Samenvatting Jeugdrecht Begrepen
Hoorcollege 9
Hoofdstuk 1 Inleiding recht
1.2 Omschrijving en doel
Welk doel nagestreefd moet worden, is een zaak van politieke keuzes. De inhoudt van het
recht wordt door de politiek bepaald en verschilt (gedeeltelijke) van land tot land.
Daarnaast heeft recht ook een technisch doel: het ordenen van de samenleving en het geven
van regels om conflicten te voorkomen. Door de rechtsregels kan het samenleven van
mensen ordelijk verlopen.
1.3 Rechtsgebieden
Het recht wordt ingedeeld in verschillende onderdelen, die rechtsgebieden worden genoemd.
Staatsrecht
Het staatsrecht geef de basisregels voor de organisatie van de overheid. Het biedt een
beschrijving van de verschillende organen van de overheid, zoals gemeenteraad en
provinciale staten, het beschrijft hun onderlinge verhouding, en het geeft regels voor de
relatie tussen burger en overheid.
De belangrijkste wet op het terrein van het staatsrecht is de Grondwet, die de basis biedt
voor onze staatsinrichting.
Bestuursrecht
Het bestuursrecht geeft regels voor de bestuurstaak van de overheid. Met bestuurstaak
bedoelen we de ordende taak van de overheid; zorg voor milieu, onderwijs, jeugdhulp,
verkeer en sociale zekerheid.
Het bestuursrecht geeft regels voor de uitoefening van die veelzijdige bestuurstaak. Bij het
uitoefenen van de bestuurstaak komt de overheid vaak met (de belangen van) burgers in
aanraking.
Wat de overheid in dit soort contacten wel/niet mag doen, hoe ze zich op moet stellen t.o.v.
haar burgers, staat beschreven in het bestuursrecht. Daarnaast biedt het bestuursrecht
burgers die zich tegen handelingen/besluiten van de overheid willen verzetten,
mogelijkheden voor bezwaar en beroep.
Strafrecht
Typerend voor het strafrecht is dat het verboden gedragingen beschrijft, zoals diefstal of
moord.
Wie zich toch schuldig maakt aan zo’n verboden gedraging, kan door de rechter gestraft
worden.
De wetgeving neemt alleen die gedragingen in het strafrecht op, die de rechtsorde zozeer
schenden dat een bestraffende reactie van de overheid moet volgen.
Rechtsorde: De rust en de veiligheid in de samenleving.
Twee belangrijke wetboeken
- Wetboek van Strafrecht (Sr)
- Wetboek van Strafvordering (Sv)
Burgerlijk recht
Het burgerlijk recht regelt de rechtsverhoudingen tussen burgers onderling. Het burgerlijk
recht bestaat uit drie onderdelen:
1. Personen- en familierecht, waarin de familierechtelijke relaties tussen mensen worden
geregeld zoals ouderschap, gezag, omgang en (echt)scheiding.
, 2. Vermogensrecht; dat de zakelijke relaties tussen personen regelt, zoals koop, huur en
hypotheek.
3. Rechtspersonenrecht
- Rechtspersoon: een organisatie of onderneming die een zelfstandig leven leidt in het recht.
Jeugdrecht: Het geheel van rechtsregels dat de positie van jeugdigen regelt.
1.4 Materieel recht en formeel recht
Het materieel recht bevat de rechten en plichten van burgers.
- De strafbepalingen, zoals diefstal, brandstichting, doodslag, aanranding etc.
- Wetboek van strafrecht
Het formeel recht geeft het procesrecht.
- Geeft aan wat er gebeurt als er eenmaal een strafbaar feit is gepleegd; de rechten van de
verdachte, de positie van de raadsman, de bevoegdheden van politie en justitie om de
waarheid te achterhalen, de gang van zaken tijdens de rechtszaak etc.
- Wetboek van strafvordering
- Ook wel procesrecht genoemd
1.5 Nationaal en internationaal recht
Nationaal recht: De regels die gelden op het grondgebied van een land.
Internationaal recht: Regelt de rechtsrelaties tussen verschillende staten.
Hoofdstuk 10 Procesrecht
10.2 Verzoekschriftprocedure
Het burgerlijk procesrecht kent twee typen procedures: dagvaardingsprocedures en
verzoekschriftprocedures.
