Dit is een samenvatting van alle hoorcolleges en werkcolleges van het vak Perspectief en diversiteit in Nederlandstalige discoursen van de masteropleiding Interculturele Communicatie aan de Universiteit Utrecht. Mochten er vragen zijn, dan hoor ik het graag! Veel succes met je studie!
Samenvatting werkcolleges Perspectief en diversiteit in
Nederlandstalige discoursen
Week 1: Introductie op perspectief
Ehlich (2010)
Kern
Ehlich bespreekt de verbondenheid van de ontwikkeling van Europese talen,
literaturen en culturen. Hij gaat hierbij terug naar de vijftiende en zestiende
eeuw. Als we het over talen hebben zoals het Nederlands, dan bekijken we dit
vanuit het hedendaags perspectief op talen, denk aan woordenboeken en
grammatica’s. Er is een blinde vlek voor transnationaliteit waar Ehlich op
ingaat: vele talen beschikken over taalnormerende instellingen. Een synchrone
taalsituatie, bepaald door geschiedenis, bepaalt het beeld van deze talen.
De Europese talige constellatie in de Nieuwe Tijd
De transformatie van de middeleeuwse culturen hing mede samen met de
koloniale expansie sinds het einde van de vijftiende eeuw. De positie van het
Latijn als eenheidstaal voor religie, bestuur en economie veranderde. De
veranderingen hadden als resultaat dat in de Nieuwe Tijd verscheidene Europese
regio’s van eigen talen werden voorzien voor communicatieve domeinen. Deze
talen kwamen voort uit de plaatselijke ‘volkstalen’. Zo ontstond uit het dialetto
volgare in Toscane het Italiaans. Koloniale expansie van verschillende Gouden
Eeuwen (in Spanje en Nederland) versterkten de positie van de nieuwe
standaardtalen. De ontwikkeling van het Nederlands als standaardtaal in de
onafhankelijke Republiek der Zeven Provinciën is exemplarisch voor deze
Europese ontwikkeling.
Het belang van taal voor het ‘Project Natie’
De vernietiging van de macht van de vorsten vereiste nieuwe vormen van
gemeenschappelijke identiteitsconstructies. Men vond de nieuwe identiteit onder
meer in talen. Project natie (geboorte van het woord natiestaat: één volk voor
één staat) ontstond in heel Europa. Taal kreeg voor het ‘Project Natie’ een
fundamentele betekenis: gemeenschappelijke taal is een verbindend principe dat
zorgt voor natievorming. De natievorming gebruikte taal als hét middel om een
nieuwe legitimiteit te funderen.
Fases in de expansie van het moderne Europese denken over taal in de
context van het kolonialisme
De onderwerping van de wereld aan de Europese hegemonie (heerschappij)
hadden directe gevolgen voor de talen die op bestuursniveau in de veroverde
gebieden werden gesproken. Daarbij kunnen drie fases onderscheiden worden:
1. De taal van de kolonisator wordt gebruikt. De plaatselijk gesproken talen
verloren hun praktische betekenis en er ontwikkelden zich pidgintalen en
creooltalen.
, Pidgintaal = het product van een meertalige situatie waarin mensen
die met elkaar willen communiceren een simpele taalsysteem moeten
vinden of improviseren om dat voor elkaar te krijgen.
Creooltaal = een pidgin dat de eerste taal is geworden van een
nieuwe generatie sprekers. Deze taal is ontstaan uit een contactsituatie
waar veel verschillende talen bij elkaar kwamen.
2. De talen van de koloniale machthebbers in de gekoloniseerde gebieden
worden op brede schaal overgenomen.
3. De taal van de kolonisator wordt opnieuw gebruikt, maar nu in het
dekolonisatieproces.
De vertraagde ondergang van het nationale paradigma en de gevolgen
voor talen
In het algemeen neemt taal ook bij de nieuwe natievorming een centrale positie
in bij de constructie van een gemeenschappelijk identiteit.
De positie van het Engels wordt op verschillende manieren taalideologisch
omarmd. Het kent echter ook interne tegenstrijdigheden:
Het is de nationale standaardtaal van de hegemoniale macht van de VS die
echter in het eigen land onder druk staat door de opkomst van het Spaans.
Het is de nationale taal van Groot-Brittannië en van de Gemenebest,
waarbinnen het als taal van de voormalige Britse koloniale mogendheid
werd verspreid.
Het Engels wordt tegenwoordig gepropageerd als quasi universeel medium
voor steeds meer communicatieve domeinen.
De rol van nationale filologieën in het ‘Project Natie’ in taal, literatuur
en cultuur
De koppeling van de nationale filologieën aan de nationaliseringsprocessen
bepaalde in hoge mate het zelfbeeld van deze wetenschappen en doet dat tot op
de dag van vandaag.
Filologie = alles wat wij als normaal accepteren. Taal- en letterkunde die je in
één studie stopt en als unit gaat bestuderen. Dit is een product van de
negentiende eeuw. Men had behoefte aan een gemeenschappelijk taal en een
besef van cultural memory (cultureel erfgoed). Iedereen gaat op zoek naar het
exceptioneel eigen.
De uitdagingen voor de postnationale constellatie
Het ontwikkelen van nieuwe taalconcepten (zoals lingua receptiva) heeft
betrekking op de drie centrale dimensies van talige communicatie:
1. De teleologische dimensie = de doelgerichtheid van communicatie.
2. De gnoseologische dimensie = de kennisstructurerende dimensie.
3. De communautaire dimensie = de identiteitsvormende dimensie.
Fremdverstehen = het verstaan en begrijpen van tegelijkertijd de vreemdeling
en het vreemde. Dit Duitse woord heeft geen exact Nederlands equivalent. Een
,uitwerking van dit woord is mogelijk als de basisbegrippen van de hermeneutiek
(de kunst waarmee je teksten interpreteert en begrijpt) voor talen, literatuur en
cultuur wordt gebruikt. Bij het leren van vreemde talen merkt men wat ‘vreemd’
betekent, en men leert wat het verstaan en begrijpen van het vreemde en van
vreemdelingen inhoudt.
