Het is een samenvatting van het gehele boek: Basiskennis taalonderwijs; derde druk, 2020 van Henk Huizenga en Rolf Robbe.
Dit boek is het belangrijkste voor de landelijke kennisbasistoets taal/Nederlands van de PABO in het jaar 2020/2021.
Het zijn 11 hoofdstukken samengevat in 25 pagina's (het hel...
1. Mondelinge taalvaardigheid en woordenschat (20 vragen);
2. Beginnende geletterdheid en voortgezet technisch lezen (22 vragen);
3. Begrijpend lezen, stellen en jeugdliteratuur (16 vragen);
4. Taalbeschouwing en spelling (22 vragen).
Doel van de toets:
- Kennis begrippen
- Begrippen in context
- Begrippen vergelijken
- Begrippen in casussen
- Voorbeelden bij begrippen
Materiaal:
- www.10voordeleraar.nl voorbeeldtoets;
- www.lesintaal.nl begrippen bij de domeinen;
- Dit boek.
Hoofdstuk 2: taalonderwijs en taal
Waarom apart onderwijs in taal geven goed is:
1. Schrijfvaardigheid leer je niet spontaan (kinderen leren alleen spontaan spreken);
2. Niet alle kinderen kunnen zelfstandig een niveau van taal eigen maken (wanneer Nederlands
bv. Niet de moedertaal is);
3. Op school is ander taalgebruik dan in het dagelijkse leven;
4. Bepaalde taalvormen leer je alleen met behulp van taalonderwijs (zoals brief schrijven,
samenvatting maken, etc.);
5. Plezier in boeken moet apart aandacht ingestoken worden.
1. Communicatieve of sociale functie (contact met anderen, mening, standpunt, vragen,
uitleggen, etc.) verschillende sociale taalfuncties:
Zelfhandhaving: opkomen voor wat je zelf wil, jezelf beschermen en verdedigen;
Zelfsturing: woorden en handelen ordenen en plannen aankondigen;
Sturing van anderen: eigen handelen of anderen beïnvloeden;
Structurering van het gesprek: taal gebruiken om het gespreksverloop te
beïnvloeden.
2. Conceptualiserende of cognitieve functie taal als hulpmiddel om je gedachten te ordenen
en greep te krijgen op de werkelijkheid:
Rapporteren: verslag doen van iets wat in de werkelijkheid voorkomt je hebt iets
meegemaakt/gezien en je vertelt erover.
Redeneren: = complexer je bewerkt de gebeurtenis door een extra denkstap te
bouwen gebeurtenis chronologisch ordenen / conclusies trekken / relaties leggen
tussen oorzaak en gevolg / voorstel om probleem op te lossen.
Projecteren: je probeert je te verplaatsen in de gedachten en gevoelens van iemand
anders.
3. Expressieve functie: de taal wordt gebruikt als expressiemiddel gevoelens uiten.
Communicatieve competentie: het vermogen om de communicatieve functie te gebruiken hangt
af van je kennis van het taalsysteem en de taalregels + vaardigheid om een gesprek te voeren met
daarbij passende strategieën gebruiken. Deelcompetenties:
- Grammaticale competentie (linguïstische competentie): kennen van grammaticale regels,
woordenschat, het correct vervoegen en verbuigen van woorden en kennis van de correcte
uitspraak van woorden;
- Tekstuele competentie: kennis van gesproken en geschreven teksten weten hoe je een
gesprek begint en eindigt, maar ook kennis van regels voor schriftelijke teksten;
- Strategische competentie: het vermogen van een taalgebruiker om strategieën te hanteren
om zo doelen te bereiken schrijfstrategieën en spreek- en luisterstrategieën;
- Functionele competentie: vermogen van een taalgebruiker om zijn taalgebruik aan te passen
aan een specifieke situatie whatsapp + brief aan gemeente bv.
Verschillende niveaus van taal:
1. Fonologisch niveau regels voor uitspraak van woorden; (Klaine mense zain altaid in het
noadeel)
2. Morfologisch niveau regels voor opbouw van woorden; (Hoe noem je zo’n boomje toch?)
3. Syntactisch niveau regels voor volgorde van woorden; (Hoe jij kom laat?)
4. Semantisch niveau regels voor betekenis van woorden; (De paarse schimmel knorde van
plezier.)
