100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Collegeaantekeningen Internationaal en Europees Strafrecht €4,49
In winkelwagen

College aantekeningen

Collegeaantekeningen Internationaal en Europees Strafrecht

1 beoordeling
 69 keer bekeken  5 keer verkocht

Uitgebreide collegeaantekeningen van alle colleges.

Laatste update van het document: 3 jaar geleden

Voorbeeld 4 van de 129  pagina's

  • 28 december 2020
  • 9 januari 2021
  • 129
  • 2020/2021
  • College aantekeningen
  • -
  • Alle colleges
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (12)

1  beoordeling

review-writer-avatar

Door: jwschievink • 3 jaar geleden

avatar-seller
liesxx2020
Hoorcollege aantekeningen Internationaal en Europees Strafrecht


HC1A college 1 inleiding en rechtsbronnen

Begrippen
- Internationaal strafrecht kan verschillende dingen betekenen. Het kan ten eerste
betekenen het internationale recht dat betrekking heeft op het strafrecht, dan hebben
we het meestal over het recht van de internationale straftribunalen zoals het Statuut
van Rome (internationale publiekrecht). Het kan ten tweede betekenen het nationale
recht dat op de internationale samenwerking betrekking heeft, Nederlandse regels over
bijvoorbeeld uitlevering.
- Europees strafrecht betekent tegenwoordig meestal het strafrecht van de Europese
Unie. Vroeger en dus in de oudere bronnen werd deze term gebruikt voor het recht van
de Raad van Europa zoals voor het EVRM. Echter, kom je de term EU-strafrecht ook
tegen.
- Droit pénal international, is strafrecht met een internationale dimensie. Nationale
regels hebben betrekking op internationale situaties.
- Droit international pénal, internationaal recht dat op het strafrecht betrekking heeft.
Het recht van de internationale tribunalen, het internationaal strafhof en alle normen
die daarmee samenhangen.
- Supranationaal strafrecht, hiermee wordt vaak EU-strafrecht bedoeld omdat de EU
een supranationale organisatie is. Een organisatie die als het waren boven de lidstaten
staat. Het woord ‘supra’ is hier een indicatie dat er een bepaalde hiërarchie bestaat
tussen het Europese en nationale niveau.
- Transnationaal strafrecht, is een term die aanduidt dat bepaalde normen kunnen
ontstaan in één of meerdere landen en dat die landen ernaar streven om die normen op
internationaal niveau erkend te krijgen. Dat internationale niveau moet dan ook weer
worden geïmplementeerd in alle andere landen die daarbij aangesloten zijn, zodat die
normen geprojecteerd worden op een groter gebied dan waar zij oorspronkelijk
vandaan komen. Dat zijn dan niet echt normen die door de internationale gemeenschap
erkend worden als heel fundamenteel. Normen zoals genocide en misdrijven tegen de
menselijkheid zijn heel fundamenteel. Het zijn dan normen die wel door heel veel
verschillende landen als belangrijk gezien worden vanuit de belangen van de landen
zelf, zoals terrorisme- en drugsbestrijding etc.

Elk land heeft zijn eigen strafrechtelijke systeem dat bestaat uit het materiele,
penitiair, formele en internationale strafrecht. Elk land heeft de norm van
internationale samenwerking.

Een ander strafrechtsysteem is het internationale strafrecht van het strafhof en de
tribunalen. Daar zie je ook regels van materieel strafrecht: ‘wat is de
delictsomschrijving van genocide?’ Regels van penitiair recht: ‘doodstraf is niet
toegestaan, wel levenslange gevangenisstraf’. Regels van formeelrecht: ‘regels over de
te voeren procedure bij het internationale strafhof’. Ook dit systeem kent regels van
internationaal strafrecht want als er een verdachte is die terecht moet staan voor het
internationale strafhof moet die worden overgeleverd aan het strafhof. Er dienen dus
regels te zijn over hoe het strafhof samenwerkt met alle aangesloten landen in
internationale strafrechtelijke procedures. Het is een strafrechtsysteem dat eigenlijk
wereldomvattend is en losstaat van de nationale strafrechtelijke systemen.

1

, Buiten de nationale rechtsordes bestaan er ook veel bilaterale verdragen,
bijvoorbeeld een verdrag tussen Nederland en België over hoe om te gaan met
uitleveringen. Daarnaast bestaat er vaak ook nog het nationale uitleveringsrecht, wij
hebben in Nederland een uitleveringswet maar sluiten ook verdragen hierover met
andere landen. Deze verdragen kunnen bilateraal maar ook multilateraal zijn. Deze
bilaterale en multilaterale verdragen zijn vooral van belang voor de afspraken met
niet-Europese landen.

