,Psychologie K2
Fysiotherapie
LEERJAAR 1 FYSIOTHERAPIE SAXION ENSCHEDE
STEPHANIE STRIJKER
1
,Inhoud
Psychologie, sociologie en gezondheid...................................................................................................3
Persoonsgebonden factoren..................................................................................................................6
Voorlichting gericht op gedragsverandering..........................................................................................9
Ontwikkelingspsychologie I en II (kind)................................................................................................12
Ontwikkelingspsychologie adolescent..................................................................................................15
Ontwikkelingspsychologie Volwassene................................................................................................18
Ontwikkelingspsychologie Oudere.......................................................................................................21
Communicatieve Vaardigheden...........................................................................................................24
2
, Psychologie, sociologie en gezondheid
De student kan uitleggen wat gezondheid is.
Gezondheid = afwezigheid van ziekte
Subjectieve signalen -> pijn
Objectieve signalen -> het lichaam functioneert niet goed -> hoge bloeddruk
De student weet welke visies op gezondheid en ziekte er tegenwoordig zijn.
Nieuw concept gezondheid: ‘Het vermogen van mensen zich aan te passen en eigen regie te voeren
in het licht van fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven’
Functioneren centraal en niet alleen de aandoening.
Focus op ondersteunen van eigen regie en zelfmanagement en meer aandacht voor preventie.
Fysiotherapeuten krijgen steeds meer coachende rol, want mensen moeten ook eigen regie voeren.
Visies uit het verleden over gezondheid en ziekte:
Hippocrates (500-300 v. Chr.): Het lichaam bevat mix van 4 vloeistoffen (humors) die in
harmonie/balans moeten zijn (humoral theorie). Slijm, bloed, gele gal, zwarte gal.
Plato: geest (gedachten, waarnemingen en gevoelens) en lichaam (fysieke deel) zijn gescheiden en
hebben geen/nauwelijks relatie met elkaar.
Galenus: geloofde ook in gescheiden geest en lichaam. Deed ontdekkingen waarin hij bewust werd
dat ziekte gelokaliseerd kan worden met pathologie en dat verschillende ziekten verschillende
effecten hebben. Koppeling 4 elementen aan grondkwaliteit. Koud, warm, vochtig, droog.
Descartes (17e eeuw): veel baanbrekend werk gedaan -> lichaam en geest zijn wel gescheiden maar
ze kunnen wel communiceren d.m.v. de pijnappelklier in de hersenen. Lichaam is een machine die
bepaalde processen doorloopt. Dieren hebben geen ziel en ziel verlaat lichaam bij de dood.
Tegenwoordige visies over gezondheid en ziekte:
Biomedisch model (19e – 20ste eeuw): Ziekte -> verstoring fysiologische processen in lichaam. Er is een
lichamelijke oorzaak en een gevolg (Diagnose-receptmodel). Het beschrijft ziekte als signaal van het
lichaam. Lichaam en geest nog gescheiden -> dualisme. Door dit model werden ook vaccinaties en
antibiotica ontwikkeld.
Bio-psycho-sociale model: tegenwoordig verklaren we hier alles uit. Gaat ervan uit dat gezondheid
door meerdere risicofactoren beïnvloed wordt: (factoren kennen!)
- Biologische factoren -> genen, functie en structuur persoonlijke fysiologie.
- Psychische factoren -> gedrag en mentale processen (cognitie, emotie en motivatie), hoe reageer je
op bijvoorbeeld een beenamputatie, ben je vaak vrolijk, heb je veel stress.
- Sociale factoren -> omgeving: familie, vrienden, cultuur (familie heeft grootste invloed)
Patiënt staat bij deze laatste op de voorgrond, bij de andere staat de aandoening op de voorgrond.
3
, MDBB-model:
MeerDimensionaal -> combinatie medische- en psychosociale model in bio-psycho-sociale model.
Belasting (draaglast) – belastbaarheid (draagkracht) -> vermogen patiënt om belasting (prikkels) te
verwerken in termen van lichamelijk en psychisch evenwicht.
Belasting = wat doe ik (rust, eten, etc.)
Belastbaarheid = hoeveel kan ik aan
Lokaal adaptief vermogen:
- Het in vorm en functie kunnen aanpassen of aangepast houden aan de functie eisen.
- Op zowel celniveau, weefselniveau, orgaanniveau, niveau orgaanstelsels, als ook op
individueel niveau.
Infectieziekte is acuut en veroorzaakt door micro-organismen (virussen/bacteriën). Deze ziekten
waren vroeger een belangrijke doodsoorzaak.
In de 20e eeuw waren er veel minder doden door infectieziekten en steeg de leeftijdsverwachting
enorm.
Tegenwoordig zijn de grootste gezondheidsproblemen en doodsoorzaken door chronische ziekten.
Dit komt doordat we langer leven en chronische ziekten vaker bij ouderen dan bij jongeren
voorkomen.
Tussen de 1-24 jaar zijn de belangrijkste doodsoorzaken: zelfmoord, kanker, hart- en vaatziekten.
Vroeger dacht men dat ziekte ontstond door krachten en demonen.
Geest/lichaam probleem: ze zijn gescheiden maar werken wel samen. Hoe zit dit.
In de Middeleeuwen werd de kerk belangrijk bij de gezondheid. Het geloof in demonen werd weer
sterker. Ziekte was straf van God. Priesters werden betrokken bij beter maken van mensen.
Medische kosten stijgen constant -> gezondheid verhogen zodat er minder zorg nodig is.
De student weet welke andere verwante wetenschapsgebieden er zijn.
Psychologie: bestudeert gedrag en mentale processen individuele mens.
Gedrag: doen: waarneembare handelingen, die je kunt zien.
Mentale processen:
- Cognitie: denken -> waarnemen, leren, herinneren, denken, interpreteren, geloven en
probleemoplossing.
- Emoties: voelen -> subjectief gevoel dat beïnvloedt en wordt beïnvloedt door onze
gedachten, gedrag en fysiologie.
- Motivatie: verklaring waarom mensen zich gedragen op de manier ze doen.
Sociologie: bestudeert de invloed van groepen in de samenleving op het menselijk gedrag.
Gedrag wordt veroorzaakt door 2 manieren van leren:
- Klassiek: prikkels die bepaald gedrag uitlokken
- Operante conditionering: door consequenties -> belonen en straffen
4