JACKSON ET AL.
Terrorisme
- Subjectiviteit van terrorisme: “one’s terrorist can be someone else his freedom fighter”
- Definitie van terrorisme volgens Jackson
- Hoger politiek doel (niet crimineel of psychotisch)
- Gevoelens van angst creëren is deel van strategie (politieke communicatie, symbolisch)
- Slachtoffer van geweld is niet het doel, maar de boodschap (instrumenteel geweld)
- Definitie van terrorisme is ingewikkeld vanwege subjectiviteit, vooroordelen en misbruik
- Negatieve connotatie
- Overmatig gebruik (om vijanden negatief weg te zetten)
- Inherent subjectief (vrijheidsstrijder of terrorist)
- Betekenis verandert afhankelijk van tijd en context
- Moeilijk om universele definitie te vinden, maar wel belangrijk:
- Academische redenen (beter begrijpen, verklaren en voorspellen)
- Beleidsredenen (alleen dan kan je het goed aanpakken, betere beveiliging)
- Politieke redenen (terrorisme manipuleren als instrument van propaganda)
- Vaste definitie is gericht op korte termijn (problem-solving), beter gebruik maken van
beschrijving en neutralere term: ‘politiek geweld’
- Definitie = plaatsen in een box met grenzen eromheen (objectieve waarheid)
- Beschrijving = interpretatie met complexiteit van het fenomeen (tijd en context gerelateerd)
- Denkt net zoals Ganor dat een organisatie verschillende tactieken heeft, sommige zijn
terroristisch en sommige niet, conclusie: terroristische organisaties bestaan eigenlijk niet
- Staatsterrorisme is mogelijk
- Terrorisme is een sociaal construct (geweld bepaald door complexe sociale/politieke praktijken)
- Objectieve kennis over terrorisme bestaat niet, er is altijd een ideologie, ethische of politieke
dimensie gelinkt aan het onderzoeksproces
- Social movement theory = analyse van gedrag als uitkomst van interactie tussen vier factoren
- Lange termijn socio-economische processen (bv urbanisatie)
- Veranderingen in politieke structuur (bv van autocratie naar democratie)
- Interne movement dynamics (verandering in structuur van leiderschap)
- Movement framing (hoe de beweging het conflict en tegenstanders interpreteert)
- Objectieve manier van meten van sociale dreigingen
- Statistieken van falen (doden van terrorisme vergelijken met doden van andere zaken)
- Combineren van statistische data met analyse van gedragspatronen en menselijkheid
- Precautionary principle (zoals werken met klimaatverandering, toekomst voorspellen)
- Kans dat iemand dood gaat door terrorisme in het Westen is heel klein, angst is heel groot
- Angst is groot omdat het oncontroleerbaar is (geen grip)
- Beeldvorming in de media vergroot de angst
- Angstcultuur in deze generatie (verergerd door media, politici en academici)
- Gevolgen van angst en dominante beeld is depolitisering
- Gigantische investeringen in contraterreur maatregelen
- War on Terror (kosten hoger dan baten: contraproductief)
- Burgerlijke vrijheden ingeperkt (weinig informatie over mensen)
- Terreurlijsten van organisaties en personen
- Alternatieve benaderingen in een alternatief beeld
- Publiek geruststellen over dreiging (dreiging is kleiner dan je denkt)
- Kijken naar lokale context en terroristen integreren (inclusie)
- Strafrechtelijke route
- Amnestieregeling voor wie geweld opgeven
- Public diplomacy (helpende hand, polarisatie tegengaan, samenwerken)
- Onderhandelen en dialoog aangaan (Powell)
- Oorzaken aanpakken (preventie) via politieke en sociale hervormingen (Al Olaimy)
- De-exceptionalisering van terrorisme als vorm van politiek geweld (niet apart veld)
- Overheid, politici, militairen, beveiligingsservices, media, entertainment en wetenschappers
hebben baat bij de angst voor terrorisme
- Psychology of terrorism = mensen zijn meer bang voor terrorisme dan voor andere risico’s
terwijl de kans veel groter is om daaraan dood te gaan
- Rogue state = land dat zich buiten de internationale verdragen stelt en zich in de internationale
politiek ‘onfatsoenlijk’ gedraagt (schurkenstaat)
,Dominante discours en kritische benadering
- Dominante discours = verhaal over hoe de wereld in elkaar zit of in elkaar moet zitten (gangbare
mening zoals die leet in de politiek en media en onder de bevolking (verandert over tijd)
- Dominante discours: terrorisme is permanente existentiële bedreiging voor het Westen
- Invisible college (epistemic community) = groep wetenschappers in terrorismestudies
- Kritiek van wetenschappers op orthodoxe benadering op:
