Samenvatting hoofdstuk 6: Perceptuele en
sensuele ontwikkeling
Neonate pasgeboren baby
Een pasgeboren baby ziet er rimpelig en gek uit. Zijn hoofd is te groot en zijn ledematen lijken
nutteloos. Zijn nek kan zijn hoofd niet ondersteunen. John Locke zei dat een baby ‘blanco’ en
naïef wordt geboren. William James zei dat alle informatie die binnenkomt binnen de zintuigen
van een baby als een grote ruis wordt ervaren. Echter wordt nu niet meer gedacht dat baby’s zich
in een multisensorische verwarring bevinden.
De input van informatie wordt gezien als sensorische perceptie. De output is het motorische
gedrag. Onze perceptie bepaalt hoe we handelen.
De vraag van Molyneux luidt: ‘Zijn blinden die hun zicht weer terug krijgen in staat om te
herkennen wat ze zien, puur doordat ze dit voorheen al gevoeld hebben?’. Locke en Molyneux
discussieerden hierover. Uiteindelijk waren ze het er beide over eens dat dit pas kon als beide
zintuigen in combinatie met elkaar werden ervaren (dus aanraken terwijl je ziet). Voor de
perceptuele ontwikkeling is multisensorische ervaring dus belangrijk. Ze dachten dat je pas goed
kan waarnemen naarmate je meer ervaring op hebt gedaan. Baby’s leren dan ook waar te nemen
door hun motorische ontwikkeling (alles aan kunnen raken met je handen). Echter zijn baby’s
geboren met veel perceptuele vaardigheden die nodig zijn om de wereld te begrijpen, ook
zonder de motoriek. Wel ontwikkelen deze nog sterk, zeker in de eerste 6 maanden. Zo kunnen
ze stimuli onderscheiden, maar weten we niet zeker of ze dat al even goed kunnen als oudere
kinderen.
Baby’s zijn gevoelig voor stimuli uit de omgeving. Het is daarom waarschijnlijk dat ze biologisch
voorbereid geboren worden om te reageren op sociale stimuli. Dit is aangepast gedrag, want zo
leren ze sneller hun sociale omgeving kennen en tonen verzorgers meer interesse in hen.
Zintuigen
We hebben 5 zintuigen (ruiken, proeven, voelen, zien en horen). Echter zou je er lichamelijk
gezien meer kunnen onderscheiden. Ons evenwichtsorgaan bijvoorbeeld neemt zwaartekracht
en onze bewegingen waar, maar het is moeilijk in te delen bij een van de 5 zintuigen. Een ander
voorbeeld zijn de variaties bij voelen. Onze huid bevat receptoren voor druk, temperatuur,
trillingen en pijn. Receptoren in spieren en organen voelen de huidige staat van zijn. Behoort dit
allemaal tot hetzelfde zintuig?
De ontwikkeling van zintuigen begint op het moment dat lichaamsdelen als ogen, oren en
ledematen ontstaan. Deze worden ook al functioneel in de baarmoeder. Zo blijkt dat een foetus
van 18 weken zijn houding bijstelt als de oude positie verandert is, iets wat waarschijnlijk
gestuurd wordt door het evenwichtsorgaan.
Zicht is het meest ontwikkelde zintuig bij mensen en neemt de meeste ruimte in in de hersenen,
maar toch ontwikkelt dit zintuig zich als laatste. De autonomie voor voelen ontwikkelt zich als
eerst, daarna de geur- en smaakautonomie.
, Gevoel Gevoel speelt een grotere rol in het leven dan veel mensen denken. Het helpt ons de
wereld om ons heen en onszelf waar te nemen. Wanneer we aanraking gebruiken om objecten
of oppervlaktes waar te nemen, wordt dit haptische perceptie genoemd. Hiervoor worden
receptoren gebruikt, maar ook spieren om de vorm en grootte te voelen. Embryo’s van 28 weken
kunnen al informatie onthouden over de vorm en grootte van objecten. Baby’s zijn gevoelig voor
aanrakingen van verzorgers. Ze laten positieve reacties zien bij voorzichtige aanrakingen en
negatieve reacties bij plotselinge veranderingen in temperatuur, textuur en druk. Ook kunnen ze
pijn voelen. Dit wisten we eerst niet, waardoor er vroeger handelingen zijn uitgevoerd zonder
verdovingsmiddel. Inmiddels is zelfs gebleken dat ze er vergelijkbaar op reageren als
volwassenen; dezelfde hersengebieden worden actief.
