Taken en bevoegdheden:
- wat de taken en bevoegdheden van de verschillende beroepen binnen het tandheelkundig team
Tandarts
1. Behandelplan
2. Behandelingen
3. Doorverwijzing/ samenwerking specialisten
4. Voorlichting
Mondhygiënist
1. Behandelplan
2. Behandelingen
3. Samenwerking specialisten
4. Afspraken maken
5. Voorlichting
Tandartsassistent(e)
1. Assisteren
2. Balie
3. Omloop/ sterilisatie
4. Voorlichting
5. Voorraadbeheer
- de deskundigheidsgebieden van de mondhygiënist
• Röntgenfoto’s maken en beoordelen
• Gaatjes vullen van caviteiten (prepareren en restaureren)
• Verdoving (anesthesie)
• Behandelplan
• Onderzoek
• Behandelen van primaire caviteiten
• Geven van voorlichting
• Gebitsreiniging
- de verschillende werkvelden van de mondhygiënist
• In algemeen tandartspraktijk (regulier).
• Vrij gevestigd → een eigen praktijk heeft.
• Kindertandheelkunde.
• Paro-kliniek.
• Verpleegtehuis.
• Ziekenhuis
• Orthodontist
• Gemeentelijke gezondheidsdienst.
• Commerciële omgeving.
,- dat het toedienen van lokaal anesthesie een voorbehouden handeling is met functionele
zelfstandigheid
In aansluiting op de uitbreiding van de opleiding werd ook het wettelijk kader aangepast en werd in
2006 een nieuwe Algemene Maatregel van Bestuur ex. art. 34 Wet BIG van kracht, waarbij de
mondhygiënist rechtstreeks toegankelijk en zelfstandig bevoegd werd voor het gehele
deskundigheidsgebied, behalve voor de drie voorbehouden handelingen (het geven van lokale
anesthesie, het prepareren en restaureren van primaire caviteiten en het maken en interpreteren
van röntgenfoto’s). Voor de eerste twee voorbehouden handelingen werd de mondhygiënist
functioneel zelfstandig bevoegd, voor het maken van röntgenfoto’s bleef opdracht en toezicht
bestaan als gevolg van het Stralingsbesluit Kernenergiewet.
De therapeutische interventies die de mondhygiënist uitvoert zijn onder andere het non- chirurgisch
behandelen van tandvleesproblemen (gingivitis en parodontitis), het prepareren en restaureren van
primaire caviteiten (minimaal invasief) en sealen. Daarnaast is de mondhygiënist bevoegd voor het
geven van anesthesie en het indiceren, maken en interpreteren van röntgenfoto’s ten behoeve van
het zorgvuldig kunnen stellen van de diagnose en een risico-inschatting binnen het
deskundigheidsgebied.
Als een tandarts een vrijgevestigde mondhygiënist de opdracht geeft om onder anesthesie een
primaire caviteit te prepareren, dan is de mondhygiënist civielrechtelijk aansprakelijk voor fouten in
de behandeling, terwijl de tandarts aansprakelijk is voor fouten in de verwijzing. Bijvoorbeeld door
te verwijzen naar een mondhygiëniste waarvan hij kon weten dat deze niet bekwaam was
- dat het restaureren van primaire cariës een voorbehouden handeling is met functionele
zelfstandigheid
Als een tandarts een mondhygiënist vraagt om een primaire caviteit te vullen, mag deze dit doen
buiten direct toezicht van de tandarts, aangezien deze opdracht valt binnen de functionele
zelfstandigheid van de mondhygiënist. Voldoende is dat dan aan voldaan is aan artikel 39 BIG.
Functionele zelfstandigheid houdt in dat men in opdracht van een tandarts voorbehouden
behandelingen mag uitvoeren zonder dat de opdrachtgever toezicht houdt en de mogelijkheid heeft
tussen beide te komen.
Dit geldt voor anesthesie en primaire cariës → samenwerkingsprotocol. Voorwaarde:
• Mondhygiënist is bekwaam.
