Hoorcolleges Bestuursrecht voor niet-juristen
Inhoudsopgave
Hoorcollege 1 - Introductie.....................................................................................................................2
Hoorcollege 2 (5-9-2020) – Belanghebbende, bestuursorgaan..............................................................8
Bestuursorgaan..................................................................................................................................9
De belanghebbende.........................................................................................................................12
Hoorcollege 3 (12-9-2020) – Besluitvorming........................................................................................15
Deel 1: Een ‘niet zo juridisch’ en een juridisch verhaal.....................................................................15
Deel 2: Besluit...................................................................................................................................18
Deel 3: Speelruimte (‘beslissingsruimte’) voor het bo bij het nemen van beschikkingen.................21
Hoorcollege 4 (17-09-2020) – Algemene beginselen van behoorlijk bestuur.......................................24
Evenredigheidsbeginsel....................................................................................................................24
Rechtszekerheid vertrouwen vertrouwen...........................................................................................................26
Intrekken: algemeen.........................................................................................................................26
Intrekken en de a.b.b.b.....................................................................................................................28
Het vertrouwensbeginsel.................................................................................................................30
Hoorcollege 5 (23-09-2020) – Nadeelcompensatie, Overheid en privaatrecht....................................32
Onderwerp 1: Nadeelcompensatie...................................................................................................32
Onderwerp 2: Overheid en privaatrecht..........................................................................................36
Hoorcollege 6 (2-10-2020) – Toezicht en handhaving in het bestuursrecht.........................................41
Toezicht en handhaving....................................................................................................................42
Waar let een toezichthouder op?.....................................................................................................44
Wie kan een overtreding begaan?....................................................................................................45
Wanneer mag een bestuursorgaan sanctioneren?...........................................................................46
Wat is een sanctie?...........................................................................................................................46
Mag of moet handhavend opgetreden worden?..............................................................................49
Hoe moet het bestuursorgaan optreden?........................................................................................50
Waarom onderscheid herstel bestraffend van belang?....................................................................53
Hoorcollege 7 (9-10-20) – Rechtsbescherming.....................................................................................55
Bezwaar............................................................................................................................................55
Bevoegdheid, ontvankelijkheid en beoordeling – De procedure bij de bestuursrechter..................57
Uitspraak en finale geschilbeslechting..............................................................................................64
1
,Hoorcollege 1 - Introductie
Bestuursrecht: Bestuursrecht gaat over de wederzijdse rechten en plichten van overheid en burgers
ten opzichte van elkaar.
Voorbeelden:
- Een agrarisch bedrijf vlak bij een natuurgebied wil uitbreiden: dat kan alleen met een
vergunning van de overheid op grond van artikel 19d van de Natuurbeschermingswet. Het is
verboden om een agrarisch bedrijf uit te breiden, tenzij je daar een vergunning van de
overheid van hebt. Hier gaat het om de overheid die terughoudend is, het mag eigenlijk niet.
- Een zelfstandig wonende bejaarde heeft gezondheidsproblemen en heeft huishoudelijke hulp
nodig: zij kan in aanmerking komen voor een ‘maatwerkvoorziening’ op grond van artikel
2.3.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning. Hier gaat het om de overheid die uitdeelt,
voorzieningen verstrekt.
Overheid en Burger
Overheid: hoogste gezag op een bepaald grondgebied.
- centrale overheid
- provinciaal bestuur
- gemeentebestuur
- zelfstandige bestuursorganen (UWV, SVB, RDW)
Die vier categorieën vormen samen de overheid.
Burger: de personen/organisaties die het ‘object’ zijn van het overheidshandelen
- agrarisch bedrijf/vliegveld/projectontwikkelaar die (een) vergunning wil om uit te breiden
- bejaarde die huishoudelijke hulp nodig heeft
De macht van de overheid: geboden en verboden
Plichten: geboden en verboden
Bekendste verbod wat we kennen is het gebod om belasting te betalen.
Een verbod is bijvoorbeeld de uitbreiding van een agrarisch bedrijf (tenzij er een vergunning is).
De macht van de overheid: aanspraken
Aanspraken: als burger heb je aanspraken op voorzieningen.
Aanspraak op huishoudelijke hulp. Subsidies, uitkeringen, e.d.
