Hoofdstuk 1 – Begrip en aard van het internationaal publiekrecht
Art. 94 Gw: sommige rechten en verplichtingen werken rechtstreeks door.
Bij botsing tussen internationaal recht en nationaal recht hebben specifieke rechten en
verplichtingen van internationaal recht voorrang boven formele wetten van nationaal recht en
tevens boven de Grondwet.
Vrede van Westfalen (1648): einde aan 30-jarige en 80-jarige oorlog. Republiek der Zeven
Verenigde Nederlanden werd toen voor het eerst een nieuwe, onafhankelijke staat.
Capitulaties: overeenkomsten op handelsgebied en op het gebied van religie en rechtspraak
met als doel de belangen van de burgers in hun gebieden te beschermen.
Na WOII werd beginsel van zelfbeschikking aanvaard in het Handvest van de Verenigde
Naties.
IPR kent bepaalde entiteiten bevoegdheden toe en biedt juridisch gezien een kader
waarbinnen zij bevoegdheden moeten uitoefenen.
Rechtsbronnen: - Gewoonterecht
- Verdragen
- Besluiten van Internationale Organisaties
- Algemene rechtsbeginselen
Als rechtsregel voortvloeit uit een van deze rechtsbronnen spreken we van internationaal
recht.
Dualistische leer: twee totaal van elkaar gescheiden systemen.
Monistische leer: er bestaat slechts één enkel rechtssysteem waarvan internationaal recht en
nationaal recht deel uitmaken. Internationaal recht staat boven de staat.
Verhouding tussen Internationaal recht en nationaal recht is in complexiteit toegenomen en
eenvoudig model kan niet langer voldoen.
Pluralistische opvatting: beide rechtsordes op gelijke voet.
In beginsel geldt dat regels van nationaal recht geen werking hebben in de internationale
rechtsorde en andersom. Beide rechtsorden hebben eigen organen.
Formele scheiding tussen NR en IR op drie manieren gekwalificeerd:
- IR heeft voor een groot deel betrekking op individuen;
- IR steeds meer toepasselijk op onderwerpen die het NR ook regelt;
- Nationale rechtsorders hebben zich steeds meer opengesteld voor regels van IR.
Twee criteria of men te maken heeft met een juridische regel of een politieke/morele regel:
- Wat is de bron?
- Verbinding tussen normschending en sanctie.
Internationale rechtsorde kent veel instituties die toezicht houden en kijken of internationale
verplichtingen wel worden nageleefd.
1
,Internationaal publiekrecht D.M. de Vries
Toepassing IR vooral mogelijk doordat het IR als zodanig is aanvaard en geïnternaliseerd.
In IR wordt gezag uitgevoerd door staten zelf. IR is veranderd in internationale gemeenschap.
Formele beginselen: over hoe regels ontstaan en hoe deze dienen te worden toegepast.
Materiële beginselen: goede trouw, naleving verdragen, beginsel dat normschending leidt tot
aansprakelijkheid.
Bijzondere delen IPR: rechtsregels om gemeenschappelijke belangen te kunnen beschermen.
Europese Unie is steeds meer een verticaal karakter gaan verwerven. EU wordt supranationale
rechtsorde genoemd. EU belangrijk voor IPR:
- Meest kenmerkende structuurkenmerken van Europees recht zijn ook in het IPR
aanwezig;
- EU is belangrijke actor geworden als het gaat om IPR-betrekkingen;
- EU is steeds meer van belang voor receptie van IR.
Verdragen zijn in steeds meerdere mate bepalend voor de rechten en verplichtingen van de
lidstaten die deel uitmaken van de EU en haar burgers.
Hoofdstuk 2 – Rechtssubjecten
Rechtssubjecten: entiteiten of personen die voldoen aan de voorwaarden om deel te kunnen
nemen aan het rechtsverkeer in de desbetreffende rechtsorde. Er moet per geval bekeken
worden wat het betekent om rechtssubject te zijn en welke bevoegdheden, rechten en
verplichtingen daarbij komen kijken.
Volledige rechtssubjectiviteit: kan op elke manier deelnemen aan het rechtsverkeer.
Beperkte rechtssubjectiviteit: kan slechts op beperkte vlakken deelnemen aan het
rechtsverkeer.
Hoofdregel: personen zijn rechtssubjecten als ze beschikken over internationale
bevoegdheden, rechten of verplichtingen.
Vaak bepaald door politieke overwegingen.
Oordeel van staten zelf over of een staat, organisatie of ander persoon voldoet aan de
relevante criteria is van belang nu criteria zelf niet duidelijk zijn.
Staat: onafhankelijk van andere staten, oefenen publiek gezag uit over een bepaald
grondgebied en de bevolking die daar leeft.
Internationale organisaties: beschikken over internationale rechtspersoonlijkheid en nemen
zelfstandig deel aan rechtsverkeer binnen internationale rechtsorde.
- Reikwijdte bevoegdheid wordt door specialiteitsbeginsel beperkt.
Facto-regimes: georganiseerde groepen die worden opgericht om effectief gezag uit te
oefenen over delen van het grondgebied van de staat.
