Alles wat je moet weten voor het tentamen belastingrecht 3 aan de Nyenrode Business Universiteit in het derde jaar van de bachelor, conform het onderwijsprogramma uit 2020.
College 1 en 2
Binnen- en buitenlandse belastingplicht VPB
Belastingplicht van lichamen (art. 1 Wet Vpb)
• lichaam als verzamelbegrip
Subjectieve versus objectieve belastingplicht
• wie is belastingplichtig en waarover belastingheffing?
Belastingplicht op grond van rechtsvorm (art. 2,1,a en art. 2,1,b Wet Vpb)
• NV
• BV
• open Commanditaire Vennootschap
• andere vennootschappen met een in aandelen verdeeldkapitaal (bijv. GmbH, SA, Ltd)
• Coöperatie
Vestigingsplaats: daar waar de centrale leiding is gevestigd
Belastingplichtig met gehele vermogen (art. 2,5 Wet Vpb)
Belastingplicht indien en voor zover een onderneming wordt gedreven (art. 2,1,e Wet Vpb)
• belastingplicht stichtingen en verenigingen
Concurrentiecriterium (art. 4 Wet Vpb)
• bij ontbreken van een winststreven
Belastingplicht overheidsbedrijven (art. 2,1,g Wet Vpb)
• Indirecte overheidsbedrijven ogv art. 2,1,a t/m e Wet Vpb
• Directe overheidsbedrijven: voor zover zij een onderneming drijven
→ art. 2,2 en art. 2,7 Wet Vpb: worden geacht tezamen één onderneming te drijven (één
aangifte Vpb voor de Staat en één per publiekrechtelijk rechtspersoon)
de belastingplicht overheidsbedrijven per 1-1-2016 behoeft slechts op hoofdlijnen te
worden bestudeerd!)
Belastingplicht overheidsbedrijven (art 2.1g VPB)
Vrijstellingen art 6b VPB:
− Voor academische ziekenhuizen
− Voor bekostigd onderwijs en onderzoek
Vrijstellingen art 8 e & f VPB:
− Voor overheidstaken
− Voor interne activiteiten
− Voor quasi-inbesteding
− Voor samenwerkingsverbanden
− Voor dienstverleningsovereenkomsten
,Fictieve vestigingsplaats art 2.4 VPB
In Nederland: voor een aantal rechtspersonen
Binnenlandse versus buitenlandse belastingplicht
− Al dan niet in Nederland gevestigd
− Centrale leiding is daarbij leidend
− Fictieve vestigingsplaats (2.4 VPB)
− Belastingverdragen (verdeling heffingsbevoegdheden)
Buitenlandse belastingplicht art 3 VPB
− Niet in Nederland gevestigde lichamen (vennootschappen) die hier een onderneming
drijven (filiaal/vaste inrichting)
− Beperkte belastingplicht
− Object Nederlands inkomen. (art 17.3)
Vaste inrichting 3.4 VPB
Vaste bedrijfsinrichting (filiaal, kantoor, fabriek)
→ plaats van uitvoering van een bouwwerk of constructie- of montagewerkzaamheden,
waarvan de duur de 12 maanden overschrijdt
Subjectieve vrijstellingen
− Pensioenlichamen (5.1b VPB)
− Niet zijnde de pensioen-BV van de DGA
Einde belastingplicht
− Einde inwonerschap (art 15c wet VPB)
− Ophouden belastbare winst te genieten (art 15d wet VPB)
Winst VPB
Bepaling winst VPB art 8.1 en 8.2 VPB
Grotendeels conform de winst IB
,Gemengde kosten art 8.5 VPB
− Bij een of meer werknemers in de zin van de wet LB
− 0,4% van het verzamelloon van de werknemers is niet aftrekbaar indien deze uitkomst
hoger is dan € 4.700
Beperking investeringsaftrek art 8.8 VPB
Deelneming is geen bedrijfsmiddel voor HIR art 8.13 VPB
Aftrekbaar volgens art 9 VPB:
− Uitkering ter zake van verrichte arbeid art 9.1a VPB → jaar van aftrek
− Uitkering ter zake van licenties e.d. art 9.1b VPB → mits niet aan aandeelhouder als
zodanig
− Oprichtingskosten en kosten wijziging kapitaal art 9.1d VPB → ineens of afschrijven
− Winstaandeel van de beherende vennoot art 9.1e VPB
Niet aftrekbaar volgens art 10 VPB:
− Uitdeling art 10a wet VPB. Voorwaarden voor een uitdeling:
o Een bevoordeling van of via de aandeelhouder
o Verarming van de vennootschap
o Aanwezigheid van winstcapaciteit
o (dubbele) bewustheid
− Vergoedingen voor kapitaalverstekkingen (10.1c VPB)
− Vennootschapsbelasting en dividendbelasting (10.1e en 10.1f VPB)
− Rente op hybride lening (10.1d VPB)
− De meer in aanmerking te nemen gebruikelijk loon (art 10.1g VPB)
− Uitreiking aandelen/opties (art 10.1j VPB)
Geen aftrek van bovenmatige kosten tbv aandeelhouder
Hoge Raad BNB 2002/290
− Door vennootschap gemaakte kosten
− Ontberen slechts dan een zakelijk karakter
− Indien en voor zover zij zijn gegaan
− Ter bevrediging van de persoonlijke behoeften van de aandeelhouder (uitgaven dus
alleen dan niet aftrekbaar indien ze aan deze criteria voldoen of op grond van de wet
niet in aftrek komen)
Inbreng en onttrekking van actva door aandeelhouder
− Steeds correctie naar waarde economisch verkeer
− Mits (objectieve) bewustheid van waardeverschil
Bevoordeling door aandeelhoudersoptreden
− uitgangspunt is de evenwichtsgedachte (kostenarresten)
− niet aftrekbaar als prestatie (in de IB) niet belastbaar is, maar wel geweest zou zijn als
− daadwerkelijk in rekening gebracht
− bij terbeschikkingstelling (art. 3.92 Wet IB) is veelal de werkelijke waarde aftrekbaar
− bij inbreng van zaken uit privé altijd activeren (en afschrijven)
, Onzakelijke bevoordelingen in kostensfeer dochtermij door moedermij
Correctieboeking:
• bij moeder:
deelneming dochter xx
@ (gemiste) opbrengst xx
• bij dochter:
kosten xx
@ (informeel) kapitaal
Onzakelijke bevoordelingen in kostensfeer moedermij door dochtermij
Correctieboeking:
• bij dochter:
winstreserve
@ (gemiste) opbrengst
• bij moeder:
kosten
@ ontvangen dividend (in beginsel deelnemingsvrijstelling
Bevoordeling zustermij (journaalposten)
Loopt via moedermij; middellijke uitdeling
Correctieboeking bij voordeel in kostensfeer
• bij voordeelgevende dochter
winstreserve
@ (gemiste) opbrengst
• bij moeder
deelneming voordeel ontvangende dochter
aan ontvangen dividend deeln. Voordeel gevende dochter (in beginsel
deelnemingsvrijstelling)
• bij voordeel ontvangende dochter (=zus)
kosten
@ informeel kapitaal
Correctieboeking bij voordeel in vermogenssfeer is gelijk behoudens de laatste:
− bij voordeel ontvangende dochter
activa
@ informeel kapitaal
In mindering op de winst komen niet:
− kosten gemaakt voor aandeelhouder/natuurlijk persoon (uitdeling)
− kosten gemaakt voor relatie van die aandeelhouder (middellijke uitdeling)
Correctieboeking:
winstreserve
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Daniellex. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.