Samenvatting Inleiding Gezondheidsrecht
2020-2021
Week 1 “Positionering van het gezondheidsrecht, de betekenis van
rechtsbeginselen en grondrechten binnen dit vakgebied”
Thematische wetsevaluatie Zelfbeschikking in de zorg (2013), p. 33-46 en p. 171-194 is niet
opgenomen in deze samenvatting.
Hoofdstuk 1: plaatsbepaling en uitgangspunten
1.1 plaatsbepaling
1.1.1. ontwikkeling
1945: de eerste systematische beschouwing van het gezondheidsrecht, maar wel binnen het
bestuursrecht. Nu is het een horizontaal specialisme, namelijk vanuit het civiel, bestuurs, straf en
internationaalrechtelijke perspectief.
1967: begin van de vereniging voor gezondheidsrecht, bij het wereldcongres in Gent.
1977: verschijning van het Tijdschrift voor Gezondheidsrecht
In Nederland wordt al vanaf het begin de benaming Gezondheidsrecht gebruikt, elders wordt echter
soms de naam ‘medisch recht’ gebruikt. Deze aanduiding is een weerspiegeling van de centrale positie
van het medische beroep. Medisch recht kan ook gezien worden als het oudere recht dan het
gezondheidsrecht zoals wij dat nu kennen, het medisch recht omvat veel meer en heeft een ander
referentiekader.
20e eeuw: er was een toename van de publieke regulering en beroepsbeoefening in de
gezondheidszorg door:
- de behoefte van de samenleving om de gezondheidszorg onder de invloedssfeer van het
openbaar bestuur te brengen
- de wens om de normen en waarden ook in de gezondheidszorg tot uitdrukking te brengen
- ontwikkeling van de rechten van de patiënt
- noodzaak tot beheersing van de kosten van de gezondheidszorg, verdeling van schaarse
middelen
- snelle evolutie van de geneeskunde en daarmee samenhangende mogelijkheden van dieper
ingrijpen in lichaam en geest
- De specialisatie en arbeidsverdeling, hulpverlening werd meer en meer een zaak van de
samenleving en de daaruit voortvloeiende problemen ten aanzien van de
verantwoordelijkheden van de hulpverleners onderling en ten opzichte van de patiënt
- De toenemende aandacht in de gezondheidszorg en samenleving voor de veiligheid en
kwaliteit van zorg en de behoefte om deze ook juridisch te waarborgen
Door deze ontwikkelingen zijn gezondheidszorg en beroepsbeoefening ook meer onder invloed van
beleid en recht komen te staan.
Ook de uitwerking van de rechten van de mens na de tweede wereldoorlog speelden een rol:
1
, - In het kader van bescherming van de patiënt, die in een afhankelijke positie verkeert. Het recht
is een van de middelen om te zorgen dat de patiënt de positie krijgt die hem toekomt
- In het kader van het kunnen delen in de mogelijkheden van de gezondheidszorg (sociale
grondrechten, recht op zorg voor de gezondheid). De erkenning van het recht op zorg speelt
hierbij een grote rol. Dit kan worden onderverdeeld in:
Recht op gezondheidszorg
Recht op gezondheidsbescherming
Recht op gezondheidsbevordering
Iedereen moet toegang hebben tot gezondheidszorg die aan de volgende eisen voldoet:
1. Toegankelijkheid
2. Beschikbaarheid
3. Financiële bereikbaarheid
Doel van het gezondheidsrecht is om rechten van mensen in de gezondheidzorg te beschermen en
evenwichtige verhoudingen in en ten aanzien van zorg voor de gezondheid te scheppen. Dit sluit aan
bij het doel van het algemene recht, namelijk het vreedzaam, rechtvaardig en zo doelmatig mogelijk
ordenen van de samenleving.
- Bescherming van de rechten van de mens is ook nodig tegen de overheid, tegen onnodige
overheidsbemoeienis.
- Hulpverlening: het gezondheidsrecht dient het kader aan te geven waarbinnen deze
hulpverlening voltrokken dient te worden en de posities van hulpverleners en patiënten te
omlijnen. Binnen dit kader moeten patiënten en hulpverleners hun eigen vertrouwensband
opbouwen. Het doel van het gezondheidsrecht is niet het scheppen van een tegenstelling
tussen patiënt en hulpverlener, maar van een evenwichtige situatie in de hulpverlening.
