100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Ontwikkelingspsychologie - Developmental Psychology €7,99   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Ontwikkelingspsychologie - Developmental Psychology

47 beoordelingen
 2679 keer bekeken  168 keer verkocht

Erg uitgebreide Samenvatting van OWP - Developmental Psychology - Leman, Parke & Bremner. 73 pagina's verdeeld over 16 hoofdstukken. Gebruik gemaakt van duidelijke kopjes, afbeeldingen en tabellen die met het boek gelijk lopen.

Voorbeeld 8 van de 73  pagina's

  • Ja
  • 14 juni 2014
  • 73
  • 2013/2014
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (41)

47  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: csipma • 1 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: pbrookhuis • 2 jaar geleden

goed!

review-writer-avatar

Door: eva193 • 2 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: dorisvanderlem • 2 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: hfbergsma • 3 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: mereloostdam • 3 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: romyeggink • 4 jaar geleden

Bekijk meer beoordelingen  
avatar-seller
AAC
Hoofdstuk 1: Themes and Contexts!
!
Ontwikkelingspsychologie: identificeert en beschrijft veranderingen gedurende de levensspanne
van een individu en de processen die aan deze veranderingen ten grondslag liggen.!
- Veranderingen in: Cognitieve, emotionele, sociale en gedragsmatige capaciteiten.!
- Wetensch. Onderzoek relatief jong: Pas sinds ongeveer 100 jaar wordt ontwikkeling empirisch
onderzocht.!
- Een belangrijk doel: ontdekken hoe het functioneren van kinderen verbeterd kan worden
(vroeger werden kinderen gezien als miniatuur volwassenen).!
!
Thema’s in de ontwikkelingspsychologie!
!
1. Het probleem van de veroorzaking van gedrag:!
! - Nature-nurture debat: biologische opmaak vs. omgeving.
! - Empiricisme: ontwikkeling wordt bepaald door omgevingsinvloeden.
! - Nativisme: ontwikkeling wordt bepaald door genetische factoren.
—> Tegenwoordig: staat interactie tussen genen en omgeving centraal.!
!
2. Het probleem hoe verandering over de levensspanne precies verloopt:!
! - Continue ontwikkeling: vaardigheden veranderen geleidelijk !
! —> kwantitatief: onderliggende processen aan verandering blijven het hele leven hetzelfde.
! - Discontinue ontwikkeling: veranderingen treden plotseling op !
! —> kwalitatief: zijn verschillende ontwikkelingsfasen te onderscheiden (elke fasen zijn !
! ! eigen kwalitatieve gedrag)
—> Tegenwoordig: wordt ontwikkeling gezien als continue en kwantitatief. Wel wordt erkend !
! dat soms discontinue, kwalitatieve veranderingen optreden.!
!
3. De noodzaak van het aanleren van vaardigheden op één bepaald moment in de ontwikkeling:!
! - Kritieke periode: periode waarin bepaalde ervaringen noodzakelijk zijn voor het aanleren
! van een vaardigheid. Word in deze fase het gedrag niet aangeleerd dan is de kans!
! groot dat dit nooit meer zal gebeuren.
! - Sensitieve periode: periode waarin bepaalde ervaringen belangrijk zijn voor typische !
! ontwikkeling. Als dit niet gebeurd betekent het niet dat het nooit meer geleerd zal worden
! maar wel dat het moeilijker wordt.!
!
4. Discussie over het gebied waarom leerervaringen invloed hebben:!
! - Domein-algemene ontwikkeling: ontwikkelingen kunnen invloed hebben op allerlei !
! vaardigheden. (Aanhangers: Piaget & empiristen) !
! - Domein-specifieke ontwikkeling: het ontwikkelen van een vaardigheid heeft geen invloed
! op een andere vaardigheid. (Aanhangers: nativisten)!
!
5. Het thema van de locus van verandering (naar welke veranderingen moeten we kijken?):!
! - Er bestaan verschillende niveaus van verklaring: biologische, gedragsmatige, sociale en
! ! emotionele verklaringen.!
!
!
!
!
!
!
1

