Gedrag in organisatie
College 1; Introductie
Leerdoelen
1. Je weet wat psychologie is en hoe dit zich ontwikkeld heeft
2. Je weet wat sociale psychologie is en hoe dit zich ontwikkeld heeft
3. Je weet wat sociologie is en hoe zich dit ontwikkeld heeft
4. Je kunt de overeenkomsten en verschillen tussen de verschillende vakgebieden
benoemen
5. Je weet wat het belang is van deze vakgebieden voor het werk van de PBM-er
Inhoud
Psychologie en sociologie hebben enkele overeenkomsten:
- Ze houden zich beide bezig met het gedrag van mensen.
- Ze doen dit met een wetenschappelijke methode, het zijn sociale wetenschappen
- Beide wetenschappen willen:
o Gedrag beschrijven
o Gedrag verklaren (a.d.h.v. theorie)
o Gedrag beïnvloeden
Verschillende tussen die drie gebieden:
- Psychologie is de wetenschap die zich bezighoudt met het gedrag van de mens als
individu
- Sociale psychologie bestudeert de wisselwerking tussen het individu en diens sociale
omgeving
- Sociologie richt zich op het bestuderen van menselijk gedrag binnen bepaalde
gemeenschappen of samenlevingsverbanden
Oftewel het gedrag staat centraal, maar het analyseniveau verschilt. Neem bijv.
ziekteverzuim, wanneer meldt een individu zich ziek?
Wat is de houding van een bedrijfstak ten opzichte van ziekmeldingen?
Waardoor is het ziekteverzuim in België hoger/lager dan in Nederland?
Geschiedenis en ontwikkeling
Galileo Galilei en Copernicus (ca. 1500)
Tot de ontdekkingen van Galileo Galilei en Copernicus (ca. 1500) was men van mening dat
de mens het centrale punt was in het universum. De mens was de ultieme schepping van God
en de rest van het universum draaide om ons. Na de ontdekkingen van Galileo Galilei en
Copernicus bleek dat de mens niet het centrale punt was en dus uiteindelijk wel de moeite
waard was om studies naartoe te gaan inrichten.
Charles Darwin (1859)
De wetten van de evolutietheorie van Charles Darwin:
- Er is een strijd om het bestaan (te veel leven)
- Binnen soorten zijn er kleine (en grote) verschillen tussen specimen
- Best aangepaste –‘fittest’- zal eerder reproduceren
- Seksuele selectie
, Michelangelo
Daadwerkelijke studies naar het brein vinden plaats vanaf ca. 1500.
De renaissance heeft voornamelijk bijgedragen aan de start van
deze studies naar de mens en zijn/haar ontwikkeling. De basis
hiervoor is volgens enkele onderzoekers gelegd door Michelangelo
met zijn schilderij Sixtijnse Kapel. Waarin god het brein/het leven
doorgeeft aan Jezus. De rode keep om God heen insinueert de hersenen met de hersenstam.
Pierre Paul Broca (1870)
Pierre Paul Broca stond bekend middels zijn studie naar taalcentra. Op welk gebied van de
hersenen wordt taal geproduceerd, het gebied van Broca.
Wilhelm Wundt (1876)
De grondlegger van de (moderne) psychologie is Wilhelm Wundt. Hij deed een experimenteel
onderzoek naar de psyche (introspectie), wat een onderzoek naar sensatie en gevoelens
impliceert. Vanaf dit moment zijn er verschillende afscheidingen gekomen binnen de
psychologie die zich op verschillende gebieden focussen.
