In dit document staat een begrippenlijst van de gegeven begrippen in de colleges. Deze zijn zeer handig om goed te leren voor het tentamen, en worden vaak ook letterlijk gevraagd.
Bad practice: slecht of onprofessioneel
Biases staan uitgelegd in nieuw document hoorcolleges.
Test: gebruikt om gedrag van een steekproef van individuen te meten, evalueren of scoren
volgens gestandaardiseerde procedures.
Maximum performance test: het testen van het vermogen van een individu om effectief te
presteren onder gestandaardiseerde condities.
Achievement tests: wat heb je geleerd?
Aptitude tests: wat kun je?
Speedtest: zo snel mogelijk
Power test: zo goed mogelijk
Typical response test: metingen dingen zoals gedrag, attitudes of interesses
Projectieve tests: persoonlijkheidstest waarin een individu reageert op ambigue stimuli,
waardoor verborgen emoties en interne conflicten geprojecteerd worden door de persoon
op de test
‘authentic’ assessment: refereren aan opdrachten die vergelijkbaar zijn met de echte
wereld.
Norm-referenced test: in relatie tot de populatie
Criterion-referenced: gemeten aan een bepaalde standaard
Rorschach vlekkentest: zeggen wat je ziet in een inktvlek
MMPI: Minnesota Multiphasic Personality Inventory psychologische test welke
persoonlijkheidstrekken en psychopathologie meet.
HC02: diagnostische cyclus
Evidence-based: brede kennisbasis mee vanuit wetenschappelijke theorie en onderzoek
keuze voor verklarende condities en effectieve behandelingen
Testkwaliteit: goede meetinstrumenten gebruiken operationalisatie van de te meten
problemen/condities
Hypothesetoetsend: ga hypothesetoetsend te werk hypothesen opstellen,
toetsingscriteria bepalen, aannemen of verwerpen
Navolgbaar: hanteer duidelijke, navolgbare strategie voor besluitvorming volgt de
stappen in de cyclus
Verhelderende diagnose: wat zijn klachten?
Onderkennende diagnose: wat is er aan de hand?
Verklarende diagnose: waar komt dit door?
Indicerende diagnose: wat is er nodig?
Clusteren: ordenen van probleemgedrag
, HC03: neuropsychologische diagnostiek en intelligentie
Frenologie: functies lokaliseren op een bepaalde plek in het brein door te kijken naar de
vorm van de schedel
Afasie: onfunctioneel taalgebruik
Dubbele dissociatie: patiënt met laesie A doet het slecht op taak 1, maar niet op taak 2;
patiënt met laesie B doet het slecht op taak 2, maar niet op taak 1
Functielokalisatie: toeschrijven van functie aan een specifieke locatie in het brein
NPO: neuropsychologisch onderzoek. Gestandaardiseerd testonderzoek waarmee zichtbaar
(overt) gedrag wordt uitgelokt om uitspraken te kunnen doen over niet-zichtbare (coverte)
processen in de hersenen.
Klachtenanalyse: (hetero)anamnese
Probleemanalyse: testonderzoek
Verklaringsanalyse: diagnosestelling
Indicatieanalyse: advies
Premorbide niveau: niveau vóór de ziekte
Achievement: hoe goed ben je in iets waarin je getraind bent?
Aptitude: wat kun je met de kennis en vaardigheden die je gedurende je leven hebt
opgebouwd?
Intelligentie: een algemeen begrip uit de psychologie dat een mentale eigenschap beschrijft
met veel verschillende functies; zoals de mogelijkheid overeenkomsten en verschillen op te
merken in waarnemingen, zich in de ruimte te oriënteren, te redeneren, plannen te maken,
problemen te doorgronden en op te lossen, in abstracties te denken, ideeën en taal te
begrijpen en te produceren, informatie op te slaan in het geheugen en daar weer uit op te
halen, te leren van ervaringen
Unimodaal: overtuiging dat alle vaardigheden terug te voeren zijn op één algemene
intelligentiefactor: De G-factor (General intelligence)
Multimodaal: overtuiging dat alle vaardigheden terug te voeren zijn op meerdere
intelligentiefactoren
Testbatterij: reeks testen en vragenlijsten die standaard worden afgenomen bij alle cliënten
Flynn-effect: wereldwijde stijging IQ-scores
HC04: test en testgebruik in de arbeids- en organisatiepsychologie
Task/job analyse: het verzamelen van gegevens die betrekking hebben op observeerbaar
gedrag op werk, en fysieke en mechanische sociale en informationele kenmerken van de
werkomgeving.
KSA: Knowledge, Skills, Abilities
Interviews: gespreksvoering om beter inzicht te krijgen in iemands KSA’s
Ongestructureerd: lijst met onderwerpen en vragen, zonder dat vast staat in welke volgorde
of hoe het gesprek loopt.
Gestructureerd: gespreksverloop staat vast.
Gedragsmeting: meting van gedrag in een bepaalde situatie
Assessment center: simulatie van werksituatie
Work sample: voor een deel de taak uitvoeren
Organisatiediagnose: “diagnose” stellen van een bepaalde organisatie om zo
selectieprocedures te vergemakkelijken
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper hannahvanrhoon. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,99. Je zit daarna nergens aan vast.