Europese Unie
De EU kent 27 lidstaten. In deze rechtsorde zien wij veel normen over de harmonisatie
van nationaal recht. Normen over de harmonisatie van delicten, zoals de richtlijn
mensenhandel waarin de lidstaten afgesproken hebben wat zij onder mensenhandel
verstaan. Alle lidstaten dienen het te implementeren in hun nationale recht. Zij zijn dus
vervolgens verplicht deze regels na te leven. Ook bestaan ook regels over sancties,
bijvoorbeeld een richtlijn over ontneming. De lidstaat dient hiernaar te kijken om te
zien welke regels zij dienen op te nemen in hun nationale recht. Bestaan ook regels
over de harmonisatie van het procesrecht zoals toegang tot advocaat. Hetzelfde
geldt voor de samenwerking tussen de lidstaten, er zijn regels over hoe een verdachte
overgeleverd dient te worden tussen de verschillende lidstaten. De geharmoniseerde
onderwerpen moeten dus uiteindelijk in het nationale systeem terecht komen. Naast
regels met betrekking tot harmonisatie bestaan er binnen de Europese Unie ook nog
regels over instituties. Europese instellingen die zich bezighouden met
strafrechtelijke handhaving Europol en Eurojust en het Europese Openbaar Ministerie.
Deze instellingen hebben op een of andere manier enige competentie om de
strafrechtspleging te ondersteunen of zelf aan opsporing te doen. Daarnaast hebben we
het Handvest voor de grondrechten, daarin liggen een heleboel fundamentele
rechten.

Raad van Europa
Dan gaan we nog een trapje hoger. Bij de Raad van Europa vinden we het EVRM
maar ook rechtshulpverdragen zoals het Europese uitleveringsverdrag, het Europese
rechtshulpverdrag, verdrag over de overdracht van straftenuitvoerlegging, over de
overdacht van strafvervolging. Deze verdragen zijn voor de praktijk van groot belang.
Een groot aantal daarvan zijn binnen de Europese Unie eigenlijk niet meer nodig
omdat wij hier in de EU een ander instrument voor hebben, maar voor landen buitende
EU zijn deze zeker nog wel nodig. Bijvoorbeeld voor uitlevering met Rusland. Ook
zijn nog lang niet alle verdagen vervangen voor equivalente richtlijnen binnen de EU.

Daarnaast zijn er op internationaal niveau naast het gehele strafrechtsysteem van het
internationale strafhof en de tribunalen nog allerlei multilaterale verdragen op VN-
niveau. Bijvoorbeeld drugverdrag uit 1998, dat is een verdrag waarbij een erg veel
landen aangesloten zijn. Er zijn op VN-niveau dus ook een heleboel verdragen waar
soms landen bij aangesloten zijn waar wij geen andere verdragsrelatie mee hebben.
Voor die zaken, die door zo een verdrag worden beheerst zoals drugs of
corruptiezaken, kun je soms met landen rechtshulp doen waar je geen multilateraal
verdrag mee hebt over rechtshulp specifiek. Die landen zijn dan dus bijvoorbeeld niet
aangesloten bij het Europese Rechtshulpverdrag maar als het gaat om een drugszaak
kun je wel met dat land een uitlevering tot stand brengen omdat het betreffende land
bij het VN Drugsverdrag uit 1998 aangesloten is. Dit soort internationale verdragen

2

, hebben vaak een beperkte reikwijdte gaat vaak over een beperkt aantal delicten maar
daarbij zijn dan wel veel landen aangesloten.