Thema’s al bij oude Grieken. Bijv. Socrates (leren), Hippocrates (persoonlijkheid) en Plato
(samenlevingsvormen)
Samengevat
• Psychologie probeert menselijk gedrag te begrijpen, verklaren en voorspellen, kijkt
met name naar het individu
• Sociologie wil hetzelfde, maar kijkt met name naar de groep/ samenleving
• Sociale psychologie kijkt naar functioneren van het individu in relatie tot de groep
Voorbeelden in de toepassing in:
- Psychologie:
o Testen en selecteren
o Begeleiding (bijv. topsporters, managers)
o Onderzoek naar waarneming
o Therapieën
- Sociale psychologie
o Aanpassingen in groep, groepsdynamiek
o Patronen van communicatie
o Leiderschapsstijlen
o Interpersoonlijke aantrekkingskracht
- Sociologie
o Doorstroom kinderen in onderwijs met verschillende sociaaleconomische
achtergrond
o Houding vakbeweging t.o.v. werkgevers
o Factoren die leiden tot sociale ongelijkheid
, College 2; Individu en motivatie (hoofdstuk 1 en 2 (paragraaf 2.4 t/m
2.7)
Leerdoelen
1. Je weet wat motivatie is en hoe deze ontstaat;
2. Je kunt de belangrijkste stromingen naar motivatie-onderzoek benoemen en welke
uitgangspunten deze kennen;
3. Je kent de belangrijkste theorieën binnen deze stromingen;
4. Je weet welke factoren medewerkers motiveren of juist in hun motivatie belemmeren;
5. Je weet op welke manier je de motivatie van medewerkers kunt verhogen.
Inhoud
Motivatie: datgene wat een individu tot een bepaald gedrag drijft.
- Intrinsieke motivatie à vanuit de persoon, interne krachten
- Extrinsieke motivatie à vanuit de situatie, externe krachten
Tussen deze twee vormen van motivatie vindt een wisselwerking plaats. Veelal is er bij
handelingen die de mens doet zowel sprake van intrinsieke als extrinsieke motivatie.
Interne krachten
Moderne psychologen hebben de gewoonte om interne krachten behoeften te noemen. Er zijn
verschillende theorieën over behoeften, namelijk Maslow, Alderfer en Mc Clelland.
- Theorie van Maslow
Maslow gaat ervan uit dat aan het gedrag van alle mensen een vijftal behoeften ten grondslag
ligt, namelijk:
1. Fysiologische behoeften à hierbij gaat het om de behoefte
aan zaken die nodig zijn om in leven te blijven.
2. Veiligheidsbehoeften à hierbij gaat het om de behoefte aan
veiligheid, zekerheid en bescherming
3. Sociale behoeften à hierbij gaat het om de behoefte aan
sociaal contact, aan vriendschap, liefde en ergens bij horen
4. Erkenningsbehoeften à hierbij gaat het om de behoefte aan
waardering en respect door anderen, aan achting en status
5. Zelfactualiseringsbehoeften à hierbij gaat het om de
behoefte aan kennis, waarheid en wijsheid om tot
zelfontplooiing of persoonlijke groei te komen
Aan Maslows theorie liggen twee uitgangspunten ten grondslag:
1. Deprivatie van behoeften leidt tot activatie. Wanneer er sprake is van een tekort
(deprivatie), een onbevredigde behoefte, zal de mens in beweging komen (activatie).
2. Behoeften zijn hiërarchisch geordend. Maslows is van mening dat er een vaste
ordening is in behoeften. Deze ordening is bij alle mensen hetzelfde.
In beweging komen vanuit een tekort (deprivatie) gaat op voor de eerste vier behoeften,
daarom worden die ook wel deficiëntiebehoeften genoemd. Dat is niet het geval bij de laatste
behoefte, de zelfactualiseringsbehoefte. Deze is fundamenteel van andere aard.
LET OP! Veel kritiek op dit model, gedateerd!
- Theorie van Alderfer
Volgens Alderfer zijn er drie soorten behoeften. Deze zijn beschreven in zijn ERG- theorie,
namelijk:
1. Existentiële behoeften à Dit is de behoefte aan materiële zekerheid. De behoeften
aan goede werkomstandigheden en een vast salaris vallen hier ook onder. De
existentiële behoeften zijn vergelijkbaar met Maslows fysiologische behoeften en
veiligheidsbehoeften.
2. Relationele behoeften à Dit is de behoefte aan goede relaties met andere mensen, en
aan liefde en vriendschap. De relationele behoeften zijn te vergelijken met Maslows
sociale behoeften en erkenningsbehoeften.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper DaanZenden. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.