Retailmarketing
De Winkel
Omzet =
klanten (traffic) x aankopen ( # X C ) x herhaling (loyaliteit) Periode 2, Periode 3
In “de winkel” draait het om omzet (of marge als afgeleide van omzet). Klanten trekken, klanten
verleiden om aankopen te doen (conversie) en zorgen dat ze tevreden zijn en loyaal worden! In
periode 2 staan de eerste twee delen meer centraal. Hoe trekt de winkel de klanten aan? Hoe zorgt
de winkel voor aankopen?
Deze periode
-De student is in staat om de marketingmix >4 P’s en de 4 C’s te herkennen zodanig dat hij de
invulling hiervan kan benoemen en omschrijven voor een retailformule.
-De student kan op basis van een bedrijfsscan conclusies formuleren, zodanig dat inzichtelijk wordt
waar de aandachtspunten (pijnpunten) zitten voor een mkb-retailer op het gebied van de invulling
van de marketingmix, digitalisering en betekenisvol ondernemen
Onder “Retailing” verstaan we alle activiteiten van bedrijven en organisaties die zich richten op het
direct leveren van goederen, diensten en informatie via alle beschikbare kanalen aan consumenten
(eindgebruikers), waarbij de goederen en diensten worden betaald uit het netto-inkomen van de
consumenten.
Marketing is het management proces verantwoordelijk voor het identificeren, anticiperen en
bevredigen van de consumentenbehoeften op een rendabele wijze.
Retailmarketing mix= De instrumenten waarmee een retailer inspeelt op de consumentenbehoefte
Marketing Mix
Fabrikanten: 4 P’s (Product, Prijs, Promotie, Plaats=Retailer)
Retailers: >8 P’s
Interne instrumenten (koopgedrag)
presentatie, fysieke dist, productiviteit, personeel
Externe instrumenten (aandacht)
plaats, product, prijs, promotie, publiek
Bedrijven moeten over vier dingen na moeten denken als ze succesvol een product willen verkopen.
Product, prijs, promotie, plaats= de vier ‘marketinginstrumenten’ / 4 P’s. Voor fabrikanten zijn ditr de
meest relevante P’s. Later zijn hier meerdere P’s aan toegevoegd, mede door de retail. In de retail
bestaat de marketingmix uit twee delen;
- de externe marketingmix, gericht op het wekken van de belangstelling voor de formule
- de interne marketingmix, gericht op omzetten v.d. opgewekte belangstelling in feitelijk koopgedrag.
Product
-Assortimentsopbouw
-Private label
-Keuze piramide
-Technische opbouw assortiment
, Assortimentsopbouw
Assortiment Assortimentsgroepen Artikelgroepen Assortimentsgroepen Assortiments-variëteit
Coca Cola Zero 2 liter
Cola Pepsi Cola 1,5 liter
Vers Frisdank Cassis PL Cola 1,0 liter
Supermarkt Houdbaar Bier Lemon
Diepvries Soep
Breedte en diepte van assortiment
BREEDTE DIEPTE
De verschillende behoeften die de retailer afdekt De keuze die wordt geboden binnen bepaalde
ten behoeve van de consument behoeftencategorie
Omzet/sku’s/facings
Omzet in de bedrijfseconomie (omzet = prijs x volume)
In de retail is ‘omzet’ vaak afhankelijk van de persoon die het concept gebruikt. Aantal producten in
het assortiment van een supermarkt bv: 20.000 SKU’s. In tegenstelling tot een Aldi en Lidl waar
respectievelijk het assortiment zo rond de 800 en 1800 items zit. Facings: De ruimte voor één artikel.
Het aanzicht van een artikel op het schap. Bijvoorbeeld: twee artikelen naast elkaar geeft een facing
van 2. Vijf artikelen naast elkaar geeft een facing van 5.