kernpunten van de tien tijdvakken zijn goed samengevat. Er staan wel redelijk wat spelfouten in, en de pagina's verspringen op mijn scherm.
Door: marijemerkus • 3 jaar geleden
Door: Jasmijn12 • 3 jaar geleden
Door: contact26 • 4 jaar geleden
De helft tot 1/3de van de pagina's zijn onbeschreven, verder is de samenvatting verhalend geschreven , en dus niet opsommend. . alen
17. Een schoolprogramma voor Geschiedenis en samenleving
3
,Hoofdstuk 1: bronnen van het verleden
1. Terreinverkenning
Terreinverkenning
Het heden is een moment tussen het verleden en de toekomst. Alles wat heeft
plaatsgevonden voor het moment van nu behoort tot het verleden. Als startpunt
voor het verleden kan gekozen worden voor het ontstaan van de aarde of de eerste
mens op aarden. Een objectief eindpunt voor het verleden is er niet: het verleden
groeit constant.
Wat is er overgebleven van het verleden? De verzamelnaam van alles wat is
overgebleven van het verleden noemen we bronnen. Aan de hand van in het
heden beschikbare bronnen kan men proberen zich een beeld te vormen van
onderdelen van het verleden. Die bronnen kunnen zijn:
1. Overblijfselen van het verleden in de bodem (voorwerpen)
2. Schriftelijke overblijfselen.
3. Audiovisuele overblijfselen
4. Mensen die kunnen vertellen over wat ze zelf in het verleden hebben
meegemaakt.
De bewaarplaatsen van bronnen van het verleden heten archieven. Alles wat
bewust of onbewust bewaard is in de bodem maakt deel uit van het bodemarchief.
Wanneer ze eenmaal zijn opgegraven krijgen de voorwerpen een plaats in musea,
zoals het rijksmuseum van oudheden in Leiden. Schriftelijke en audiovisuele bronnen
worden bewaard in archieven: van onder meer het rijk, de provincie, gemeenten,
kerken, waterschappen en particulieren. De door het rijk verzamelde bronnen
bevinden zich in het Nationaal Archief in Den Haag.
4
, 1. Archeologie: het werk van de archeoloog
Het bodemarchief is het werkterrein van de archeoloog. De archeoloog graaf, legt
dat wat wordt gevonden vast, conserveert en bestudeert het en publiceert erover.
Zorg en aandacht voor het bodemarchief zijn gestimuleerd door het Verdrag van
Malta: het meewegen van het cultuurhistorisch belang bij plannen op het gebied
van ruimtelijke ordening.
Archeologie heeft zich in de negentiende eeuw tot een wetenschap ontwikkeld. In
de loop der tijd hebben archeologen zoals bijvoorbeeld Van Giffen, de archeoloog
die in Nederland baanbrekend werk deed in de bestudering van hunebedden en
terpen, specifieke opgravingsmethoden ontwikkeld, waarbij het terrein verdeeld
wordt in segmenten, met grote aandacht voor bodemprofielen. Bodemvondsten zijn
pas echt bronnen als vastgelegd is waar ze zijn gevonden en in welke context.
De ontwikkeling van dateringsmethoden voor de bodemvondsten is van groot
belang voor de archeologie. De twee belangrijkste methoden zijn:
1. De jaarringenmethode: bepaling van de ouderdom van hout op basis van
jaarringen.
2. De C14- methode: bepaling van de ouderdom van organisch materiaal aan
de hand van de hoeveelheid straling van radioactieve koolstof.
De archeoloog houdt zich vooral bezig met de tijd waaruit geen schriftelijke bronnen
overgebleven zijn (de prehistorie), of de tijd dat er maar weinig schriftelijke bronnen
voorhanden zijn (de protohistorie), vanaf ongeveer 1100 na Christus zijn er steeds
meer schriftelijke bronnen: de historie.
1. Geschiedenis: het werk van de historicus
Door bestudering van alle beschikbare bronnen probeert de historicus een beeld
op te roepen van iets wat in het verleden gebeurd is. Om alle mogelijke bronnen
te bestuderen zijn verschillende hulpwetenschappen ontwikkeld, zoals de studie
van plaatsnamen (toponymie), van munten en penningen (numismatiek), van
5
, inscripties (epigrafie) en van oud schrift (paleografie). Historische bronnen
bevatten van oudsher dynastieke feiten (over het vorstenhuis) en feiten over de
natie, die veelal bewust zijn vastgelegd voor het nageslacht. De politieke
geschiedenis is dan ook de oudste tak van de geschiedwetenschap. De
sociaaleconomische geschiedenis en de culturele geschiedenis komen pas later
aan bod, vaak naast bewuste bronnen die gebaseerd zijn op onbewust, toevallig
bewaarde bronnen.
Het beeld dat een historicus oproept van een aspect van het verleden is nooit af
of compleet. Van veel onderwerpen uit het verleden zijn maar weinig bronnen
bewaard gebleven of zoveel dat een persoon er onmogelijk kennis van kan
nemen. Maar ook de specifieke opvattingen uit de tijd waarin de historicus leeft
en de specifieke opvattingen van de historicus bepalen het uiteindelijke beeld
van een aspect van het verleden. Het verleden toont een voortdurende
afwisseling van continuïteit en verandering. Mogelijke verklaringen voor deze
afwisselingen lopen sterk uiteen en drukken een belangrijke stempel op de
beeldvorming van het verleden.
Hoofdstuk 2: tijd van jagers en boeren
1. ooit is alles begonnen
6
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper m-aartjee. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.