Smaak en reuk (chemosensatie) Smaak- (gustatory perceptie) en reukzintuigen (olfactory
perceptie) zijn nuttig om vroeg te laten ontwikkelen, omdat ze ook belangrijke functies hebben in
de baarmoeder. Deze zintuigen zijn dus al sterk ontwikkelt bij de geboorte, waardoor baby’s al
duidelijke gezichtsuitdrukkingen tonen wanneer een volwassene er een positieve of negatieve
reactie aan geeft. Ook reageren ze bij de geboorte beter op geuren en smaken als de moeder
hier veel mee in aanraking is gekomen tijdens de zwangerschap.
Horen Een pasgeboren baby is in staat verschillende soorten geluiden te differentiëren. Horen
is ook functioneel tijdens de zwangerschap. Vanaf 23-24 weken bewegen ze al als reactie op
geluiden uit de omgeving. Ook kunnen ze geluiden en stemmen onthouden tot na de geboorte.
Volwassenen kunnen 10-15 decibel stillere geluiden horen en baby’s zijn gevoeliger voor hoge
geluiden en minder gevoelig voor lage geluiden dan volwassenen. Daarom wordt er vaak gebruik
gemaakt van infant directing speech (motherese, hoog stemmetje tegen baby).
Zien Zicht zorgt voor de meest gedetailleerde informatie. Dit geldt niet in iedere situatie, als
iets bijvoorbeeld in een andere ruimte gebeurt. Ook voor de geboorte speelt het nauwelijks een
rol. Er zijn veel stimuli die de foetus kan voelen, ruiken, proeven of horen, maar er komt weinig
licht door de buik van de moeder heen, waardoor er onvoldoende zicht is. Ze kunnen wel
verschillen in licht en beweging waarnemen. De visuele acuity (scherpte, en dus gedetailleerder
beeld) is echter nog heel laag. Dit verbetert pas na de geboorte (na 6-12 maanden vergelijkbaar
met volwassenen). Daarom scheelt het als je visuele stimuli dichtbij de baby aanbiedt (mensen
zien dingen van dichtbij beter en gedetailleerder dan van ver weg). Dit is onderzocht met het
gegeven dat baby’s meer interesse tonen in heldere beelden, dan vage, grijze beelden.
Multisensorische ontwikkeling
Ieder zintuig geeft informatie over objecten, gebeurtenissen, mensen en ledematen, maar
allemaal op een totaal andere manier. Volwassenen maken een combinatie van iedere stimuli om
een compleet beeld te krijgen (multisensorische perceptie, ook wel crossmodel of
intersensorische perceptie genoemd). Zij gebruiken zelden slechts één zintuig tegelijkertijd. De
vraag is of baby’s deze links al kunnen leggen of dat ze dat moeten leren. Locke zei dat dit door
ervaring ontwikkeld kon worden. Dit is geobserveerd. Eleanor Gibson zei echter dat ze de
overeenkomsten tussen zintuigen waar kunnen nemen, maar dat ze moeten leren welke
waarneming van welk zintuig komt. Dit wordt ook wel differentiatie genoemd.
Een manier om dit te onderzoeken is door crossmodel matching paradigs. Uit een van de studies
is gebleken dat baby’s meer interesse hebben in stimuli uit verschillende zintuigen die synchroon
aan elkaar zijn (stuiterende bal met gelijktijdig stuitergeluid, in plaats van stuiterende bal met
geluid op het verkeerde moment). Ook blijkt dat ze voorkeur hebben voor een gelijkenis tussen