- Geen rechtssubjectiviteit: beperkt en strekt zich alleen uit tot datgene dat nodig is om
de facto-regimes te onderwerpen aan regels die de burgers beschermen.
Bevrijdingsbewegingen: georganiseerde groepen die vechten tegen een bezette macht of tegen
koloniale mogendheden.
2
,Internationaal publiekrecht D.M. de Vries
- Vollere rechtssubjectiviteit
- Zelfbeschikkingsrecht
Internationale non-gouvernementele organisaties: private organisaties met
grensoverschrijdend karakter.
- In beginsel geen rechtssubjectiviteit, kunnen wel belangrijke invloed uitoefenen op
internationaal recht, bijvoorbeeld via publieke opinie.
Multinationale ondernemingen: in meerdere staten actief op economisch gebied.
- Grensoverschrijdend karakter;
- Rechtssubjectiviteit voor zover dit is gebeurd in de nationale rechtsorde waarin zij
gevestigd zijn.
Natuurlijke personen zijn rechtssubjecten binnen de internationale rechtsorde. EVRM erkent
rechtssubjectiviteit in vergaande mate. Als iemand rechten uit het EVRM zijn geschonden kan
deze persoon op internationaal niveau (EHRM) terecht om procedure tegen staat te beginnen.
Hoofdstuk 3 – Staten
Soeverein gezag komt exclusief aan staat toe. Internationaal recht bepaalt grenzen van
soevereiniteit en niet meer andersom.
Art. 2 lid 1 Handvest: alle staten zijn gelijk.
Staat: - Gezag
- Territorium
- Bevolking
- Capaciteit om internationale relaties aan te gaan
Gezagsstructuur: samenwerkingsverband tussen verschillende instellingen die publiek gezag
uitoefenen.
Er zijn bijzondere regels die beperkingen stellen aan de vrijheid van staten.
Andere staat kan vinden dat nieuwe regering niet in staat is om als legitiem
vertegenwoordiger voor staat op te treden. Kan ervoor zorgen dat andere staten weigeren om
verdrag aan te gaan. Staat verliest hierdoor niet zijn positie als staat.
Titel grondgebied: - Ontdekking
- Effectieve bezetting
- Verdragsbepalingen
Beginsel van intertemporeel recht: het recht dat gold toen de titel ontstond moet worden
toegepast.
Beginsel van verbod van terugwerkende kracht: bepaalde rechtsnorm mag niet worden
toegepast met terugwerkende kracht.
Voldoende is dat staat beschikt over voldoende bepaalbaar grondgebied. Er zijn geen
bijzondere bepalingen over het bepalen van grenzen.
Nationaliteit: juridische band tussen staat en mensen die op grondgebied leven.
3
, Internationaal publiekrecht D.M. de Vries
Staat is in beginsel alleen verplicht om onderdanen het recht tot grondgebied van de staat te
verschaffen. Staatsmacht kan zich voor een bepaald deel ook uitstrekken over zijn onderdanen
die zich ergens anders bevinden.
Er zijn geen personen zonder nationaliteit:
- Afstammingsbeginsel
- Territorialiteitsbeginsel
Effectief gezag: gezag moet daadwerkelijk gehandhaafd kunnen worden.
Interne zelfbeschikking: volken hebben recht om binnen het grondgebied van de staat te
weten hoe de staat werkt en hoe het zich ontwikkelt.
Externe zelfbeschikking: volkeren hebben recht om hun eigen lot te bepalen en te bepalen tot
wat zij zich willen ontwikkelen.
Erkennen: laten zien dat een staat het ermee eens is dat een staat aan alle vereisten voor
staatsvorming voldoet en daarom de status van staat toekomst.
- Impliciet of expliciet
- Alleen rechtmatig als entiteit effectief gezag heeft gevestigd
- Niet vereist voor ontstaan van een nieuwe staat, wel juridisch relevant
- Relevant voor rechtssubjectiviteit
- Erkennen staat is niet hetzelfde als erkennen van de regering.
Voortzetting: na uiteenvallen staat gaan overgebleven staten voort met rechtssubjectiviteit
‘oude’ staat.
Opvolging: vaststellen of rechten/verplichtingen oude staat toch overgaan op nieuwe staat.
Verdragen zijn niet bindend voor derde staten en dus ook niet beslissend voor wat de
juridische positie van de nieuwe staat is.
Clean-slate beginsel: nieuwe staat is niet direct gebonden aan verdragen door zijn voorganger
gesloten.
Fusie van staten: verdragen gesloten door twee oude staten worden overgenomen door nieuwe
staat, art. 31 lid 1 Verdrag inzake statenopvolging mbt verdragen.
Indien staat macht over gebied krijgt dat eerst bij andere staat hoorde, worden verdragen
automatisch van toepassing op dat gebied.
Verkrijgt staat grondgebied van een andere staat, dan verkrijgt het ook die bezittingen.
Samenvoegen: lidmaatschap IO gaat over op nieuwe staat.
Ontbinding/afscheiding: nieuwe staat moet nieuw lidmaatschap aanvragen.
Aansprakelijkheid o.g.v. OD is verbonden aan de staat die de daad heeft gepleegd.
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper desmaindevries. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.