Bildung (vorming) en Europese talenpolitiek
De nieuwe oriëntatie moet taalvorming zien als onderdeel van een nieuwe
conceptie van maatschappelijke vorming (Bildung). Hierin heeft het individu een
autonomie waarin hij/zij zijn eigen beperkingen kent en zichzelf niet overschat.
Met de vraag welke taal men spreekt, wordt exemplarisch de erkenning van de
Ander en daarmee van het Eigene mogelijk gemaakt. Dat betekent dat aan een
taal en taalvorming nieuwe waarden moeten worden toegekend. Deze waarden
worden onder meer ontwikkeld in een:
1. Antropologie van de meertaligheid = verwerpt het idee dat de mens
uit antropologische overwegingen ééntalig zou zijn en dat meertalige
ontwikkelingen in strijd zouden zijn met de wezenskenmerken van de
mens.
2. Talige discursieve ethiek = levert de morele kaders waarmee
verschillende groepen communicatieve mogelijkheden kunnen
ontwikkelen, zodat zij communicatieve oplossingen kunnen hanteren en
geen beroep hoeven te doen op materieel geweld.
Deze concepten bieden de kans het eeuwenoude mechanisme van de
eliminering van de Ander achter ons te laten.
Transnationaliteit
Natieoverstijgend; voorbij de naties. Een verandering van perspectief: het
conceptualiseren van taal, literatuur en cultuur vanuit het perspectief van de
vreemdheid. Literatuur is bijvoorbeeld in dit perspectief een uiting van een
grotere transnationale culturele stroming in plaats van dat het natie-gebonden is.
Transnationale taal-, literatuur-, en cultuurwetenschappen vervangen niet
eenvoudig hun op nationaliteit gebaseerde voorgangers, maar ontstaan in en
door een constructieve onderlinge uitwisseling. Transnationale wetenschappen
leveren een actieve bijdrage aan de theorie en de praktijk van interculturaliteit.
VB: Van Gogh is een Nederlandse kunstenaar, maar wat is er eigenlijk nog
Nederlands aan hem naast het feit dat Nederland zijn geboorteland is?
Graumann (1992)
The Problem and Concept of Perspectivity
Het doel van deze auteur en dit onderzoek is om perspectieven van alledaagse
praktijken theoretisch en empirisch te reconstrueren. Hierbij lag de focus op het
probleem van linguïstische manifestatie van perspectieven. De productie van
videokenmerken zijn geanalyseerd vanuit het perspectief van de hoofdrolspeler
of de tegenspeler. In een serie van experimenten zijn de volgende aspecten
onderzocht:
, 1. De veronderstelde perspectief-specifieke variatie in de beschrijving van
het onderwerp in een aflevering.
2. De veronderstelde lange termijn geheugeneffect van een genomen
perspectief.
3. De effecten van een perspectieve set in linguïstische zin (tekstperspectief).
4. De effecten van een gebruikelijk (bijv. professioneel) vs. een situationele
(vb. experimenteel) perspectief op taalproductie.
Het vertrekpunt van dit onderzoek is sociale interactie. In traditionele modellen
wordt ervanuit gegaan dat persoon A en B over X communiceren, maar niet
spreken, zoals in Newcombs en Bühlers model (taal zonder communicatie). We
hebben een combinatie van beide modellen nodig. Hierdoor kan object X van
verschillende posities worden ervaren en laat het combinatiemodel zien dat de
mate van waarin object X wordt begrepen door de ontvanger is afhankelijk van
de signs die door de zender worden gebruikt.
Perspective in the Study of Language and Cognition
Er zijn verschillende goede redenen voor een actieve relatie tussen sociale
psychologie en literatuur. Twee algemene argumenten geven een meer
specifieke kijk in narratology:
1. Men moet het verschil tussen fictie en feiten niet over-benadrukken.
Een groot deel van de sociale informatie die we ontvangen berust niet
onmiddellijk op sensorische ervaring. Het is narratief en tweedehands.
Als het klopt dat in vooroordelen en stereotypen een imagologisch
element zit, dan moet er ook een feitelijk element in onze alledaagse
oriëntatie, en vooral co-örientatie, zitten.
2. Teksten met een narratief of dramatische structuur representeren acties
en dialogen die sociale acties kunnen worden genoemd gezien het feit dat
we vaak worden gepresenteerd met twee of meer acteurs waarvan
activiteiten gerelateerd zijn (zoals liefde, jaloezie).
Uspensky maakt een onderscheid tussen vier verschillende concepties van
perspectieven:
1. Als een ideologische en evaluatieve positie.
2. Als een ruimtelijke en tijdelijke positie van degene die de beschrijving van
de gebeurtenissen produceert.
3. Met respect naar waarneembare karakteristieken.
4. In puur linguïstische zin.
Voor sociaal psychologen zijn de eerste en derde analyse belangrijk.
Referential perspective = het perspectief dat wordt gebruikt door de spreker
om een referent te identificeren.
Perspective in Language Production and Comprehension
(onafhankelijke) variabelen die helpen om een bepaald perspectief teweeg te
brengen zijn op twee niveaus te onderscheiden:
1. Macro-niveau: samenvattingen en afleveringsstructuren.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper sam-. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.