, Perspectieven op ontwikkeling!
Er zijn verschillende benaderingen van ontwikkeling:!
!
1. Kijken naar de relatie tussen individuele kenmerken en omgevingskenmerken.!
Interactionistisch standpunt: kijken naar de invloed van omgeving op individu en de invloed van het
individu op de omgeving.!
!
2. Culturele context: !
Ontwikkeling van kinderen uit verschillende culturen verschilt.!
!
3. Ecologische perspectief (Bronfenbrenner): !
Kijken naar verschillende systemen in de omgeving van een kind en interacties hiertussen.!
- Microsysteem: directe omgeving (gezin) —> sterkste invloed!
- Mesosysteem: interactie tussen componenten van het microsysteem.!
- Exosysteem: minder directe invloeden (familie en media)!
- Macrosysteem: minst directe invloeden (cultuur)!
- Chronosysteem: loopt tussen deze systemen door en beschrijft hoe deze veranderen!
—> Ontwikkeling wordt bepaald door (Bronfenbrenner): interactie individu en deze systemen en
interactie systemen onderling.!
!
4. Levensspanne perspectief: !
Ontwikkeling gedurende het hele leven (houdt niet op na kindertijd)
Leeftijdscohort: generatie van mensen die allemaal tijdens dezelfde periode geboren zijn.!
!
5. Ontwikkelingspsychologie is een centraal onderdeel van de psychologie:!
Ontwikkeling is belangrijks voor ieder aspect van de psychologie —> elk aspect heeft namelijk een
ontstaansgeschiedenis.!
Symbiotische relatie: ontwikkelingspsychologie maakt gebruik van vele vondsten uit andere velden
en andersom.!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
2

, Collegeslides!
!-
Normatieve ontwikkeling: voor iedereen gelijk.!
- Waarom verschillen mensen? Babyfase, context, leeftijdsgenoten, economie, media etc. !
- Life course persistence: kinderen die vanaf het begin antisociaal gedrag vertonen en dit
doorzetten.!
- Basisidee achter ontwikkeling: ontwikkelingstaken/opgaven (Havighurst, Baltes):
veranderingen in persoon/omgeving àbeïnvloedt karakter/ontwikkeling. Ontwikkelingstaken
hebben een dwingend, onvermijdelijk karakter, beslaan een langere periode van de levensloop
en bieden een ondersteuning in de primaire omgeving.!
- Perioden in ontwikkeling:!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!


!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
3

, Hoofdstuk 2: Theories in developmental psychologie!
!
Ontwikkelingspsychologie heeft twee doelen: (1) beschrijven en (2) verklaren van veranderingen in
de ontwikkeling door middel van theorieën.!

Functie van theorieën:
1. Informatie organiseren en integreren tot een geheel.!
2. Voorspellingen doen die op empirische wijze getest kunnen worden.!
Sommige theorieën blijven relatief lang bestaan:!
- Als ze uitspraak doen op een breed gebied (1 onderzoek ondermijnt niet hele theorie)!
- Als ze een heel nieuwe verklaringswijze introduceren!
!
!
Voor de 20e eeuw!
- John Locke: een baby wordt geboren als een ‘tabula rasa’. (Eind 19e eeuw nam William James
deze positie in en was dit idee invloedrijk)!
- Rationalistische filosofen (Leibniz, Descartes): kinderen worden geboren met een vaardigheid om
hun wereld te ordenen.
!
!
Behaviorisme!
- Stroming uit 1e deel 20e eeuw!
- Nadruk op de rol van leren in menselijk gedrag (Nurture/tabula rasa)!

