HUISVESTING KORTE
SAMENVATTING
Hoofdstuk 1
Huisvesting = strategisch goed door: kosten, complexiteit, risico’s.
Huisvesting strategisch bedrijfsmiddel door: bijdrage uitvoeren van organisatiestrat. kapitaal-intensief
karakter, HUV-beslissingen lange planningshorizon.
Allignment = afstemmen HUV-strat. op organisatiestrat.
HUV-prestaties: functioneel, esthetisch, technisch, financieel-economisch.
Benchmarks = kengetallen gebaseerd op prestaties binnen peergroup van vergelijkbare organisaties.
Rentabiliteit totaal vermogen = bedrijfsresultaat aan totaal gem. geïnvesteerd vermogen.
DuPont schema: HUV bijdragen langs 3 wegen aan winstgevendheid.
HUV opbrengsten.
- Direct: verkoop/verhuur van vastgoed/ruimte
- Indirect: verhoging arbeidsproductiviteit, ondersteuning marketingdoelen.
HUV kosten.
- Direct: Huur-servicekosten, rente, aflossing etc.
- Indirect: efficiency primair proces reduceren ziekteverzuim, personeelsinzet
Vastgoedratio = totale boekwaarde: totale activa
Rentabiliteit = winstgevendheid
Solvabiliteit = eigen vermogen: vreemd vermogen
Liquiditeit = kortlopende schulden
Sale-and-leaseback = verkopen en terug huren
Boekwaarde < marktwaarde = still reserve.
, Hoofdstuk 2
Strat. management = ontwikkelingen en implementatie van de strategische koers
Bedrijfsmiddelen = arbeid, kapitaal, technologie, kennis
HUV-portefeuille = huisvestingscomponenten = locatie, gebouw, financieringsconstructies.
Technische levensduur = slijtage, veroudering
Functionele levensduur = functionele prestaties
Economische levensduur = wanneer het moet worden vervangen
Operational asset = ondersteunt gebruikers in activiteiten
Financial asset = beslag op vermogen en effect op inkomsten en kosten
Physical asset = geografisch
Stakeholders
1. Gebruikers van HUV structureel (medewerkers), incidenteel (klanten/bezoekers) maslow.
2. Financiers van organisatie eigenaren/aandeelhouders (= commercieel bedrijf), publieke
(banken)/ private instanties (non-profit)
3. Actoren in omgeving niet gebruik maken maar wel invloed willen.
HUV-management = belangen van de huurder c.q. gebruiker
VAST-management = belangen v/d gebruiker c.q. huurder
Spelers bij ontwikkeling en implementatie:
1. Beslissers binnen organisatie centrale topmanagement, grote organisatieonderdelen, kleine “”
2. HUV-managers deskundigen vastgoed/facilities die sturing geven
3. Overige actoren architecten, aannemers, adviseurs
, Hoofdstuk 3
HUV zonder structurele/prof. Aandacht ad-hocbeslissingen suboptimale oplos. niet
toekomstbestendig en grote risico’s.
Bestuurd systeem = HUV-portfo. + facilitaire componenten + vastgoedcomponenten
Besturend orgaarn = geheel beslissers, HUV-profs en overige actoren
5 voorwaarden effectieve besturing, besturend orgaan heeft te maken met:
1. Kent doelstelling van bestuurd systeem
2. Beschikt over model van “..”
3. Info over omgeving,toestand van “..” dashboard (grafisch overzicht belangrijkste HUV-prestaties)
4. Voldoende stuurmaatregelen van “…”
5. Voldoende info verwerkende capaciteit van “..”
Waardetoevoeging d.m.v. HUV:
1. Strategie ontwikkelen richten, vertalen organ.strat. naar HUV-strat.
2. Muteren verrichten, implementeren HUV-strat in projecten/programma’s
3. Exploiteren verrichten, monitoren/bijsturen exploitatie in lijn met HUV-strat.
4. HUV-management organiseren inrichten, ontwerpen/professionaliseren van organisatie.
Strategisch = bezig houden met koers
Tactisch = opstellen, uitvoeren MJP
Operationeel = aansturing dagelijkse activiteiten
CREM = corporate real estate management = optimaal benutten gebouw, financieringsvormen en locatie.
Realiseren toegevoegde waarde, HUV als ondersteunend bedrijfsmiddel.
FM = ondersteunen van gebruikers en hun activiteiten en processen, facilitaire diensten en gebruikers.
Problemen focus te sterk op hoofdprocessen:
1. Strategievorming: weinig draagvlak nieuwe plannen
2. Mutaties: goede projecten?
3. Exploitatie: doorlopende kleine ad-hocaanpassingen
4. Organisatie v. HUV-manag: tijd en energie ten koste van primair proces