100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting ontwikkelingspsychopathologie bij kinderen en jeugdigen €2,99   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting ontwikkelingspsychopathologie bij kinderen en jeugdigen

23 beoordelingen
 1159 keer bekeken  143 keer verkocht

Samenvatting van het hele boek ontwikkelingspsychopathologie bij kinderen en jeugdigen.

Voorbeeld 4 van de 50  pagina's

  • Ja
  • 6 april 2014
  • 50
  • 2013/2014
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (2)

23  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: dianneboom • 2 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: frederiekbijker70 • 3 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: mlzmlz • 3 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: sophiedelang16 • 3 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: samaradarous1 • 3 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: richardjansen1 • 3 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: luna605 • 3 jaar geleden

Veel dingen ontbreken

Bekijk meer beoordelingen  
avatar-seller
naatje
Samenvatting ontwikkelingspsychopathologie bij kinderen
en jeugdigen – Jacob Rigter en Malou van Hintum
Hoofdstuk 1 introductie:
Ontwikkelingspsychopatologie is een benadering die inzichten uit verschillende
wetenschappelijke disciplines en theorieën combineert en integreert.

Ontwikkelingspsychopatologie gebruikt de inzichten van verschillende disciplines:
• Ontwikkelingspsychopatologie (normale ontwikkeling)
• De pedagogie (opvoeding)
• Klinische psychologie (afwijkende ontwikkeling)
• Kinderpsychiatrie
• Biologie (erfelijkheid en lichamelijke rijping)
• Sociologie (maatschappelijke processen)
• Antropologie (culturele waarden en normen)
• Epidemiologie (voorkomen van ziektes en stoornissen onder de bevolking)

Vroeger en nu
Herinneringen beïnvloeden bepaalde ervaringen (iemand is vroeger gepest en
ervaart een plagerijtje weer als pesten. Maar het kan ook andersom een ervaring
wordt een herinnering. Denk aan een 5 jarig kind dat boos is omdat hij geen leuk
sintkado heeft gekregen. Maar wanneer hij 18 is denkt hij er over na hoe goed zijn
ouders voor hem hebben gezorgd ondanks de armoede.
Een kind heeft ontwikkelingsopgaven te volbrengen in zijn leven. Dit hangt niet alleen
af van het kind, maar ook de opvoedingsvaardigheden van de ouders zijn belangrijk.

Een dynamisch gezichtspunt
gedrag dat in een bepaalde leeftijdsfase normaal is, kan op latere leeftijd abnormaal
zijn. Zo is het normaal als een kind van 1 bang is als hij zijn moede niet ziet, maar is
het abnormaal als een kind van 10 bang is om zijn moeder niet te zien. Wanneer een
kind van 1 niet bang is, is dat ook abnormaal. Dit kan een vorm zijn van autisme. Of
gedrag normaal is hangt dus samen met de ontwikkelingsopgaven die een kind
op een bepaalde leeftijd heeft.
Verschillende factoren beïnvloeden op verschillende momenten zowel het ontstaan
als het beloop van gedrag denk aan:
• Kindgebonden factoren (sekse, leeftijd, intelligentie, impulsbeheersing)
• Ouder- gezinsfactoren (opleiding, inkomen, opvoedingsvaardigheden,
lichamelijk/geestelijke gezondheid)
• Maatschappij en omgevingsgebonden factoren (ongelijkheid, welvaart,
onderwijs, tv, social media, culturele normen en waarden)

Alles heeft invloed, maar niet alles heeft bij iedereen invloed. Invloed is ook niet bij
iedereen even groot. Het gaat vaak om de levensfase wanneer een kind iets
negatiefs meemaakt. Denk aan de intensiteit van die ervaring, de mensen die er
waren om je op te vangen en de vaardigheden die je zelf al hebt ontwikkeld om met
die ervaring om te gaan.

,Iedere cultuur gaat anders om met omstandigheden en opvoeding. Zo vind de ene
cultuur verantwoordelijkheid erg belangrijk bij kinderen, maar een kind die dat
moeilijk kan heeft een vergrote kans om in een depressie te raken. In Thailand
vinden ze het bijv. belangrijk om een goed gesprek te hebben met de kinderen en in
Amerika kiezen ze vaker voor het belonen en straffen van kinderen.

Risico en beschermende factoren
Een risico factor heeft een negatieve invloed op de ‘normale’ ontwikkeling van een
kind. Een beschermende factor doet in een riskante situatie de negatieve effect
geheel of gedeeltelijk in het niet.

