, Samenvatting ‘Overheidsfinanciën’ De Kam 15e druk
HST 1,2,3,4,6,7,10,11,12,13,14
College aantekeningen t/m hst 12
December 2020
Inhoud
Hoofdstuk 1 – Overheidsfinanciën.....................................................................................................3
Hoofdstuk 2 – Collectieve sector........................................................................................................6
Hoofdstuk 3 – Begrotingssaldo en overheidsschuld...........................................................................9
Hoofdstuk 4 – Politieke besluitvorming............................................................................................11
Hoofdstuk 6 – De begroting.............................................................................................................12
Hoofdstuk 7 – Normen voor de overheidsfinanciën.........................................................................14
Hoofdstuk 10 – Belastingstelsel........................................................................................................18
Hoofdstuk 11 – Belastingbeleid........................................................................................................21
Hoofdstuk 12 – Verdelingsfunctie....................................................................................................24
Hoofdstuk 13 – Decentrale overheden.............................................................................................26
Hoofdstuk 14 – Europese Unie.........................................................................................................29
,Opmerkingen in groen college aantekeningen/opmerkingen docent
- betekenis kernbegrippen belangrijker dan letterlijk reproduceren
- globale uitleg voldoende tentamen
- hoofdstukken 5,8,9 niet belangrijk tentamen
Hoofdstuk 1 – Overheidsfinanciën
Kenmerkend voor ‘de’ overheid is haar bevoegdheid dwingend bijdragen van gezinnen en bedrijven
te vorderen, los van de mate waarin zij profijt van overheidsvoorzieningen hebben.
Dwingend recht ligt onder vuur/mensen accepteren steeds minder van overheid (politie
geweld)/populistische invloeden /acceptatie misbruikt overheidssteun-zelfredzaamheid:
spanningsveld
In een democratie ligt de uiteindelijke beslissingsmacht over uitgaven en belastingen bij de
volksvertegenwoordigers.
Het besluitvormingsproces waarbij wordt vastgesteld welke taken de overheid zal uitvoeren en
hoeveel daarvoor mag worden uitgegeven, heet het budgetmechanisme.
De collectieve-uitgavenquote = het totaal van de collectieve uitgaven : de waarde van de
binnenlandse productie.
De quartaire sector bestaat uit de collectieve sector+ de particuliere instellingen die noch collectief,
noch uit marktprijzen worden betaald.
In de marktsector worden productieve activiteiten grotendeels uit marktprijzen gefinancierd.
Wanneer de economie in twee opeenvolgende kwartalen krimpt, spreken statistici van een recessie.
iedere 10 jaar economische crisis/normaal?: 2001internetbubbel/2007/vastgoedcrisis/(2020: corona)
vier soorten overheidsingrijpen zie wiki/onzichtbare hand werkt wel
De drie ‘functies’ van de overheidsbemoeienis met de economie: KENNEN tentamen!
• Stabilisatiefunctie; stabilisatie van de conjunctuurbeweging.
Dit houdt in dat de overheid probeert schommelingen in het niveau van de economische
bedrijvigheid (de conjunctuurgolf) te dempen.
• Allocatiefunctie; beïnvloeding van de allocatie.
Dit houdt in dat de overheid invloed heeft op de samenstelling van de nationale productie en
de manier waarop die tot stand komt.
• Verdelingsfunctie; inkomensverdeling.
Dit houdt in dat de overheid invloed wil uitoefenen op de inkomensverdeling.
Zie keynesiaans model wiki
De output gap is gelijk aan de afwijking (in procenten) tussen het feitelijke en het structurele bbp.
BBP altijd in relatie tot marktprijzen/Berekening: objectief, subjectief, bestedingsmetode
Het structurele bbp is de omvang van de economie waarbij zowel de bezettingsgraad van de
productiecapaciteit als het werkloosheidspercentage gelijk is aan de evenwichtswaarde.
, • een negatieve output gap betekent doorgaans dat de bezettingsgraad van de
productiecapaciteit lager is dan de evenwichtswaarde en dat het werkloosheidspercentage
hoger is dan de evenwichtswaarde.
• een positieve output gap wijst meestal op een hogere dan normale bezettingsgraad en een
werkloosheid die tijdelijk geringer is dan de structurele werkloosheid.
Bij Pareto-efficientie kan geen enkel individu er nog op vooruitgaan, zonder dat dat iemand anders
erop achteruitgaat. Zo’n situatie staat bekend als een Pareto-optimum. Bij een ideale
markteconomie blijven mensen onderling transacties aangaan, zolang sommigen daar voordeel bij
hebben, zonder dat anderen daarvan nadeel ondervinden. in praktijk onmogelijk
Onzichtbare hand markt/gebaseerd op idee dat iedereen eigen leven wil verbeteren. Perfecte
balans bestaat niet
Als gevolg van diverse marktimperfecties wordt een Pareto-optimum niet bereikt. Marktimperfecties
zijn:
• Collectieve goederen worden niet geproduceerd
Bij een zuiver collectief goed is het onmogelijk om individuen uit te sluiten van het gebruik.
Het profijt dat de een van een zuiver collectief goed heeft niet ten koste van het profijt dat
anderen ervan (kunnen) hebben (non-rivaliteit). Omdat de overheid burgers in deze gevallen
geen geïndividualiseerde bijdrage in rekening kan brengen, worden de kosten over iedereen
omgeslagen, door ze te dekken via belastingen.
Geen rivaliteit = onmogelijk/ene heeft olie, andere land niet
• Machtspositief (marktmacht)
Producenten mogen niet over marktmacht beschikken. Anders zullen zij voor hun goederen
en diensten prijzen vragen die hoger zijn dan de marginale kosten (de kosten van de laatst
geproduceerde eenheid).
Genoeg bedrijven met monopolypositie/omzeilen
• Asymmetrische informatie
Door deze informatie-asymmetrie kan de minst geïnformeerde partij zoveel schade lijden,
dat de overheid optreedt.
Facebook amazon
• Onevenredig hoge kosten
Bij onevenredig hoge kosten bij distributie van goederen en diensten via het
prijsmechanisme kan de overheid besluiten de directe band tussen profijt en bijdrage te
doorbreken.
• Externe effecten
Externe effecten zijn een belangrijke bron van marktfalen. Van een extern effect is sprake
wanneer de consumptie of de productie van de een kosten of baten voor andere meebrengt,
die niet in de prijsvorming tot uiting komen.
=verdeling marktwerking niet goed/balans weg, normaal, altijd invloeden extern