5. Pragmatisch niveau regels voor gebruik van woorden; (Ik zou graag willen dat de geachte
afgevaardigde nu zijn bek dicht hield.)
6. Orthografisch niveau regels voor spelling van woorden. (De geschiedenis herhaald zich.)
Recursief systeem: een element van de taal kan weer eenzelfde element van de taal bevatten. Een
zin kan een andere zin bevatten Ik vermoed dat hij liegt bevat de zin: hij liegt. = samengestelde
, zin. zinnen kun je zo eindeloos uitbreiden en dus zou je in theorie een oneindige zin kunnen
maken.
Hoofdstuk 3: mondelinge taalvaardigheid
Verschillende theorieën van taalverwerving:
1. Behaviorisme (taal leren door imitatie bij prijzing van ouders gaan ze het woord vaker
herhalen: bv. papa en mama)
2. Creatieve constructietheorie/mentalisme (kinderen imiteren taal niet, maar hebben een
aangeboren taalvermogen waarmee ze op een creatieve manier zinnen kunnen bouwen
de theorie is gebaseerd dat een kind geadopteerd uit China ook NL kan leren volgorde van
taal eigen maken is wel afhankelijk van biologische rijping: vanaf één jaar produceren van
taal)
3. Interactionele benadering (belang van aangeboren taalleervermogen taalaanbod van
omgeving en interactie tussen kind en moedertaalsprekers is belangrijk)
Taalverwervingsproces:
1. Prelinguale periode (0-1 jaar); voordat kind eerste woordjes spreekt produceren
geluiden, maar dit is nog geen taal. Dat begint met het huilen: dit zijn signalen dat de baby
afgeeft. Na 6 weken begint het vocaliseren: produceren klanken en luisteren naar
stemgeluiden. Na 4 maanden begint het experimenteren met geluiden voortbrengen. Ze
produceren medeklinkers en klanken die we in het NL niet kennen = vocaal spel. Na zeven
maanden begint het brabbelen: klankgroepen worden herhaald. Deze klinken al een beetje
als taal. in de prelinguale periode oefent een kind met articulatie, klankstructuur,
zinsmelodie en communicatie met anderen.
2. Linguale periode:
Vroeglinguale periode (1-2,5 jaar); brabbelen gaat over naar betekenisvol
taalgebruik. Alleen het woord bal wordt gebruikt als het kind een mep tegen de bal
geeft. De woorden worden niet altijd correct uitgesproken: spreekmechanisme is nog
niet zover ontwikkeld. eenwoordzin fase: rond eerste levensjaar mededeling
met los woordje, ontkennende zin en aan het eind ook eigenschap aan een woord
koppelen.
1,5 jaar: tweewoordzin woorden worden gecombineerd. Kind kan ook relaties
aangeven; nu gaan de regels voor de volgorde (syntactisch) meespelen. Wordt ook
de telegramstijlfase genoemd ‘die hier’ ‘mama zitten’ ‘in roeren’ ‘peter koffie’ ‘mijdie hier’ ‘die hier’ ‘mama zitten’ ‘in roeren’ ‘peter koffie’ ‘mijmama zitten’ ‘die hier’ ‘mama zitten’ ‘in roeren’ ‘peter koffie’ ‘mijin roeren’ ‘die hier’ ‘mama zitten’ ‘in roeren’ ‘peter koffie’ ‘mijpeter koffie’ ‘die hier’ ‘mama zitten’ ‘in roeren’ ‘peter koffie’ ‘mijmij
hebben’
Meerwoordzin zinnen van meer dan twee woorden. Woordenschat maakt een
enorme groei.
Differentiatiefase (2,5-5 jaar); vanaf nu leert kind morfologisch en pragmatisch
(naast fonologisch, semantisch en syntactisch). Taal kunnen ze los gebruiken van een
context. Taalontwikkeling wordt gedifferentieerder. Rond derde jaar enorme
toename actieve woordenschat van 1.000 woorden. Telegramstijl verdwijnt leren
lidwoorden, bijwoorden en voegwoorden.
Kind ontdekt zelf de regelmatigheden in taal leren meervoud, verkleinwoorden of
vervoegingen van werkwoorden.
Overgeneralisaties: vormen als loopte, gevald en meegebrengt worden gebruikt.
geeft aan dat het kind de verleden tijd en voltooid deelwoord heeft ontdekt.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper joelleholstein. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,95. Je zit daarna nergens aan vast.