Inleiding arbeidsrecht samenvatting
! ten hoogste in de artikelen betekent: MAXIMAAL
! Een wetsartikel kan nooit nietig zijn, als er iets nietig is dan gaat dit
meestal om de afspraak in het verhaal/casus wat gegeven wordt
Hoofdstuk 1: Inleiding recht
1.1 Rechtsgebieden en rechtsbronnen
Onder wetgeving verstaan wij: de door de overheid vastgestelde en vervolgens in
wetgeving vastgelegde geschreven rechtsregels. De rechter past de wet toe en schept
zelf recht om iets te doen en heeft een voorhoedefunctie voor de burgers omdat de wet
meestal achter de feiten aan loopt. Verschuiving van normen en waarden moet op den
duur leiden tot aanpassing van het recht
Publiekrecht: de rechtsregel die de verhouding betreffen tussen overheidsorganen
onderling of die regels bevatten van de overheid ten opzichte van de burgers. Deze
regels zijn meestal dwingend van aard want er mag niet van worden afgeweken
Staatsrecht: grondwet met grondrechten, kiesrecht, verhouding regering-
parlement, regelgeving ten aanzien van gemeente en provincie en de organisatie
van de rechterlijke macht
Bestuurs-of administratief recht: sociale zekerheid, sociale voorzieningen,
arbeidsbeschermende wetgeving, onderwijs, ruimtelijke ordening en
milieubescherming etc. met hun wetten, maatregelen en uitvoeringsbesluiten
Strafrecht: geheel van geboden en verboden waarbij er sancties volgen als deze
geboden en verboden niet worden nageleefd (misdrijven en overtredingen)
Privaatrecht: het doel om de verhouding tussen burgers onderling te regelen (overheid-
burger). Het gaat vooral om regels die de rechtsrelatie tussen burgers onderling regelen.
Hier geldt het aanvullend of regelend recht, waarbij de werkgever regels heeft
gemaakt voor het geval dat partijen zelf niets geregeld hebben (voorkomen van
rechtsonzekerheid). Als er in een wetsartikel niet duidelijk aangegeven wordt of ervan
mag worden afgeweken, dan gaan we ervan uit dat een afwijkende afspraak is
toegestaan
Burgerlijk recht: regels voor onderlinge verhoudingen tussen personen die je
nog verder kan onderverdelen dan het handelsrecht
Handelsrecht: onder andere regels over verzekeringen en wissel- en
chequerecht
Personen- en familierecht: regels die gaan over het ouderlijk gezag, voogdij,
huwelijk en echtscheiding
Vermogensrecht: alles draait om wat op geld waardeerbaar is, dus het
vermogen van de mens.
o Erfrecht, goederenrecht, verbintenisrecht: eigendom is een erg
belangrijk onderwerp
Verbintenissen zijn relaties die voortvloeien bij het aangaan van een koop- huur- of
arbeidsovereenkomst. Arbeidsovereenkomstenrecht valt zowel onder het
verbintenisrecht als onder het privaatrecht
Dwingende rechtsregels: als er niet of niet ten nadele van de werknemer van mag
worden afgeweken. Als er afspraken gemaakt worden die afwijken van de regels, mogen
deze afspraken ongeldig worden verklaard
Voorbeeld; de wet heeft een proeftijd opgesteld bij contracten van onbepaalde tijd
dwingend op maximaal twee maanden. Elke afspraak waarbij de proeftijd op langer dan
twee maanden is gesteld, mag ongeldig worden verklaard
‘Driekwart dwingend recht’: afwijking van wettelijke regeling is alleen toegestaan bij
cao’s. Deze afwijkende regelingen gaan vaak ten nadele van de rechtspositie van de
werknemer. Als er buiten de wet en cao om weer afwijkende afspraken worden gemaakt,
mogen deze ook ongeldig worden verklaard
,Voorbeeld: De CAO geeft een mogelijkheid om af te wijken van de CAO en dit is ten
nadele van de werknemer want de werknemer zou na 24 maanden een onbepaalde tijd
contract moet krijgen maar in de CAO staat dat de ketenregeling verlengd mag worden
naar 48 maanden en dus duurt het langer voordat de werknemer een contract voor
onbepaalde tijd krijgt (Art. 7:668a lid 5 en 6 BW)
Semidwingend recht: binnen het arbeidsovereenkomstrecht: partijen moeten zich in
principe aan de wet houden en mogen alleen afwijken indien het schriftelijk gebeurd
Voorbeeld: arbeidsovereenkomst waarbij eindtijd is afgesproken kan tussentijds worden
opgezegd indien beide partijen dit schriftelijk overeenkomen (art 7: 667 BW lid 3 )
‘Vijfachtste dwingend recht’: er kan worden afweken van de wet of cao je mag alleen
van het artikel afwijken op het moment dat je een afspraak hebt gemaakt met een OR
over afwijkende artikelen
Voorbeeld: de werknemer mag de werkgever vragen om vermeerdering van arbeidsuren
(art. 2 lid 1 WFW). De werkgever gaat in overleg met de werknemer (art. 2 lid 4 WFW).