• Behandelen mag ook zodra er een protocol is.
• Hierbij wordt met de tandarts een afspraak gemaakt, dat de mondhygiënist
• Niet voor elke handeling toestemming moet vragen.
- dat het vervaardigen van röntgenfoto’s een voorbehouden handeling is
Een mondhygiënist mag wel röntgenfoto’s maken, maar moet daarvoor bij elke patiënt
toestemming vragen bij de tandarts → niet functioneel zelfstandig.
- de begrippen primaire, secundaire en tertiaire preventie zoals beschreven in Beertsen, W.,
Quirynen, M., Steenberghe, van D., Velden, van der U. (2009) Parodontologie, Houten: Bohn Stafleu
van Loghum pag. 301-302
,De primaire preventie heeft tot doel het voorkomen van parodontale aandoeningen. Daarbij richt
men zich vooral op gezonde personen, meestal kinderen en jongvolwassenen, met als doel het
behoud van gezonde parodontale weefsels na de eruptie van het melk- en definitieve gebit. Dit kan
door het reduceren van de aanwezige plaque, het voorkomen van de accumulatie van nieuwe
plaque, selectieve inhibitie van die bacteriën die met de ziekte worden ' 'inhibitie van die bacteriën
die met de ziekte worden geassocieerd, en/of het inhiberen van virulentiefactoren (Marsh e.a.,
1992).
Wanneer een ziekteproces klinisch wordt vastgesteld, verandert het doel van de preventie.
Progressie van het ziekteproces voorkomen, wordt nu het hoofddoel. Deze zogenoemde secundaire
preventie start vroeg in de pathogenese en is zowel gebaseerd op vroege en accurate diagnostiek,
als op effectieve therapeutische maatregelen die het ziekteproces moeten stopzetten en/of recidief
na succesvolle therapie moeten voorkomen door ‘ondersteunende parodontale behandeling.
Bij patiënten met een vergevorderd ziekteproces ontstaan soms defecten die behandeling vragen
opdat de gezondheid/goede functie van de patiënt behouden kan blijven (tertiaire preventie).
Dergelijke correctieve therapie heeft een dubbel doel: enerzijds het beperken van de opgelopen
schade en anderzijds de rehabilitatie ervan. Het herstel van de gingivale contour bij een patiënt met
een behandelde necrotiserende parodontitis is hier een voorbeeld van. Deze aspecten van de
parodontale therapie worden niet verder besproken in dit hoofdstuk.
Primaire preventie kan zich zowel op kleine als op grote doelgroepen richten. Wanneer zij zich richt
op grote doelgroepen gaat het vooral over ‘voorlichting’. Primaire preventie heeft normaal de beste
kosten-batenverhouding, omdat hiermee getracht wordt verdere behandeling onnodig te maken en
alle nadelige gevolgen die een ziekte met zich mee kan brengen, in te perken. Het is moeilijk om een
strikt onderscheid te maken tussen primaire, secundaire en tertiaire preventie, daar veel
preventiestrategieën alle aspecten kunnen betreffen.
Primaire preventie → voorkomen van parodontale aandoeningen. Richt zich vooral op gezonde
personen. Vaak wordt dit ook wel als voorlichting gezien.
Secundaire preventie: → progressie van het ziekteproces voorkomen.
,Tertiaire preventie: → de gezondheid/goede functie van de patiënt behouden. Het heeft een dubbel
doel: enerzijds het beperken van de opgelopen schade, anderzijds de rehabilitatie ervan.
Je hebt primaire, secundaire en tertiaire preventie. In andere paramedische en medische beroepen
is gekozen voor een overkoepelende indeling
Universele preventie (Primaire preventie)
• gezonde, hele bevolking
• Beschermt actief de gezondheid van de bevolking
• Tv-reclames over elektrische poetsen
Selectieve preventie (secundaire preventie)
• Richt zich op de bevolking met een verhoogd risico en voorkomt dat de aandoening bij
personen een ziekte wordt.
• Het bewust maken van risico’s op mondaandoeningen bij diabetes of hart- en vaatziekten.
