PROBLEEM 4. EEN AAP UIT DE MOUW?
WAAR DAN?
LITERATUUR
- Kennisclip
- Wick-Nelson (2016) – H12
- Prins & Breat (2014) – H16
- Verhulst (2014) – H10
WAT IS AUTISME, WAT ZIJN DE KENMERKEN VAN AUTISME? KENNISCLIP
Autisme verwijst naar een breed spectrum aan stoornissen. Kenmerkend zijn
problemen in de interactie en de sociale communicatie, ook zijn er vaak beperkte
en herhaalde stereotype patronen van gedrag, belangstellingen en activiteiten.
Autisme spectrum stoornissen vielen in de DSM-4 onder de pervasieve
stoornissen en was er onderscheid tussen stoornissen. Zo bestond er
autisme, PDD-NOS, Aspergersyndroom, Syndroom van rett en
desintegratie-stoornissen.
Sinds DSM-5 is er de overkoepelende term Autisme Spectrum Stoornis
(ASS), de groepen zijn vervallen ( Vanwege kleine bijdrage aan een
betere behandeling van een autisme spectrum stoornis.)
DSM-5 CRITERIA
1) Kwalitatief aanhoudende beperkingen in de sociale interactie en
communicatie, in meerdere situaties. Er zijn problemen in drie gebieden:
a. Sociaal emotionele wederkerigheid; de interacties zijn vaak
kwalitatief minder goed. Dit is al zichtbaar vanaf jonge leeftijd, met
name bij contact met leeftijdsgenoten.
b. Non-verbale communicatie.
c. In het ontwikkelen, onderhouden en begrijpen van relaties.
Beperkingen in de communicatie zijn terug te zien op drie domeinen:
- Non-verbale communicatie: vertraagde ontwikkeling van
hoofdbeweging/stoornis in de gedeelde aandacht (het vermogen om
oogcontact en gebaren te gebruiken om ervaringen te delen).
- Verbale communicatie: kinderen begrijpen woorden niet of minder goed
als de voorwerpen niet aanwezig zijn.
- Pragmatische communicatie/taal begrip: kinderen kunnen hun
communicatie moeilijk aanpassen aan de context.
2) Er is sprake van beperkte en zich herhalende patronen van gedrag,
belangstelling en activiteiten. Er is een bovenmatige belangstelling
voor bepaalde activiteiten en objecten, de kinderen houden regide vast
aan hun routines en hebben een stereotype motoriek.
TYPES VAN AUTISME
, 2.7 ORTHOPEDAGOEIK II: STOORNISSEN BIJ KINDEREN
D.m.v. dit het eerste criterium van de DSM (sociale interactie en communicatie)
worden types geclassificeerd:
- Klassieke type: het kind lijkt onverschillig in contact en kinderen gaan
erg op in hun eigen stereotype bezigheden.
- Passieve type: kinderen gaan zelf zelfden opzoek naar contact, maar
accepteren toenadering van anderen.
- Actief-bizarre type: kinderen zoeken zelf actief contact, maar doen
dit op een onaangepast en egocentrische wijze. Hierdoor komen ze
vaak opdringerig en storend over.
BIJKOMENDE PROBLEMEN VOOR DE KINDEREN MET AUTISME SPECTRUM STOORNIS
Bijkomende problemen die de kinderen vaak ervaren maar niet opgenomen zijn
in de DSM-criteria zijn:
Kinderen zijn over/onder gevoelig zijn voor zintuigelijke prikkels(=
hyper-/hyposensitiviteit).
Afwijkende motoriek
Onlogische angsten en driftbuien
Epilepsie (bij 25-33% van de kinderen)
Kinderen komen niet tot fantasiespel, het spel is beperkt tot mechanisch
functioneel spel. Bij verbeeldend spel is het niet fantasie, maar een
concrete imitatie. Het verbeeldende spel is op eenvoudig niveau: kinderen
niet iets uit het niks voorstellen.
Kinderen zijn vaak minder creatief; creativiteit is gebaseerd op realiteit en
niet op verbeelding.
Op latere leeftijd is er een tekort aan sociale verbeelding: intenties achter
gedrag kunnen niet voorgesteld worden.
Er zijn dus meer problemen dan slechts de problemen binnen de 2
hoofdcriteria. De uitingsvorm en bijkomende problemen kunnen verschillen
bij leeftijd.
PROGNOSE & ONTWIKKELING
De diagnose van de stoornis is erg stabiel, de ernst van de stoornis kan over de
jaren heen afnemen.
De algemene sociale vaardigheden van de kinderen verbeteren,
desondanks komen zij ook in een complexere sociale omgeving terecht
uiteindelijk weinig vooruitgang.
Vooruitgaan op taalgebied.
Vooruitgang op zelfredzaamheid.
Het klinische beeld van ASS kan in de ontwikkeling veranderen (= zichtbaarheid
van ASS).
Afwijkingen in de sociale ontwikkeling zijn zichtbaar vanaf 12-18 maanden
Beperkte activiteiten en interesses is zichtbaar na 18 maanden.
Taalachterstand is zichtbaar vanaf de peuterleeftijd.
De kenmerken zijn vanaf 4-12 jaar duidelijk zichtbaar en blijven stabiel,
ook in de 12-18 jaar blijven kenmerken stabiel. Bij een minderheid van de
kinderen is er een toename van de kenmerken zichtbaar. De overgang
naar de volwassenheid is vaak moeilijk voor de kinderen.
Algemene prognose:
Kinderen die voor hun 6e taal hebben ontwikkelend en een IQ van boven de 70
hebben, zullen gunstigere effecten hebben in de volwassenheid. Het algemene
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ilonagroeneveld. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.