1.1.2. Omschrijving van het gezondheidsrecht
Omschrijving gezondheidsrecht: het geheel van rechtsregels (zowel wettelijk en buitenwettelijk
recht) dat betrekking heeft op zorg voor de gezondheid en de toepassing van overig burgerlijk,
bestuurs- en strafrecht in dat verband. Ook hebben in het gezondheidsrecht gebruik of gewoonte en de
invloed van de wetenschap en de literatuur hun doorwerking.
Eigen object gezondheidsrecht: het geheel van rechtsregels dat op gezondheidsrecht is gericht.
Zowel preventieve activiteiten (bescherming gezondheid) als ‘cure’ (behandeling) en
‘care’(verzorging).
1.1.3. Gezondheidsrecht en gezondheidsethiek
Bij analyse van normatieve vragen op het gebied van het gezondheidsrecht hangen ethische en
juridische overwegingen vaak met elkaar samen. Het gaat ook bij het gezondheidsrecht om
fundamentele beginselen, om individuele en maatschappelijke waarden en om de onderlinge
verhoudingen tussen beide. De beginselen die in de gezondheidsethiek en belangrijke rol spelen zijn
grotendeels in het recht geïncorporeerd.
Onderscheid gezondheidsrecht en gezondheidsethiek:
- Het gezondheidsrecht houdt zich ook bezig met wettelijke en andere juridische regelingen,
met rechten en plichten etc., het kan zich dus niet tot normen en waarden beperken.
- Ethische opvattingen verschillen, terwijl het recht tot taak heeft de ethische verschillen in het
rechtssysteem een plaats te geven. Het recht moet algemeen geldende regels ontwikkelen . bij
het verschil van ethische opvattingen mag het recht zich niet met één ethische versie
identificeren.
2
, - Ethiek normeert weliswaar gedrag, maar die norm is niet direct juridisch bindend. Wel kunnen
deze normen doorwerking in het recht krijgen. Bijv. op plekken waar de wetgever blanket
termen heeft gebruikt, zoals redelijkheid en billijkheid.
- In sommige gevallen, wanneer er een spanningsveld is tussen ethiek en recht, kan de wet haar
legitimatie verliezen en de ethiek prevaleren. In dit opzicht kan de ethiek dus verder gaan dan
het recht.
- Ook in een ander opzicht kan de ethiek verder gaan dan het recht; de wetgever mag in
controversiële aangelegenheden niet een bepaald ethisch standpunt via de wet opleggen. In het
recht is plaats voor ethische normen d.m.v. zelfregulering.
1.2 Bronnen van het recht in de gezondheidszorg
1.2.1. Bovennationale rechtsbronnen
Twee belangrijkste wegen waarlangs het gezondheidsrecht bovennationale trekken bezit:
1. Internationale mensenrechtenverdragen
Burger kan de bepalingen inroepen voor de Nederlandse rechter op grond van art, 93 en
94 Gw. Het Europees verdrag tot bescherming van de recht van de mens (EVRM)is voor
de gezondheidszorg va groot belang. De Nederlandse rechter moet de bepalingen
rechtstreeks toepassen en en de EVRM voorziet in de instelling van het Europees Hof
voor de Recht van de Mens. Hiermee is een internationale toezichtprocedure in het leven
geroepen.
Het belang van het EHRM blijkt uit:
- Uitspraken van Nederlandse rechters waar een beroep werd gedaan op in het verdrag
neergelegde mensenrechten
- De uitspraken van het EHRM zelf zijn ook van belang
2. Supranationale recht van de EU
Ook het Europees Sociaal Handvest en het biogeneeskundeverdrag zijn in het kader van
de Raad van Europa tot stand gekomen.
Ook in het Handvest van de grondrechten van de EU zijn mensenrechten opgenomen
Het Hof van Justitie van de Europese Unie ziet toe op het naleven van verdragen, het heeft
de exclusieve bevoegdheid om verdragsbepalingen uit te leggen.