- Definitie (objectief en niet-statelijk ipv strategisch politiek geweld van elke actor)
- Methode (alleen secundaire data)
- Politiek van terrorisme onderzoek (vooroordelen, focus op vijand van het Westen)
- Impact van War on Terror (anti-terrorisme wetgeving)
- Kritische benadering kijkt naar oorzaken van terrorisme
- Macro/systematisch niveau (causale link tussen geweld en structurele factoren)
- Politiek, socio-economisch, cultureel-sociaal, geografisch
- Micro/individueel niveau (focus op individu, geloofssysteem en psychologische staat)
- Meso/organisatie niveau (focus op groepen en organisatorische dynamieken)
- Emancipatie (kritische benadering) = construeren van structuren, bevrijden van individuen van
structurele beperkingen en de democratie van de publieke sfeer
- Ontwikkelingen van de kritische benadering
- Verbreden van studie naar terrorisme (bredere context, oorzaken bekijken)
- Terrorisme onderzoek verdiepen (onderliggende interesses en handelingen)
- Meer systematisch onderzoek (naar oorzaken en consequenties)
- Breder maken van onderzoeksagenda (sociale en historische context)
- Geslacht serieus nemen (rol van vrouwen)
- Eurocentrische en Westelijke staat-oriëntatie aangepakt worden
- Ethiek, impact en effectiviteit van verschillende perspectieven analyseren
- Agential approach = mensen zijn autonoom, rationeel, maar zijn ook beïnvloed door emoties,
culturele waarden en normen (kijken naar context)
Orthodoxe benadering (dominant beeld) Kritische benadering (werkelijkheid)
Ontologie: stabiel, objectief en wetenschappelijk Ontologie: sociaal construct, veranderlijk, subjectief
Epistemologie: kennis stabiel Epistemologie: kennis niet zonder machtsstructuren
vergaard (kennis is onstabiel)
Normatief/ethisch: behouden status quo (probleem- Normatief/ethisch: status quo ter discussie
oplossende oriëntatie) (counter-hegemonic), kijken naar eigen samenleving
Prioriteit bij nationale veiligheid (terrorisme is ‘evil’) Prioriteit bij individu of veiligheid van samenleving
Positivisme (objectief en waarde-vrije wereld) Terrorisme onderzoek in bredere context (oorzaken)
Niet-statelijk terrorisme (geen staatsterrorisme) Staatsterrorisme is mogelijk (tactiek/strategie)
Terrorisme is existentiële bedreiging (voor Westen) Sceptisch tegenover kennis en dominante beeld
die buitengewone maatregelen rechtvaardigt (belang van reflexiviteit), dreiging is klein
Terroristen irrationeel en zonder politieke agenda Terrorist is geen identiteit, maar deel van gedrag
Alleen te bestrijden met geweld, alle terroristen Vraagtekens achter categorieën (categoriseren
hetzelfde, ‘wij’ hebben geen rol in oorzaken bruikbaar als lokale context wordt bekeken)
Secundaire data (omdat terroristen irrationeel zijn) Primaire data gebruiken en kijken naar context
Vier golfen van Rapoport (‘new terrorism’) Niet symptoombestrijding (contraproductief)
Categoriseren
- Labelen en categoriseren van terrorisme (typologie van Jackson)
- Internationaal vs binnenlands terrorisme
- Actor-based categories (statelijk vs niet-statelijk en individueel vs groep)
- Method-based categories (wapens, cyber, zelfmoord)
, - Ideological categories (links/revolutionair, rechts, nationalistisch, religieus, eco)
- Overige (crimineel, narco bij drugshandel, oud/nieuw terrorisme van Rapoport)
- Problemen bij categoriseren
- Essentialisme, homogeniteit en universalisme (geen context, niet kijken naar verschillen)
- Implicatie van causaliteit (te snel conclusies trekken zonder empirisch bewijs)
- Problemen met empirische verificatie (groepen kunnen vaak in meerdere categorieën)
- Problemen rond kennis en macht (nooit objectief/neutraal, product van machtsstructuur)
Mythes van Jackson
- Armoede zorgt voor terrorisme (vaak juist uit middenklasse en goed geschoold)
- Psychologische stoornis zorgt voor terrorisme (vaak niet psychisch gestoord)
- Religie is voornaamste oorzaak van terrorisme (geloof is niet per se oorzaak)
- Geen empirisch bewijs voor, maar vormen dominante discours, werkelijkheid is anders (ook
kijken naar politieke grieven, lokale context, samenspel van micro- en macro factoren individu)
Rol van media
- The oxygen of publicity = publiciteit in de media is zuurstof voor terrorisme om te overleven
- Rol van media dat het dominante discours zo dominant maakt, 5 delen in het proces:
- Selectie (keuze wat wij krijgen te zien door cameraman/journalist/etc.)