Als werkgever mag je een afspraak maken met de OR dat vermeerdering van werkuren
nooit hoeft (Art. 2 lid 15 WFW)
Materieel recht: inhoud van recht wat wel en niet mag
Voorbeeld; in de wet wordt omschreven wat we onder een arbeidsovereenkomst verstaan
en hoe lang de proeftijd mag duren
Rechtsbronnen: belangrijkste vindplaatsen van ons recht
- De wet, jurisprudentie, verdragen
De wet: wanneer er in formele zin een wetsvoorstel is gemaakt door de regering, samen
met Eerste en Tweede kamer. Om te kijken of je met een formele wet te maken hebt, kijk
je dus naar de totstandkoming van een bepaalde wet
Raamwet: een vrij ‘lege’ wet waaraan de uitvoeringsvoorschriften in een later stadium
worden gemaakt (arbeidsomstandighedenwet)
Pseudowetgeving: richtlijnen/circulaties die formeel niet tot het recht behoren
Wetgeving moet telkens worden aangepast aan veranderende maatschappelijke
opvattingen. Dit wordt meestal door de hoogste rechtsprekende instantie: de Hoge
Raad
1.2 Organisatie van de rechtspraak
De Grondwet maakt onderscheid tussen de volgende instanties:
De ‘gewone’ rechterlijke macht: de strafrechtspraak vormt hier een onderdeel
van
o Hoge Raad
o Gerechtshoven
o Rechtbanken
Collegiale rechtspraak in meervoudige kamers: als er recht wordt gesproken door een
college van meerdere rechters (rechtbanken) of raadsheren (gerechtshoven en Hoge
Raad)
Alleensprekende rechters in enkelvoudige kamers: zij behandelen eenvoudiger of juist
speciale zaken (kantonrechter, kinderrechter, voorzieningenrechter)
De administratieve rechter (bestuursrechtspraak)
Absolute competentie: het is van belang om te weten welke rechter bevoegd is om
uitspraak te doen over een bepaalde zaak. Er volgen hieronder een aantal hoofdregels:
Rechtbank: als eerste kennisnemen van alle burgerlijke zaken, met een aantal
uitzonderingen
, eKantonrechter: online uitvoeren van de kantonrechterprocedure waarbij
stukken digitaal worden ingediend en partijen het verloop van de procedure online
kunnen volgen. Je kan niet in hoger beroep gaan bij deze procedure
Het gerechtshof: oordeelt in hoger beroep over vonnissen die in eerste aanleg
voor de rechtbank zijn geweest
De Hoge Raad: oordeelt niet opnieuw over feiten maar toetst of het recht door
een lagere rechter correct is toegepast
Dagvaarding: schriftelijk stuk, waarin de eiser de gedaagde oproept om op een
bepaalde dag voor de rechter te komen
- Duidelijk moet zijn wat er wordt gevorderd of geëist en waarom
- Bewijs is ook van belang voor de eiser en kan gebruik maken van getuigen
Kort geding: op zeer korte termijn is het soms gewenst om onmiddellijk een procedure
aan te gaan bijvoorbeeld bij zeer spoedeisende conflicten. Het probleem wordt snel
behandeld (vaak mondeling) en op korte termijn wordt er een vonnis uitgesproken. Hier
kan de voorzieningenrechter van de rechtbank of de kantonrechter worden aangesteld.
Er is een mogelijkheid om rechtsbijstand te ontvangen, omdat de bedragen best hoog
op kunnen lopen. Het Juridisch Loket versterkt informatie en advies aan burgers over
rechtsgebieden. Indien het Juridisch Loket de zaken niet op kan lossen, wordt de zaak
verwezen naar de advocaat. Als het inkomen en vermogen van de rechtshulpvrager te
hoog zijn, mogen ze niet in aanmerking komen met de rechtsbijstand.
Mediation: vorm van een conflictoplossing buiten de rechter om. Een mediator helpt bij
het zoeken naar een oplossing voor het conflict (vertrouwelijk). Voor alle betrokkenen
geldt een geheimhoudingsplicht.
De werkgever en werknemer moeten zich beide actief inzetten in het re-integratieproces.
Bij het weigeren van een mediation door één van beide partijen kan dit leiden tot een
verhoging of verlaging van de vergoeding bij ontslag.
Alle zaken komen bij de Sector Bestuursrecht van de Rechtbank. Bij de Afdeling
Bestuursrechtspraak van de Raad van State / Centrale Raad van Beroep kan een
hoger beroep ingesteld worden. CRvB is appélrechter bij ambtenarenkwesties en sociale
verzekeringszaken. Het beroepsrecht voor sociale voorzieningen valt onder de
Algemene wet bestuursrecht. De Awb geeft aan dat er op een redelijke termijn (8
WK)over een aanvraag moet zijn beslist.
De bezwaarprocedure (6 WK) gaat vooraf bij het in beroep gaan bij de rechtbank. Je
kan bij het bestuursorgaan bezwaar maken over de beslissing. Het bestuursorgaan moet
het besluit heroverwegen en eventuele fouten herstellen zodat er een procedure voor de
rechtbank voorkomen kan worden.
College van Beroep voor het bedrijfsleven valt onder de Wet bestuursrechtspraak
bedrijfsorganisatie en is de hoogste rechter voor geschillen op gebied van
sociaaleconomische bestuursrecht.
1.3 Enkele beginselen van privaatrecht
Verbintenis: vermogensrechtelijke betrekking tussen twee of meer personen waarbij de
ene persoon tot een bepaalde prestatie verplicht is tegenover de ander (de vervolgens
recht heeft op die prestatie).
Rechtspersonen (NV, BV, stichting): organisaties die zelfstandig aan
rechtsverkeer kunnen deelnemen (bijvoorbeeld kopen, verkopen, eigendommen,
schulden, werknemers in dienst hebben)
Natuurlijke personen: mensen die bepaalde waarden en normen hebben en die
zich moeten houden aan de wet