Ook richtlijnen en verordeningen hebben betrekking op de gezondheidszorg.
Dit alles neemt niet weg dat het gezondheidsrecht niet primair een zaak is van het EU-
recht. Het is in eerste instantie een aangelegenheid van lidstaten. Wel neemt de invloed
van de EU op de gezondheidszorg geleidelijk toe.
Zorg is een belangrijke bestaansvoorziening en toegang hiertoe wordt daarom als mensenrecht
beschouwd.
1.2.2. Wetgeving in de gezondheidszorg
Enerzijds waarborgt het recht dat op zorgvuldige wijze met de belangen van individuen en
maatschappelijke organisaties wordt omgegaan, anderzijds is het een instrument voor de overheid
om haar beleid te realiseren. Wetgeving is een belangrijk middel om aan deze instrumentele en
waarborgfuncties van het recht inhoud te geven.
In een democratische rechtsstaat zijn het primair de formele wetten die vastleggen wat als recht dient
te gelden. In de jaren 60 en 70 nam het overheidsbeleid op de gezondheidszorg enorm toe. In de jaren
80 werden vervolgens de grenzen van de wetgeving zichtbaar. Toen kwam men tot de ontdekking dat
onbeperkt gebruik van het wetgevingsinstrument problemen met zich mee kan brengen:
3
, - Gebrek aan kenbaarheid en toegankelijkheid
- Afwezigheid van voldoende samenhang tussen verschillende weten
- Verlies aan flexibiliteit
- Spanningen tussen wet en praktijk
- Bureaucratisering
- Hoge uitvoeringslasten
Dit leidde tot een roep om deregulering en heeft geleid tot aangepaste vormen van wetgeving.
De wetgever zou zich overigens niet moeten bezighouden met het wettelijk regelen van de inhoud
van het medisch handelen. Dit moet over worden gelaten aan de medische professie. Motieven voor
het hebben en gebruik maken van wetgeving zijn:
- Het vastleggen van de structuur en het functioneren van de gezondheidszorg met het oog op
beschikbaarheid en bereikbaarheid voor alle burgers
Waarborgen van de veiligheid en kwaliteit door instelling van
overheidstoezicht,veiligheidseisen ten aanzien van genees- en hulpmiddelen. En
kwaliteitswetgeving voorinstellingen en individuele beroepsbeoefenaren.
Garanderen van de financiële toegankelijkheid van als noodzakelijk te beschouwen zorg.- De
bescherming van de patiënt in diens afhankelijkheid van de hulpverlener.
Bescherming van individuen waar belangen van derden een rol gaan spelen.
Bescherming van de volksgezondheid op collectief niveau
Wetgeving op het gebeid van gezondheidszorg moet voldoen aan de volgende eisen:
Doeltreffendheid
Doelmatigheid
Subsidiariteit en evenredigheid
Uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid en consistentie
Duidelijkheid en toegankelijkheid
Er vindt evaluatie van de wetgeving plaats dit gebeurd doorgaans ex post: dat wil zeggen onderzoek
naar de naleving, effecten en neveneffecten van een wet nadat deze is ingevoerd en enige tijd
heeft gefunctioneerd.
1.2.3. Jurisprudentie
Bovennationale rechtscolleges:
EHRM
HvJ EU
Nationale rechtscolleges:
Regionale Tuchtcolleges (RTG’s)
Centraal tuchtcollege voor de gezondheidszorg (CTG)
Scheidsgerecht Gezondheidszorg (SG)
Geschillencommissies ingesteld op basis van de Wkkgz
1.2.4. Zelfregulering
Zelfregulering is een belangrijk mechanisme van rechtsvorming. Zelfregulering houdt in dat bepaalde
groepen, personen of instellingen regels vast te stellen en aan te geven welke normen zij onderling en/
of in hun betrekking met derden hanteren. Dit wordt ook wel aangeduid als autonoom recht. Het
tegenovergestelde daarvan is heterogeen recht: regels zoals die voortkomen uit wetgeving of
rechtspraak (van buiten opgelegd). Regels die het resultaat zijn van zelfordering hebben interne
4