Binnen de ontwikkelingspsychopathologie wordt de nadruk gelegd op het vroegtijdig
herkennen van risicofactoren. Dit om problemen en stoornissen te voorkomen.

Hoofdstuk 2 classificatie, diagnostiek en epidemiologie
In de ontwikkelingspsychopathologie worden classificatiesystemen gebruikt om
gedragingen van kinderen te beschrijven, van elkaar te onderscheiden en in te delen
in verschillende categorieën. Als er een diagnose is gesteld wordt er gekeken hoe de
stoornis is ontstaan.
Een andere vraag is hoeveel kinderen een stoornis hebben. Op die vraag probeert
epidemiologisch onderzoek antwoord op te krijgen. Het is onderzoek naar het
voorkomen en de verspreiding van psychische en lichamelijke klachten onder
de bevolking. Er wordt ook gekeken naar een samenhang van de oorzaken. Het kan
bijv. door een specifieke oorzaak zijn ontstaan, of door een ervaring van iemand.

2.2 Classificatie
Dit is een persoon, voorwerp of situatie herkennen, er een naam aan geven en
indelen in een categorie. Dit doe je de hele dag door. Dit is een jongen, meisje,
theekopje, snoep e.d. Het is afhankelijk waar je de aandacht op richt luisteren,
voelen, proeven e.d.
Psychopathologie heeft als doel afwijkend of ‘vreemd’ gedrag goed in kaart te
brengen: psychische stoornissen worden herkend, van elkaar onderscheiden en
ingedeeld.
Een classificatiesysteem is handig om de oorzaken te onderzoeken. Zo kun je er ook
achter komen of er nieuwe verschijnselen zijn en overeenkomsten zien.
Hulpverleners kunnen een kind zo beter begrijpen wat er aan de hand is.
Bij psychische aandoeningen is dit lastig omdat:
 geen duidelijke oorzaken zijn gevonden
 culturele en persoonlijke opvattingen een grote rol spelen bij de beoordeling van
gedrag.
nadeel van categoriseren  het kan stigmatiseren. Mensen worden nagewezen.
Bijv. moeder die kind heeft met autisme werd vroeger een ‘ijskast’ moeder genoemd,
omdat zij het kind niet goed opgevoed heeft.

DSM  Diagnostic and Statistical Manual of metal Disorders.

Geschiedenis DSM:
Emil Kreapelin is de grondlegger. De DSM is gebaseerd op afspraken die
specialisten maken voor elke groep stoornissen. Die afspraken hebben een

,wetenschappelijke basis. Niet iedereen is het altijd eens met de keuzen die DSM-
psychiaters maken.

Uitgangspunten DSM:
Om te bepalen of iemand een stoornis heeft is het belangrijk te weten welke
symptomen daarbij horen. Dat gebeurt in de DSM. Symptomen beschrijven de
stoornis, ze verklaren ze niet. Dit gaat nog wel eens mis. Stel iemand is druk wordt er
gelijk gezegd dat hij ADHD heeft. Dit hoeft niet zo te zijn. ADHD bevat meer
symptomen. De DSM beschrijft ook het aantal symptomen, in welke mate en welk
termijn het aanwezig is wil er sprake zijn van een stoornis. Allerlei stoornissen delen
symptomen met elkaar. Het kan zijn dat kinderen angstproblemen hebben maar niet
voldoen aan de criteria van een angststoornis. Ook kan het zijn dat kinderen een
angststoornis hebben, maar daar niet onder lijden.

Groepen stoornissen in de DSM-5
In de DSM-5 worden 300 stoornissen beschreven. DSM-5 heeft geen categorie meer
voor stoornissen die vooral bij kinderen en adolescenten voorkomen, dit was
voorheen wel zo. Dit heeft er mee te maken dat een stoornis niet zomaar verdwijnt
als een kind volwassen word. Je hebt er je hele leven last van. Wel kan een stoornis
op latere leeftijd anders tot uiting komen.

Comorbiditeit: meer stoornissen tegelijkertijd
Vaak heb je meerdere stoornissen tegelijkertijd. Iemand met ADHD kan ook autisme
hebben. Een verklaring voor de comorbiditeit is dat wetenschappers steeds betere
classificatiesystemen ontwikkelen. Zo worden er steeds meer onregelmatigheden
aan gedrag herkend en onderscheiden.

