Samenvatting voor het vak Fim 2.
Bevat de volgende hoofdstukken uit het boek basisboek bedrijfseconomie:
H1 paragraaf 1,2,3,4 en 5
H3 paragraaf 1,2 en 3
H4 paragraaf 2 en 3
H5 paragraaf 1,2,3 en 6
H6 paragraaf 1,2 en 3
H9 paragraaf 1,2,3 en 4
H11 paragraaf 1 en 2
H12 paragraaf 1,2,3 en 4
...
,Hoofdstuk 1 Ondernemingen en hun functie in de economie
1.1 Consumenten en producten
Productiehuishoudingen zijn bedrijven, deze vervaardigen goederen en diensten en
verkopen deze aan de consument.
De algemene economie bestudeert de relaties tussen consumenten en producenten en
tussen producten onderling.
- Micro-economie (gaat over marktvormen)
- Macro-economie (economische problemen in de maatschappij als geheel)
Bedrijfseconomie richt zich op het economisch handelen binnen de productieorganisaties.
Ondernemingen zijn productieorganisaties die erop gericht zijn om op de markt inkomen te
verdienen voor hun eigenaren. Het zijn productieorganisaties die naar winst streven.
Een productieorganisatie opereert tussen twee markten: de inkoopmarkt en de
verkoopmarkt.
De productieorganisatie is een samenwerkingsverband van de productiefactoren arbeid en
kapitaal. Onder kapitaal worden grondstoffen en duurzame productiemiddelen verstaan.
De winst die een onderneming behaald komt ten goede aan de eigenaren. De grootte van de
winst is afhankelijk van de efficiency(doelmatig) en de effectiviteit(doelgericht) van het
productieproces.
1.2 Profit- en non-profitorganisaties
Soorten non-profitorganisaties:
- De overheidssector
- Particuliere non-profitinstellingen
Organisaties in de non-profitsector verschillen in de volgende opzichten van ondernemingen:
- Non-profitorganisaties hebben als doel om bepaalde voorzieningen tot stand te
brengen.
- Non-profit organisaties kunnen normaliter niet voortbestaan door zakelijke
markttransacties, en zijn dus niet economisch zelfstandig.
- De beoordeling van de effectiviteit is bij non-profitinstellingen veel moeilijker dan
bij ondernemingen.
1.3 Ondernemingsactiviteiten
Indeling van bedrijven naar de aard van het omzettingsproces:
- Land- en mijnbouw
- Industrie (stuk- en massaproductie)
- Handel
- Dienstverlening
Industrie
, Bij industrie is er sprake van stukproductie en massaproductie. Tussen deze beiden zitten
ook tussenvormen.
Bij serie-stukproductie krijgt de klant zijn eigen individueel bepaalde product, maar probeert
men de kosten te besparen door de componenten van het product in grotere aantallen te
produceren.
Bij serie-massaproductie worden er varianten of modellen van het standaardproduct
geproduceerd, waarbij eens in de zoveel tijd de machines omgesteld dienen te worden naar
de betreffende variant.
3 inputs in een industriële onderneming:
1. Grondstof
2. Duurzame productiemiddelen
3. Menselijke arbeidskracht
Handel
Handelsondernemingen produceren geen nieuwe producten. Er is ongelijkheid tussen
productie en consumptie. Deze ongelijkheid kan betrekking hebben op:
- De grootte van de productie en consumptie
- De samenstelling van productie en consumptie
- Het tijdstip van de productie en consumptie
- De plaats van de productie en consumptie
Er kan in de handel onderscheid gemaakt worden in detailhandel en groothandel.
Dienstverlening
Ondernemingen die zich bezighouden met dienstverlening, verrichten prestaties voor hun
klanten zonder dat zij een nieuw goed vervaardigen of overdragen. Hieronder vallen:
financiële dienstverlening, horeca, transport, ICT-dienstverlening en facilitaire
dienstverlening.
1.4 Rechtsvormen van ondernemingen
Een rechtsvorm is de juridische vorm waarop de onderneming is vormgegeven. Het heeft
invloed op zeggenschap, financieringsmogelijkheden, voortbestaan, aansprakelijkheid,
fiscale positie en openbaring van financiële cijfers.
Wanneer een onderneming over rechtspersoonlijkheid beschikt, betekent dit dat de
onderneming zelf als partij wordt beschouwd in de juridische overeenkomsten die het
zakendoen met zich meebrengt.
Als een onderneming geen rechtspersoon is, dan is de eigenaar-exploitant degene op wiens
naam de overeenkomsten worden aangegaan. Dit wordt een natuurlijk persoon genoemd.
Ondernemingen zonder rechtspersoonlijkheid zijn de eenmanszaak, vennootschap onder
firma of een maatschap.
Ondernemingen met rechtspersoonlijkheid zijn de naamloze vennootschap, besloten
vennootschap of coöperatie.
Voor non-profitorganisaties zijn de rechtsvormen stichting en vereniging relevant. Deze
hebben rechtspersoonlijkheid. Een bestuur handelt namens de organisatie.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Marthebroos. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.