- Accenten leggen (invalshoeken waarop iets wordt verteld)
- Bevestiging door experts (voor alles zijn experts en academici)
- Resonantie (je hoort iets en het resoneert bij wat je ziet en waarneemt, overeenkomend)
- Herhaling (steeds dezelfde verhalen, grote verhaal is eenduidig)
- Het nieuws is nooit een neutrale en objectieve weergave van een gebeurtenis
- “Mass media is primary vehicle through which the public has come to know and fear terrorism”
- News frames = begrippen en concepten die journalisten gebruiken om het publiek te helpen
om een bepaalde gebeurtenis beter te begrijpen om het in bredere (historische/sociale/
politieke) context te plaatsen (uiting van het dominante discours)
- Dominante discours is enige waarheid, noodzaakt en rechtvaardigt beleid, invloed op sociale en
nationale identiteit (polarisatie, nadruk op tegenstellingen), dient belangen elite/machthebbers
Staatsterrorisme als concept
- Staatsterrorisme = opzettelijk gebruiken van of bedreigen te gebruiken van geweld door
overheidsagenten of hun proxies tegen individuen of groepen met als doel intimideren of bang
maken van een groter publiek (instrumenteel geweld)
- Actoren: staten met politieke strategie (human agents)
- Officiële representatieve individuen of groepen
- Niet-officiële mensen die wel approval hebben gekregen
- Geprivatiseerde individuen of groepen
- Types: beperkt staatsterrorisme of governance-based ‘wholesale’ staatsterrorisme
- Direct (officials) vs indirect (ingehuurden, surrogate state terrorism)
- Nationaal vs internationaal
- Overt (openlijk) vs covert (niet openlijk, huurlingen)
- Bedenkingen van terrorisme wetenschappers tegenover het concept staatsterrorisme
- Staten legitiem recht om geweld te gebruiken (reden dat het geen terrorisme is)?
- Slachtoffers van staatsgeweld zijn niet willekeurig?
- Statelijke agenten zoeken geen publiciteit, maar doen het in het geheim?
- Wat staatsterrorisme wordt genoemd is gedekt in andere woorden en wetgeving?
- Staatsterrorisme zou anders zijn dan niet-statelijk terrorisme (niet waar)
- Door staatsterrorisme te accepteren wordt het veld te breed (niet waar)
- Staatsterrorisme is serieuzer probleem dan niet-statelijk terrorisme (dwangmatigere bronnen)
- Door het niet te onderzoeken hebben ze meer macht, geen kritiek en anti-terrorisme wetgeving
- Expected utility model (Duvall en Stohl) = staten gebruiken terrorisme onder twee condities
- Wanneer ze calculeren dat hun doel meer effectiviteit behaald dan ander beleid
- Wanneer ze denken dat de kosten lager zijn dan met ander beleid
- Staat maakt keuzes volgens Ted Gurr door: situationele condities (bronnen), structurele
condities (positie) en dispositionele variabelen (factoren effect op oriëntatie)
- Consequenties van staatsterrorisme volgens kritische wetenschappers (Jackson et al.)
- Normatief: staten verantwoordelijk houden voor hun daden
- Analytisch: terrorisme is vaak staatsterrorisme (puurste vorm), weinig onderzoek erover