Verhouding overheid-burger bekeken vanuit de burger
Twee soorten plichten vd Twee soorten rechten vd
burger burger
Burger moet Geboden Aanspraken Overheid moet iets doen
iets doen Belasting betalen WW en AOW-uitkeringen
verstrekken
Burger moet Verboden Vrijheden Overheid moet iets laten
iets laten Bouwen (tenzij vergunning) Privacy respecteren
2
,Verhouding overheid-burger bekeken vanuit de overheid
Twee soorten plichten vd Twee soorten
overheid rechten vd overheid
Overheid moet Gebod Aanspraak Burger moet iets doen
iets doen uitkeringen te verstrekken op belastinggeld
Overheid moet Verboden Vrijheden Burger moet iets laten
iets laten privacy te schenden gevrijwaard blijven
van
bouwactiviteiten
Verhouding overheid-burger: de uitzonderingen
Twee soorten plichten Twee soorten rechten
vd burger vd burger
Burger moet iets doen Geboden Aanspraken Overheid moet iets
(vrijstelling) (uitsluiting) doen
Burger moet iets laten Verboden Vrijheden Overheid moet iets
(vergunning) (inperking) laten
Vragen over verplichtingen en aanspraken
Vraag bij de verplichtingen die de overheid ons oplegt:
- mag ze dat zo maar? Waarom mag de overheid mij – als ik een stuk grond heb en een vliegveld wil
maken – dat verbieden? Dat is een vraag bij de verplichtingen naar boven komt.
Vraag bij de aanspraken die ze ons gunt:
- gaat dat wel eerlijk? Als ik bejaard ben en ik krijg huishoudelijke hulp en mijn bejaarde buurman
krijgt het niet. Is dat dan wel eerlijk?
Legitimatie en normering van de macht van de overheid
Wij hebben dat bijna niet, willekeur, omdat wij een democratische rechtstaat hebben.
Legitimatie:
Wettelijke grondslag.
wetten worden gemaakt door de democratisch gekozen volksvertegenwoordiging. Het is altijd zo dat
de overheid mij een verplichitng oplegt (belasting), is er altijd een wet die mij oplegt waarom ik zo
veel belasting moet betalen.
Normering:
vindt plaats door middel van het bestuursrecht: “Het geheel van regels waarin de rechten en plichten
van overheid en burgers ten opzichte van elkaar zijn vastgelegd”
Legitimatie: is overheidsoptreden positief of negatief?
Negatief: optreden van de overheid dat inbreuk maakt op de vrijheid van burgers. Als dat optreden
aan de orde is, is de vraag: Mag dat zo maar?
Legaliteitsbeginsel: inbreuk alleen op grond van de wet.
3
,Positief: al het andere overheidsoptreden; daar geldt het legaliteitsbeginsel niet. Is allemaal op
wettelijke grondslag berust.
Gaat dat wel eerlijk?
Algemene beginselen van behoorlijk bestuur: gelijkheid, vertrouwen, evenredigheid.
In de praktijk: ook bijna al het positieve overheidsoptreden berust op een wettelijke grondslag.
Normering:
2x2 twee soorten normering
- Twee categorieën wettelijke regelingen
- honderden bijzondere wetten
- één Algemene wet bestuursrecht
- Twee soorten normen
- Materieel
- Procedureel
Algemeen Bijzonder
Materieel art. 3:3 Awb art. 29 Vreemdelingenwet
Een bestuursorgaan gebruikt een Een vreemdeling die gevaar loopt in zijn
bevoegdheid niet voor een ander doel dan eigen land krijgt een verblijfsvergunning
waarvoor die is verleend
Procedureel art. 6:7 Awb art. 89-2 Vreemdelingenwet
De termijn voor het indienen van een In hoger beroep wordt uiterlijk binnen 23
beroepschrift bedraagt zes weken weken uitspraak gedaan
Materieel inhoudelijk criteria.
Procedureel.
Gemeenschappelijk kenmerk van al het overheidshandelen: belangen afwegen
Er zijn allemaal belangen: mensen die rust willen/mensen die drukte willen. Voor al die
bestuursorganen geldt, dat dat helemaal in de sleutel staat voor de afweging van belangen
Voorbeeld: de activiteiten van de bestuursorganen van de gemeente Groningen
Gemeenteraad: bij het stellen van algemene regels
College van B&W: bij het nemen van beschikkingen, d.w.z. het toepassen van algemene regels op
bijzondere gevallen, dat we belangen afwegen. Bouwvergunning gaat ten koste van het woonplezier
van de buurman. Die belangen moet afgewogen worden.
Burgemeester: bij het verrichten van feitelijke handelingen, dan moet hij vaak belangen afwegen.
Belangenafweging
4
,Twee voorbeelden van burgemeesters die een belangenafweging moesten maken:
Vorden en Ter Apel
Aan welke normen zijn ze gebonden?
Hoe veel vrijheid verschaft het recht aan hen?
Hoe beoordeelt de rechter het resultaat?
4 mei in Vorden
Controverse over de dodenherdenking. Staat een monument. Staat ook van Duitse soldaten een
monument. Twintig jaar geleden draaide de dodenherdenking alleen om wat er is gebeurd in de
Tweede Wereldoorlog. De herdenking heeft nu steeds een breder karakter gekregen. We kijken naar
Indonesië. Er is ook aandacht gekomen voor de vijand. Committee die dodenherdenking organiseert,
die dacht het is eigenlijk wel goed om even heel kort stil te staan bij het graf van Duitse soldaten. Als
een indicatie van we beseffen ons ook dat deze mensen hier zijn omgekomen.
De stichting federatieve Joods-Nederlands die stapte naar de rechter. Die wilde dat de rechter dit
verbood.