- Een dagvaardingsprocedure begint met een dagvaarding
- Een verzoekschrift zet een verzoekschriftprocedure in gang.
Ale procedures in het personen- en familierecht zijn verzoekschriftprocedures.
Indeling Rv
Rv: Wetboek van burgerlijke rechtsvordering
Verzoekschrift
Verzoekschrift: Een officieel stuk waarin iemand zich tot de rechter wendt.
In het verzoekschrift wordt de rechter gevraagd om een bepaalde uitspraak te doen.
Een verzoekschrift wordt ingediend bij de griffie (secretariaat) van het gerecht dat de zaak
behandelt.
Inschakelen advocaat
Er kan bij de rechtbank alleen worden geprocedeerd via een advocaat. Hij verricht namens
zijn cliënt de proceshandelingen. Een verzoeker met dus een advocaat in de arm nemen voor
het indienen van een verzoekschrift.
- Maar verzoeken aan de kinderrechter over de uitvoering van de OTS kunnen worden
ingediend zonder advocaat; verlening van de OTS, intrekking/vervallenverklaring van een
schriftelijke aanwijzing of beëindiging van de uithuisplaatsing.
Eigen rechtsingang jeugdige
Een jeugdige vanaf 12 jaar kan, (bij OTS) zelfstandig procederen. D.w.z. dat hij een zaak ook
aan de rechter voor kan leggen als zijn ouders daar niets voor voelen.
Een eigen rechtsingang heeft de jeugdige bij verzoeken i.v.m.:
, - Verlenging van de OTS
- Intrekking of vervallenverklaring van een schriftelijke aanwijzing.
- Beëindigen of bekorten uithuisplaatsing
- Wijziging van een op verzoek van de gecertificeerde instelling door de rechter vastgestelde
omgangsregeling
- Algemene geschillenregeling voor de uitvoering van de OTS
10.3 Absolute competentie
Rechtbank
Alle zaken in het personen- en familierecht worden in eerste aanleg behandeld door de
rechtbank. Dat gebeurt door de familiekamer van de rechtbank of door de kantonrechter.
In procedures bij de kantonrechter is een ondertekening van de advocaat in het
verzoekschrift niet verplicht. Bij de kantonrechter kunnen de partijen gewoon zelf hun
stukken indienen en hun proces voeren.
Het staat de partijen vrij een advocaat in te schakelen, is dus niet verplicht.
Bevoegdheidsverdeling familiekamer rechtbank en kantonrechter
De familiekamer is bevoegd voor alle zaken die gaan over de persoon van en het gezag over
de minderjarige.
De kantonrechter is de bevoegde rechter in zaken over het vermogen van de minderjarige en
bij verzoeken om handlichting.
Kinderrechter
In jeugdzaken wordt de kinderrechter vaak aangewezen als bevoegde rechter.
De kinderrechter is een alleensprekende rechter, d.w.z. dat één rechter het verzoek
behandelt en een uitspraak doet.
Gaat het verzoekschrift over een minderjarige, dan maakt de kinderrechter deel uit van de
meervoudige kamer die de zaak behandelt.
10.4 Relatieve competentie
De hoofdregel van de relatieve competentie: de woonplaats van de verzoeker is bepalend.
Woonplaats minderjarige
Rv bepaalt dat in zaken betreffende minderjarigen de woonplaats van de minderjarige
bepalend is.
Als woonplaats van een minderjarige geldt de woonplaats van degene die het gezag over
hem uitoefent.
- Hebben twee (gescheiden) ouders samen het gezag, dan geldt de woonplaats van de ouder
bij wie de jeugdige verblijft of het laatst heeft verbleven.
10.5 Behandeling van het verzoek
De verzoeker en belanghebbenden worden door de griffie opgeroepen om ter zitting te verschijnen.
Belanghebbende
Belanghebbende: Degene wiens belangen direct worden geraakt.
Juridisch ouder zonder gezag niet altijd belanghebbende
Uit rechterlijke uitspraken wordt duidelijk dat de rechter a.d.h.v. de omstandigheden van de
concrete situatie beslist of een juridisch ouder zonder gezag als belanghebbende wordt
aangemerkt.
Positie van de belanghebbende