Kanttekening bij de opzet van het DSM-systeem
Grootse kritiek punt op de DSM is dat het onvoldoende rekening houdt met de
ontwikkelingscontext waarin een stoornis is ontstaan. Stoornissen kunnen
veranderen als een kind ouder wordt en er zijn ook verschillen tussen jongens en
meisjes.
Zero to three  ontwikkeld om aandacht te hebben voor de stoornissen bij kinderen
tot 3 jaar. De DSM houdt ook te weinig rekening met de culturele context. Deze
hebben invloed op het voorkomen van psychische stoornissen. Denk aan de
homoseksualiteit. Deze werd voorheen in de DSM vernoemd, nu niet meer.

Een dimensionale benadering van classificatie
De DSM zegt je hebt het wel of je hebt het niet. De dimensionale benadering kan ook
zeggen je hebt het matig of je hebt het veel. (meer een middenweg). Kinderen
kunnen net als bij een IQ test een test maken om hun psychische score te krijgen.
De meest gebruikte test is de CBCL (child behavior checklist). Deze test is
gemaakt voor verschillende leeftijdsgroepen. Er wordt ook onderscheid gemaakt
tussen jongens en meisjes.

Categoriaal en dimensionaal classificeren vergeleken
Psychiaters gebruiken liever de DSM en psychologen de CBCL. CBCL heeft als
voordeel dat het beter aansluit op de ontwikkelingspsychopathologie. De CBCL kan
de psychische problematiek van kinderen beter in kaart brengen. Een ander voordeel

, is dat niet alleen het kind zelf maar ook ouders, leerkrachten en andere betrokkenen
hun opvattingen kunnen geven.
nadelen zijn weer dat je zeldzame stoornissen met maar 1 symptoom niet goed
kunnen worden opgespoord. Dat kan wel met de DSM. Ook is het een nadeel dat de
test niet gericht is op verschillende culturen.

2.3 Diagnostiek
De diagnostiek gaat over drie waarom vragen:
1. Waarom heeft het kind deze klachten op dit moment gekregen?
2. Waarom blijven juist deze problemen en klachten bestaan?
3. Wat zegt het over dit kind en zijn gezin dat deze problemen zijn ontstaan en
blijven bestaan?

Een diagnose is een aanzet om te kunnen verklaren en begrijpen wat hulpverleners
zien bij een kind.
Classificatie kan een eerste aanzet geven voor behandeling, door bijvoorbeeld
algemene kennis te gebruiken over wat werkt bij ADHD. Een diagnose is nodig om
toegespitste hulpverlening te kunnen geven.
Het vaststellen van de invloeden van het gezin op de problemen van ene kind is
belangrijk. Hun ontwikkeling is afhankelijk van het functioneren in het gezin. Een kind
met een psychische stoornis heeft daar in tegen weer invloed op het gezin. Tijdens
de vroege adolescentie als kinderen tussen de 11 en 13 jaar zijn is de kan op
psychische problemen groter. Dit omdat hun lichaam verandert, cognitief veranderen
ze en sociaal komen ze in een nieuwe omgeving.

2.4 Diagnostische methoden en instrumenten
Het diagnostische gesprek is het belangrijkste instrument bij de classificatie en
diagnostiek. Het gaat hierbij om 3 dingen: luisteren, vragenstellen en observeren.
Hoe hoger de mate van empathie, acceptatie en zelfkennis, hoe beter hulpvragers
zich begrepen voelen, hoe meer ze vertellen en hoe beter de hulpverlener hem kan
helpen. Een gesprek begint met een intake. Vanuit het intake worden aannames
gemaakt. Na dit gesprek kan een diagnostisch interview volgen.

Observeren
Observeren is doelgericht, opzettelijk en systematisch waarnemen. Observeren
gebeurt tijdens een interview of vragenlijst.

Psychodiagnostiek:
Bij de psychodiagnostiek worden functietesten gebruikt. Denk aan testen die
intelligentie, concentratie en het geheugen meten. Er worden ook zelf-invullijsten
gebruikt. Dit om te kunnen vaststellen in welke mate een psychisch kenmerk of
probleem aanwezig is. Een voorbeeld hiervan is de CBCL. Er zijn ook vragenlijsten
over specifieke problemen zoals angst of depressie. Ook worden er projectietesten
gedaan, dan kijkt een kind naar een plaatje. Wat deze test meet is onduidelijk.

Lichamelijk onderzoek
Alleen een arts mag lichamelijk onderzoek doen. Deze onderzoeken zijn er om een
psychisch probleem uit te sluiten als er iets lichamelijks aan de hand is. Denk aan
zindelijkheidsproblemen. Er kan ook iets mis zijn met de urinelijder.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper naatje. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 82191 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€2,99  143x  verkocht
  • (23)
  Kopen