Klassieke conditionering: manier van leren waarbij gebruik wordt gemaakt van een bekende en
onbekende stimulus. Door Pavlov toegepast op dieren, door Watson op mensen (‘little Albert’
experiment, een baby wordt geleerd om bang te zijn voor een rat).
Operante conditionering: leergedrag hangt af van de gevolgen van het gedrag. Gebruik van straf
en beloning (Thorndike, Skinner).!
!
Tegenhangers:
Maturatie benadering: ontwikkeling verloopt volgens een schema dat vastgelegd is in de
genetische predispositie (Nature). !
- Inspiratie uit de ideeën van Darwin.!
- Gesell & McGraw ontdekten: ontwikkeling voltrekt idd volgens een vasr patroon (tweeling kreeg
beide andere behandeling. Veel motorische stimulatie en ander geen. Toch ontwikkelden ze
beide even snel motorische vaardigheden).!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
4

, Psychodynamica!
Begin 20e eeuw theorie door Freud.!

Psychodynamische theorie (Freud): ontwikkeling is bepaald door biologische driften in interactie
met de omgeving en met de drie componenten van persoonlijkheid.
De drie componenten van persoonlijkheid:
1. Id: Instinctieve driften. nastreven van genot.
2. Ego: Rationeel & controlerend. Probeert driften (Id) op sociaal acceptabele wijze te bevredigen.
3. Superego: Geweten. Bestaat uit: geïnternaliseerde waarden, moraal en rollen.
!
—> Functioneren in volwassenheid wordt volgens Freud sterk bepaald: door vroegkinderlijke
ontwikkeling. Problemen in latere leven zijn ontstaan doordat 1 of meer van de 5 fasen niet goed
doorlopen zijn.!
!
Ontwikkeling van Id, ego en superego in 5 fases:!
Fase Leeftijd Ontwikkelingstaak

Orale Fase 0-1 Focus op eten en dingen in de mond stoppen

Anale Fase 1-3 Zindelijkheid —> 1e ervaring met discipline en autoriteit

Fallische Fase 3-6 Nieuwsgierig naar gender verschillen. Kritische periode voor het vormen van geneer
identiteit

Latente Fase 6 - 20 Onderwijs. Begin van zorg voor anderen

Genitale Fase 20 - 65 Altruïstische liefde en egoïstische liefde. De noodzaak van voortplanting is
onderliggend aan het aannemen van volwassen verantwoordelijkheden.
!
!
Psychosociale theorie!
Theorie van Erik Erikson. Gebaseed op psychodynamica van Freud. Elke fase kent een
risicofactor als de ontwikkelingstaak niet wordt volbracht.!
!
Fase Leeftijd Ontwikkelingstaak Risicofactor

Zuigelingen Fase 0-1 Basis leggen van vertrouwen in zichzelf Wantrouwen van anderen, onzekerheid
en anderen

Peuterleeftijd 1-3 Zelfcontrole, ontwikkelen van autonomie Schaamte/twijfel over capaciteiten

Kleuterleeftijd 3-6 initiatief in controleren uitoefenen op Schuldgevoel over agressiviteit en durven
omgeving

Basisschoolleeftijd 6 - 12 Ontwikkelen van vlijt Minderwaardigheidsgevoel door het niet
onder de knie krijgen van vaardigheden

Adolescentie 12 - 20 Ontwikkel identiteitsgevoel Identiteitsverwarring

Vroege 20 - 30 Ontwikkel intimiteit met anderen Isolatie
volwassenheid

(Middelbare) 30 - 65 Generativiteit (wil om dingen over te Stagnatie
volwassenheid dragen aan andere generatie)

Late 65 + Integriteit Wanhoop
volwassenheid
!
5

,!

Ethologische theorie!
Ieder gedrag heeft een adaptieve waarde (veel overeenkomsten met Freud’s pychodynamica).
Meer gericht op ‘nature’ maar sluiten omgevingsinvloeden niet uit.!
!
Oorsprong uit de evolutietheorie (Darwin): iedere gedraging dient uiteindelijke doel van overleven
en voortplanten.!
—> Theorie goed gebruiken voor uitleggen ‘imprinting’!
!
Ethologische theorie richt zich op: gedrag dat specifiek is voor onze soort (menselijke relaties
voornamelijk).!