De beslissing van de burgemeester
Geen besluit in de zin van (ex) artikel (art.) 1:3 Algemene wet bestuursrecht (Awb)
De burgemeester is wel een bestuursorgaan ex art. 1:1 Awb
In hoofdstuk 3 Awb staan beginselen waaraan bestuursorganen zich moeten houden als ze besluiten
nemen
Op grond van art. 3:1 Awb moeten bestuursorganen zich ook houden als ze andere handelingen
verrichten
Als ik beslis hoe ik me opstel tijdens die dodenherdenking, moet ik me houden aan de beginselen die
in hoofdstuk 3 van de Awb staan.
Art. 3:4-1 en 3:4-2 Awb
3:4-1 Het bestuursorgaan weegt de rechtstreeks bij het besluit betrokken belangen af, voor zover
niet uit een wettelijk voorschrift of uit de aard van de uit te oefenen bevoegdheid een beperking
voortvloeit.
3:4-2 De voor één of meer belanghebbenden nadelige gevolgen van een besluit mogen niet
onevenredig zijn in verhouding tot de met het besluit te dienen doelen.
Wat zouden die belangen zijn die er bij aanwezig zijn en hoe veel wegen die?
- Mensen die mensen kennen die hebben gevochten tegen de Duitsers.
- Dat het ook mensen zijn die overledenen die hebben ook gevochten.
Voorzieningenrechter Rb Zutphen:
Voorzieningen rechter moest de vraagt beantwoorden: “Is het toelaatbaar dat de burgemeester
tijdens de herdenking langs de Duitse graven loopt, bij de graven de tred inhoudt en/of het hoofd
neigt?”
5
, “De voorzieningenrechter vindt dat het onrechtmatig is jegens de (levende en dode) joodse
slachtoffers van het Nazi-regime en hun nabestaanden dat de gemeente meewerkt aan deze vorm
van herdenken.
Herdenking van dode Duitse soldaten kan passend zijn, maar niet op 4 mei en niet in één
adem met de herdenking van slachtoffers van het Nazi-bewind, Nederlandse oorlogsslachtoffers en
geallieerde soldaten die de Nederlandse bevolking kwamen bevrijden van de macht van de Nazi-
bezetters, die mede met behulp van dienstplichtige Wehrmachtsoldaten gewapenderhand
gehandhaafd werd.” (ECLI:NL:RBZUT:2012:BW4958)
- Goed en redelijk op te vatten opvatting, maar niet gebaseerd op een wet.. Alleen gericht op de
Awb.. dus algemene wet waar de rechter zich aan moet houden.
- Je kan ook een andere opvatting hiertegen plaatsen.
‘Ook een mening’
“De oorlog is inmiddels zo lang geleden, dat het goed is de herdenking in een bredere context te
plaatsen.
Op de begraafplaats liggen ook dienstplichtige Duitse soldaten begraven. Die zijn - zonder dat
ze daar voor hebben gekozen - ver van huis gesneuveld, en hebben ontroostbare ouders,
echtgenoten en kinderen achtergelaten.
Dat feit kunnen we niet negeren. We zouden er een kort moment op een ingetogen,
respectvolle manier bij stil moeten staan.”
De burgemeester op diens blog
“Ik ben boos omdat dat volgens mij niet kan! Dat is nu even niet van belang, ik concentreer mij op de
verdere voorbereiding aangaande de openbare orde en veiligheid. Van groot belang is dat er een
waardige herdenking komt.”
Hoger beroep bij Hof Arnhem-Leeuwarden
Er zijn geen (landelijke) voorschriften die bepalen door wie en op welke wijze op 4 mei lokale
herdenkingen moeten worden georganiseerd.
De vraag wie op welke wijze worden herdacht, betreft de uitingsvrijheid van diegenen die tezamen
wensen te herdenken. In beginsel dienen (lokale) overheden die vrijheid te respecteren.
Of (lokale) overheden ook zelf deelnemen aan een bepaalde herdenking moet primair door die lokale
overheid zelf worden beantwoord. Daarop kunnen de lokale bestuurders publiek en politiek worden
aangesproken. (ECLI:NL:GHARL:2013:BZ1166)
Burgemeester krijgt gelijk, nadat hij in hoger beroep is gegaan.
Tentenkamp ter Apel
Aantal asielzoekers uit Somalië hebben een tentenkamp opgezet bij het asielcentrum.
Mag je een tentenkamp opzetten omdat je het niet eens bent met het maatregel?
Dat mag, Nederland heeft demonstratievrijheid, tenzij die demonstratie de openbare orde in gevaar
brengt.
Uit: art. 175 lid 1 Gemeentewet
In geval van oproerige beweging, van andere ernstige wanordelijkheden of van rampen, dan wel van
ernstige vrees voor het ontstaan daarvan, is de burgemeester bevoegd alle bevelen te geven die hij
nodig acht ter handhaving van de openbare orde of ter beperking van gevaar.
6