Geïndiceerde preventie (secundaire preventie)
• Mensen met beginnende klachten
• Voorkomt dat beginnende klachten verergeren tot een aandoening
• Professionele voorlichting, coaching en fluoride-applicatie bij beginnende cariëslaesies.
Zorg gerelateerde preventie (tertiaire preventie)
• Mensen met een ziekte of aandoening en voorkoming van applicaties, beperkingen en
lagere kwaliteit van leven.
• Na zorgbehandelingen bij parodontitis.
- de relevante wetgeving voor het beroep mondhygiënist en benoemt waar deze wetgeving voor
staat (Wet BIG, WGBO, WKCZ, AVG, geneesmiddelenwet, kwaliteitswet zorginstellingen,
beroepsaansprakelijkheid, besluit stralingsbescherming kernenergiewet)
WGBO: De Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst
Kwaliteit bevorderen van de zorg die beroeps oefenaren beoefenen. De wet is ook bedoeld om
patiënten of cliënten te beschermen tegen ondeskundig of onzorgvuldig handelen van individuele
zorgverleners.
1. Je bent eerlijk naar de patiënt en andersom
2. Bijvoorbeeld patiënt HIV of wat je ziet in de mond
3. Je hebt geheimhoudingsplicht naar ander collega’s
Wet BIG:
1. Beroepen in de individuele gezondheid
2. Het geeft regels voor beroepen in de gezondheidszorg en beschermt patiënten tegen
ondeskundigen en onzorgvuldig handelen
3. Het BIG-register geeft duidelijkheid over de bevoegdheid van een zorgverlener
AVG:
Een cliënt hoeft op grond van de AVG geen toestemming te geven voor het verwerken van
persoonsgegevens die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de behandelovereenkomst. Voor
,doeleinden van gegevensverwerking anders dan uitvoering van de behandelovereenkomst, dient wel
toestemming te worden gevraagd.
1. Er zijn meer verplichtingen bij het verwerken van persoonsgegevens.
2. Gebruikers hebben meer mogelijkheden om zichzelf op te komen als het gaat om de
verwerking van hun gegevens.
Geneesmiddelenwet:
Met de wijziging van de Geneesmiddelenwet (2007) mogen mondhygiënisten de voor het toepassen
van lokale anesthesie benodigde middelen (en eventuele andere voor de mondhygiënische
behandeling noodzakelijke middelen) rechtstreeks van de apotheek en/of dental depot betrekken en
onder zich hebben om binnen de praktijkvoering te kunnen gebruiken. Mondhygiënisten kunnen
geen geneesmiddelen voorschrijven aan de patiënt.
1. In de Geneesmiddelenwet staat hoe een medicijn mag worden geproduceerd en verhandeld.
2. Hiervoor is een vergunning nodig. De volgende personen mogen medicijnen op recept aan
patiënten geven: Apothekers, huisartsen met een vergunning voor apotheker, personen en
instanties met een speciale vergunning
Kwaliteitswet zorginstellingen:
1. Alle zorginstellingen moeten zorg leveren die voldoet aan bepaalde kwaliteitseisen.
2. Ze moeten bijvoorbeeld het zorgplan met cliënten bespreken, medezeggenschap regelen en
een klachtenregeling hebben.
3. Het bieden van verantwoorde zorg. De zorgaanbieder moet doeltreffende, doelmatige en
vraaggerichte zorg bieden
4. Voorziet de instelling van zowel kwalitatief en kwantitatief van personeel en materieel
5. Op kwaliteit bewust beleid voeren
Beroepsaansprakelijkheid
1. Beroeps-aansprakelijk-heid gaat over beroepsfouten waarvoor jouw bedrijf verantwoordelijk
is.
2. Vaak gaat het om een verkeerd advies, plan, ontwerp of contract waardoor jouw klant of
opdrachtgever financiële schade oploopt.
3. Je klant kan dan jou aansprakelijk stellen voor de schade.
Besluit bestralingsbescherming kernenergiewet:
1. Het besluit beschermt verschillende groepen die te maken hebben met ioniserende straling:
werknemers, patiënten, bevolking en het milieu.
