijtbaarheid.
Er is sprake van verwijtbaarheid als iemand een andere optie had dan het overtreden van de
wet. In redelijk onthouden van een strafbaar feit  moet dat doen. Verder gesproken over
verwijt.
Geen verwijt = schulduitsluitingsgrond.


Art. 1 Sr = legaliteitsbeginsel = OVAR
Zonder geschreven strafbepaling is niemand strafbaar. In het vonnis moet dus altijd
aangegeven worden waar het strafbare feit, door de verdachte is gepleegd, in de wet
strafbaar is gesteld.
Indien tussen het plegen van het feit de strafbaarheidstelling van het feit toch nog in de wet
wordt gesteld, kan de persoon die het feit gepleegd heeft, niet worden vervolgd. het moet
gaan om een feit dat AL STRAFBAAR WAS. Niet dat opeens strafbaar wordt. = verbod van
terugwerkende kracht.
Art. 1 lid 1 Sr = bewerkstelligen van de rechtszekerheid. Dit eist o.a. dat de wettelijke
strafbepalingen voldoende helder zijn. Gedrag kan daardoor dan afstembaar op zijn. Het is
echter wel onmogelijk om alle vormen van een manier van een strafbaar feiten plegen, in de
wet op te schrijven. Het is te gedetailleerd dan.
Manieren van interpretatie van de wet:
- Wetshistorische interpretatie  er wordt gekeken naar de
totstandskomingsgeschiedenis van de bepaling. Kamerstukken, memorie van
toelichting.
- Grammaticale interpretatie  er wordt naar de taalkundige betekenis van de wet
gekeken,
- Systematische interpretatie  wet wordt uitgelegd aan de hand van de systematiek
- Teleologische interpretatie  er wordt gekeken naar t doel van de wet(gever)
Vaak een combi toegepast.

Bestanddelen & elementen

Delictsomschrijving = bestanddeel (wel in de wet opgenomen)

Wederrechtelijkheid & verwijtbaarheid = element. (niet in de wet opgenomen)

Is er voldaan aan de (niet in alle gevallen is dat van toepassing i.v.m. elementen die
opgenomen kunnen worden in de DO) bestanddelen, dan hoeft er niet per se sprake te zijn
van een strafbaar feit. De elementen moeten ook aan voldaan zijn.

Wederrechtelijkheid als bestanddeel: een moeilijk geval.

Als wederrechtelijk in de DO staat, is het geen element maar een bestanddeel.
Heeft ook gevolgen voor het vierlagenmodel. Er blijven, in dit geval, nog maar drie lagen
over:
MG  DO (W)  V

, Strafrecht II | Ileen Kuizenga (student)


De vraag naar wederrechtelijkheid maakt onderdeel uit van de DO.

Verdeling van strafbare feiten onder misdrijven en overtredingen. Waarom is het onderscheid
zo belangrijk:
- De absolute competentie; welke rechter is bevoegd voor kennisneming van de zaak.
- Poging tot en medeplichtigheid aan overtredingen = niet strafbaar.
- Veel dwangmiddelen mogen alleen bij misdrijven.

Formele en materiële delicten:
Formeel: in de wet omschreven als handeling, een specifiek omschreven activiteit.
Materieel: in de wet omschreven als het veroorzaken van het gevolg die voortkomt uit een
strafbaar feit. De handeling is niet strafbaar, maar het veroorzaken van het gevolg.

Commissie- en omissie delicten.
Commissie delicten: een doen, een handelen strafbaar gesteld. Een actief handelen.
Omissie delicten: een feit, dat wordt gepleegd door een nalaten. Er moet hierbij wel duidelijk
zijn, wie had moeten handelen, omdat het gaat om een niet-handelen.
Oneigenlijk omissie delict: delict in de wet geformuleerd als commissiedelict, maar wordt
gepleegd door een nalaten.

Gekwalificeerde en geprivilegieerde delicten
DO  die voortbouwen op een ander DO.  hiervan sprake?  bijzondere strafbepaling. Er
is vaak een extra bestanddeel. Werkt vaak strafbezwarend. Dan is er sprake van een
gronddelict, met een gekwalificeerd delict. Het extra bestanddeel kan ook strafverminderend
zijn. Dan is er sprake van een gronddelict, met een geprivilegieerd delict. voorbeeld:
mishandeling, doodslag of diefstal.

Causaliteit

Causaliteit is de leer van oorzaak & gevolg.
Causaliteit is van belang bij materiële (gevolgs)delicten. Namelijk, het handelen is niet
strafbaar, het gevolg wel. Ook is het van belang bij de door het gevolg gekwalificeerde
delicten.
Bij het bepalen van causaliteit is het nog belangrijker om te beseffen dat het gaat om een ja/
nee-kwestie. Het oorzakelijk verband wordt wel of niet aangenomen.
- Conditio sine qua non: indien bij het ontbreken van een schakel in de reeks der
gebeurtenissen het gevolg zou zijn uitgebleven, deze schakel kennelijk onmisbaar is
en derhalve als oorzaak aan te wijzen is. nadeel: oorzakelijkheid wordt oeverloos.
- Causa-proximaleer. Hierbij wordt uitgegaan dat de oorzakelijke factor die het dichtst
bij het gevolg ligt, in juridisch opzicht als de oorzaak moet gelden.
- Voorzienbaarheidsleer: nadruk ligt op de handeling waarvan kan worden gezegd dat
deze een gevolg heeft dat naar algemene ervaringsregels redelijkerwijs voorzienbaar
was. Typische gevolgen van een bepaald handelen.
- Redelijkheidsbenadering / redelijke toerekening. Redelijk vaag, want wanneer is iets
nou redelijk.

Hoofdstuk drie opzet en schuld
Opzettelijk handelen betekent willens en wetens handelen. De dader die opzettelijk
handelt, weet waar hij mee bezig is, en wil het ook doen. Opzet kent graduele verschillen.
Wordt er opzet vereist, maakt niet uit welke opzet dat is.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ileenkuizenga. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 47561 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,49  3x  verkocht
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd