Psychologie, sociologie en gezondheid
Leerdoelen:
Wat is psychologie en wat is sociologie.
wat gezondheid is.
welke visies en modellen op gezondheid en ziekte er tegenwoordig zijn en gebruikt wordt binnen
de fysiotherapie
Toetsstof:
- PowerPoints
- Sheets
- Kennisclips blackboard
Sarfino, E.P. & Smith T.W. (2012). Health Psychology. Biopsychosocial
Interactions.. Asia: Wiley & Sons.
Chapter 1. An Overview of Psychology and Health zonder Research
Methods
Sheets powerpoint
Gezondheid = afwezigheid van ziekte?
objectieve signalen = dat het lichaam niet goed functioneert, signalen die je kunt meten, hieraan kan
je zien dat het lichaam niet goed functioneert, bijv. hoge bloeddruk, hartslag of cholesterol)
(meetbaar)
Subjectieve ziektesymptomen = bijv. pijn of verkoudheid, blessure (kan je niet meten)
Illness – Wellness Continuu = Niet volledig scheiden, maar overlap. (blz 3 figuur 1.1).
Definitie gezondheid WHO (1947) = positieve toestand van fysieke, psychische en sociale welzijn
Nieuw concept gezondheid (Huber, M. e.a. (2011)) (huidige definitie) = Het vermogen van mensen
om zich aan te passen en eigen regie te voeren in het licht van fysieke, emotionele en sociale
uitdagingen van het leven.
- Functioneren staat centraal, niet alleen de aandoening
- Focus op eigen regie en zelfmanagement en meer aandacht voor preventie
Visies uit het verleden:
Hippocrates (500-300 v.chr.): Het lichaam bevat een mix van 4 vloeistoffen (humors) die in
harmonie/balans moeten zijn (humorale theorie).
(4 vloeistoffen, zwarte gal, gele gal, bloed en slijm)
Plato : Geest (gedachten, waarnemingen en gevoelens) en lichaam (fysieke deel) zijn gescheiden en
hebben geen/nauwelijks relatie met elkaar.
Descartes (17e eeuw): Geest en lichaam gescheiden
- Voorstelling werking lichaam als machine
- Geest en lichaam kunnen communiceren
- Dieren hebben geen ziel en ziel verlaat lichaam bij de dood
,Biomedisch model (19e- 20e eeuw) = verstoring van processen door blessures, bacteriële / virale
infectie e.d.
Te genezen via een medische interventie (diagnose-receptmodel) = (medicatie, behandeling)
Ziekte = signaal van het lichaam, gescheiden van de psychologische en sociale processen van de
geest
Dualisme = lichaam en geest gescheiden van elkaar = Dualistisch mensbeeld
Bio-psycho-sociale model (1977) = Gaat er vanuit dat gezondheid word beïnvloed door:
- Biologische factoren (genetisch, functie, allergie, stoornissen) (genetische karakteristieken
van onze ouders)
- Psychische factoren (gedrag en mentale processen, cognitie, emotie en motivatie)
- Sociale factoren (mensen beïnvloeden elkaar, omgeving)
Holistisch / integraal model = mens beschouwd als eenheid van lichaam en geest in interactie met
de omgeving, zowel factoren van invloed op klacht, als ook invloed klacht op gedrag, cognities en
emoties patiënt van belang.
Biomedische model Bio-psycho-sociale model
Dualistisch mensbeeld (Descartes 1596 – 1650) Holistisch / integraal model
Onderscheid lichaam en geest Mensen beschouwd als eenheid van lichaam en
geest in interactie met de omgeving (alles heeft
invloed op elkaar)
Rechtlijnige oorzaak-gevolg relatie Zowel factoren van invloed op klacht, als ook
invloed klacht op gedrag, cognities en emoties
patiënt van belang (systemisch model /
multifactorieel model / circulair = klacht is
invloed van ons hele systeem, en hebben
invloed op elkaar)
(Para) medici werken vanuit Bio-psycho-sociale model met het ICF of BPS model (MDBB model)
Inzicht ontwikkelen bio-psycho-sociale factoren, wat is gezondheidspsychologie? (Matarazoo, 1982)
Van belang voor:
- Bevorderen en in stand houden gezondheid (onderzoek naar reden voor roken, drugs e.d.)
- Verbeteren systemen en beleid gezondheidszorg
- Preventie en behandeling ziekte (voorkomen van ziekten, mensen met hoge bloeddruk)
- Oorzaken ziekte, risicofactoren en kwetsbaarheid
Psychologie = bestuderen gedrag en mentale processen individuele mens
Gedrag = Doen: waarneembare handelingen, die je kunt zien
Mentale processen :
- Cognitie, denken: leren, waarnemen, interpreteren, geloven en probleemoplossing
- Emotie, voelen: Subjectief (niet meetbaar) gevoel dat beïnvloedt en word beïnvloed door
onze gedachten, gedrag en fysiologie
- Motivatie, verklaring waarom mensen zich gedragen op de manier dat ze doen (drijfveer)
Sociologie: De invloed van groepen in de samenleving (bv. Gezin, school, man-vrouw, sociale klasse,
etnische groep) op het menselijk gedrag
,
, Communicatieve vaardigheden
Leerdoelen:
wat communicatie is en welke verschillende vormen er te onderscheiden zijn.
welke typen gespreksmodellen er bestaan (directief, non-directief).
welke factoren communicatie beïnvloeden.
Toetsstof:
Van der Burgt, M. & Verhulst, F. (2009). Doen en blijven doen. Voorlichting en
compliancebevordering door paramedici. Hfdst. 2 'Communicatie'. Houten: Bohn Stafleu
van Loghum. XXX
Sheets powerpoint
Kennisclips blackboard
Communicatie = een doorlopend proces waarin twee of meer personen informatie uitwisselen en
waar zij voortdurend op elkaar reageren.
Degene die het bericht stuurt = de zender
Degene die de boodschap opneemt = de ontvanger
(continue wisseling van zender en ontvanger door heel en weer spreken)
Coderen = wanneer we iets onder woorden willen brengen heet dat coderen. Het zal nooit exact zijn
wat we bedoelen
Interpreteren = een betekenis of verklaring geven aan woorden of gedrag
Paradox = een tegenstrijdigheid in de communicatie op één of twee kanalen
1. ‘ik vind het vervelend, maar misschien zit ik maar te zeuren’
2. ‘je doet het niet goed, maar ik wil me er niet mee bemoeien’
Dubbele binding = elk antwoordmogelijkheid wordt afgewezen
1. Zoon slaat spontaan arm om zijn moeder, moeder verstijft
Zoon trekt hierop zijn arm terug. De moeder zegt dan: ‘hou je niet meer van me’?
Manipuleren = ongemerkt willen beïnvloeden van een ander
In plaats van direct te zeggen wat met van de ander wil, drijft men de ander een bepaalde richting op
Schuld aan praten
‘jij doet niets voor mij’
‘het komt door jou’
Klein houden
‘dat begrijp jij nog niet’
‘dat kun je niet’
Medelijden opwekken
‘iedereen is tegen me’
‘had ik maar een sterker gestel’