Bowlby’s moederlijke deprivatie hypothese: er bestaat een kritieke periode voor het vormen van
een hechtingsrelatie met de moeder. Kinderen die niet veilig hecthen kans op problemen later.!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
6

, Cognitieve theorieën!
Als reactie op het behaviorisme ontstond meer aandacht voor innerlijke processen. Onderwerpen
in belangstelling: geheugen, taal en logisch denken. Grondlegger: Piaget.
!
Verschillende cognitieve theorieën:!
- Sociale leertheorie!
- Constructionisme!
- Sociaal-culturele theorie!
- Evolutionaire Psychologie!
- Informatieverwerkingstheorieen (Neo-Piagetiaanse theorieën & Connectionistische modellen)!
!
!
Sociale leertheorie!
Kinderen leren ook door observatie en imitatie.!
!
Belangrijke aanhanger: Bandura!
Onderzoek: agressief gedrag bij kinderen door observatie van agressie tegen een pop!

Kinderen imiteren niet simpelweg: eerst moeten ze hun aandacht gericht hebben op het te imiteren
gedrag (attention), vervolgens moeten ze dit gedrag opslaan in hun geheugen (retention) en het
reproduceren (reproduction) ten slotte moeten ze hiervoor gemotiveerd zijn (motivation).




!
!
Constructionisme!
Piaget zag kinderen als kleine wetenschappers die actief zoeken naar nieuwe informatie !
—> Piagetiaanse Theorie.!
!
Piaget ontdekte bij ontwikkelen IQ-test:!
- Kinderen van dezelfde leeftijd maken dezelfde fouten. !
- Kinderen van verschillende leeftijden maken verschillende fouten!
!
—> concludeerde dat kinderen kwalitatief verschillende fases doorlopen tijdens hun ontwikkeling:
- Baby’s: richten zich op sensorische en motorische ervaringen !
- Iets ouder kinderen: leren omgaan met symbolen en taal en !
- Schoolkinderen: beginnen meer op logica te vertrouwen!
- Adolescenten: kunnen abstract denken.!
!
!
7

, Sociaal-culturele theorie!
Grondlegger: Vygotsky. Reactie op Piaget: legt te weinig nadruk op sociale en culturele factoren bij
ontwikkeling. Zelf legde de nadruk op sociale context (hij leefde tijdens de Russische revolutie).!
!
Sociaal-culturele theorie: ontwikkeling ontstaat in interactie met andere mensen en met instituten
en gereedschappen van de cultuur. Sociale interactie is de motor van ontwikkeling.!
Deze theorie houdt rekening met: culturele variaties in ontwikkeling (want sociale interactie
verschilt per cultuur).
De ‘tools of thinking’: zijn een product van cultuur en worden geïncorporeerd in de manier waarop
een individu de wereld begrijpt.!
!
Evolutionaire psychologie!
Ethologische theorie: nadruk op welke gedragingen adaptief zijn. Evolutionaire psychologie: kijken
naar kritische componenten van psychologisch functioneren die evolutionaire ontwikkelingen
weerspiegelen en helpen bij het voortzetten van de soort.!

Evolutionaire psychologie: kijken naar hersenstructuren die cognitieve processen onderleggen.
Volgens Fodor: bestaan cognitieve processen door onderliggende modules die ontworpen zijn voor
bepaalde types informatie. Deze modules zijn genetisch bepaald.
—> Komt overeen met ‘Maturatie benadering’: het potentieel om vaardigheden te leren is
aangeboren (hebben bijv. een taalmodule).!
!
!
!
Ontwikkelingsneurowetenschap!
!
Relatie tussen ontwikkeling en hersengroei kan op twee manieren bekeken worden:!
1. Maturatie-benadering: cognitieve vermogens groeien naarmate relevante hersenstructuren
groeien. Ontwikkeling is onafhankelijk van omgeving en grotendeels bepaald door erfelijkheid.!
2. Interactieve specialisatie benadering (Johnson): hersendelen zijn aanvankelijk niet
gespecialiseerd in bepaalde taken. Interactie met de omgeving zorgt voor specialisatie.!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
8

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper AAC. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 67474 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€7,99  168x  verkocht
  • (47)
  Kopen