2. Mensen die werken met stralingsbronnen worden goed beschermd. Er gelden hoge eisen
aan het controlesysteem. Belangrijk bij dit controlesysteem is: hoe hoger het risico, des te
strenger de eisen en het toezicht zijn.
3. Er gelden strenge grenswaarden voor vrijstelling en vrijgave van radioactieve stoffen, die
vrijkomen na bijvoorbeeld grondboringen of een behandeling in een ziekenhuis. Deze
grenswaarden zijn wereldwijd hetzelfde.
4. De voorschriften voor de stralingsbeschermingsdeskundige en toezichthoudend
medewerker stralingsbescherming binnen de Europese Unie zijn gelijk. Deze deskundigen
zorgen voor het veilig werken met straling, bijvoorbeeld in ziekenhuizen en bedrijven.
, 5. Sommige ondernemers zijn verplicht om een ‘standaard vergunning’, een registratie, voor
het gebruik van een stralingsbron te doen. De registratie geldt voor het grootste deel van de
röntgenapparaten van tandartsen en dierenartsen.
6. Andere ondernemers zijn verplicht om een vergunningaanvraag in te dienen voor het
werken met een stralingsbron. Voor deze vergunningsaanvraag moet de ondernemer
informatie aanleveren zoals: een omschrijving van het onderhoud en het
inspectieprogramma van apparatuur of contracten voor de terugname van sommige
radioactieve bronnen.
7. Bedrijven die werken met een bepaalde radioactieve stof moeten een beveiligingsplan
hebben. In dit plan staat bijvoorbeeld verplicht beschreven hoe een bedrijf omgaat met
diefstal door eigen personeel.
Speeksel:
De student legt uit:
- de functies van het speeksel
1. Het heeft een bufferende werking, speeksel heeft het vermogen om iets steeds weer de
zuurgraad 7 te brengen. Het heeft dus de werking om zuur te neutraliseren naar een PH van
7.
2. Ook zorgt het voor mechanische reiniging. Met de speeksel slik je restjes voedsel door.
3. Bescherming tegen slijtage. Door het speeksel op de tanden, slijten ze minder door het
speeksel (het glijdt wat meer).
4. Het is een voorraad in mineralen. Speeksel heeft een rol in de remineralisatie en
demineralisatie. (Demineralisatie) Calciumionen gaan uit de tand omdat het zuur is in de
mond. Deze ionen blijven dan in het speeksel maar wanneer de PH weer 7 is, slaan die ionen
weer neer in het glazuur (remineralisatie).
5. In het speeksel zitten er ook allemaal verschillende stoffen die een antibacteriële werking
hebben. Dit zorgt ervoor dat bacteriën direct onschadelijk worden gemaakt.
6. Lubricatie: Speeksel heeft ook een beschermende werking voor het zachte weefsel vooral bij
de slijmvliezen. Zorgt ervoor dat ze niet uitdrogen, houdt het dus vochtig. Het enzym
musine.
7. Door de vermenging van stoffen proeven we veel meer. Dankzij de vermenging krijgen we
de smaak van het voedsel
8. Het zorgt voor een evenwicht tussen bacteriën, virussen en schimmels.
9. Het helpt bij te spijsvertering, door het kauwen wordt speeksel vermengt met wat we eten.
Door het enzym amylase, begint daar al de vertering. Het enzym Lipase (vet splitsent enzym)
Door het kauwen krijg een andere samenstelling van speeksel:
1. Mechanische prikkel, het verandert als je op iets gaat kauwen, dan wanneer het in rust is.
Het krijgt een hogere PH, er zit meer bicarbonaat in
2. Chemische prikkel, als iets scherps gekruid is. Hierdoor krijg je meer speeksel, waardoor het
neutraliseert.
3. Psychische prikkel, als je bijvoorbeeld aan iets lekker denkt.
4. Wanneer je gespannen bent, kun je ook minder speeksel aanmaken.