Belangrijke aandachtspunten, wat komen we nu allemaal tegen in dat hele ingewikkelde
normenstelsel van alle dingen die op elkaar inwerken?
- Internationalisering van de strafrechtspleging. We werken niet alleen met nationale
strafrechtsystemen. Heel vaak zijn zaken grensoverschrijdend en heb je elkaar nodig
om een grote en complexe zaak tot een goed einde te brengen. Dit betekent ook dat
naarmate er steeds meer normen worden vastgesteld op Europees niveau, door de
Raad van Europa en de VN, dat de rechtsvorming op andere plekken plaatsvindt dan
in de Nederlandse context. Normen komen niet meer uit Nederland, worden niet meer
vastgesteld door de Nederlandse wetgever, maar zijn afkomstig van de ‘Europese
wetgever’.
- Rechtsvorming, bronnen en actoren. Doordat de wetgeving afkomstig is van de
Europese wetgever en niet van de Nederlandse wetgever, zijn de actoren achter de
regelgeving zijn dus anders. Je zult andere bronnen moeten raadplegen om de goede
regels te achterhalen. Je moet losbreken uit de nationale oriëntatie van hoe het recht in
elkaar zit. Het strafrecht is dus niet alleen te vinden in het Nederlandse Wetboek van
Strafrecht, maar ook in meer internationale bronnen.
- Soevereiniteit, Intergouvermenteel versus supranationaal. Dit zijn allerlei
concepten die te maken hebben met de structuur van de internationale rechtsorden.
o Soevereiniteit: elk land is zelfstandig.
o Intergouvermentele wetsvorming: landen komen bij elkaar en maken regels
waaraan zij allemaal gebonden zijn.  Bottum up.
o Supranationaal: top down, internationale organisatie die regels maakt en alle
andere landen die daarbij zijn aangesloten zijn daaraan gebonden.
- Harmonisatie van materieel en formeel strafrecht. Dit is een heel essentieel punt
omdat de nationale rechtsordes van alle landen in zekere mate met elkaar te maken
hebben. Die bewegen naar elkaar toe, onder invloed van harmoniserend optreden van
met name de Europese Unie. Je ziet dat de strafrechtstelsel van verschillende landen
naar elkaar toe groeien en eigenlijk zelfs naar elkaar toegedrongen worden.
- Vertrouwensbeginsel en beginsel van wederzijdse erkenning. Deze concepten
spelen in de samenwerking tussen de verschillende landen een grote rol. Wanneer je
stelt dat alle landen soeverein zijn kan je daaruit afleiden dat er een
vertrouwensbeginsel geldt in de internationale samenwerking. Als jij je niet mag
bemoeien met hoe het er in ander land aan toe gaat, betekent dat als je een verzoek
stuurt aan dat andere land. Dan moet je er eigenlijk vanuit gaan dat zij dit verzoek
goed uitvoeren en dat zij voldoen aan de eisen die wij aan een eerlijk proces stellen.
Als de uitkomst van het onderzoek dan terugkomt, dan moet je eigenlijk vanuit gaan
dat alles in orde is geweest. Het vertrouwensbeginsel hangt dus heel erg samen met
soevereiniteit. Aan de andere kant als je naar de Europese Unie kijkt, dat is helemaal
niet zo een klassiek volkenrechtelijk geïnspireerd samenwerkingsverband. Dat is
eigenlijk een internationale organisatie met andere structuur, daarbij past dat ook de
beginsel van internationale samenwerking binnen de Europese Unie anders zijn dan
die van samenwerkingen in een klassiek volkenrechtelijke aangelegenheid. Dat zorgt
ervoor dat er binnen de EU een beginsel is ontwikkeld genaamd het beginsel van
wederzijdse erkenning. Als je als land wilt dat er in een ander land iets gebeurt, dan
vraag je dat niet gewoon aan het andere land, maar dan stuur je een bevel. Er MOET
een bepaalde getuigen gehoord worden volgens de justitiële autoriteit, dus dan moet


3

, dit overal in Europa gebeuren. Dan moet dit dus gebeuren. Het beginsel voor een
andere relatie tussen de betrokken landen bij een strafzaak.
- Fundamentele rechten. Dit zijn dingen die ontwikkeld zijn om te worden gebruikt in
een nationale context. Het strafproces vindt plaats in een land wat een bepaald proces
voert. Stel nou dat in het kader van het hele onderzoek er in het buitenland het een en
ander is onderzocht, waarbij art. 3 EVRM geschonden is. Dan betekent dit normaal
gesproken wel iets voor de waarborging van het recht op een eerlijk proces. Maar wat
betekent het als deze schending plaatsgevonden heeft in een ander land? De betekenis
van fundamentele rechten wordt een andere wanneer je daar een internationale context
bij denkt.
- Ne bis in idem. Het probleem dat je krijgt als meerdere landen aan dezelfde zaak
werken. Hoe doen we dat? In een strikt nationale setting gaan wij er natuurlijk vanuit
dat wij mensen niet tweemaal vervolgen voor hetzelfde feit. Hoe coördineer je dit als
er meerdere landen bij betrokken zijn? Op welk moment gaat die bescherming op?
Welke beslissingen gelden als afdoening van een zaak waardoor je in een ander land
niet mag worden vervolgd?

Soevereiniteit:
- Interne dimensie: een soevereine staat heeft de bevoegdheid om binnen zijn territoir
bindende beslissingen te nemen.
- Externe dimensie: een soevereine staat heeft daarbij geen inmenging van andere
staten te dulden.
Intergouvermenteel perspectief: soevereine staten binden zichzelf in onderlinge
samenwerking
Supranationaal perspectief: een autonome rechtsorde, geplaatst boven lidstaten, beperkt hun
bevoegdheden.

Er wordt een onderscheid gemaakt is twee vormen van rechtshulp in strafzaken:
- Primaire rechtshulp:
o Staat A doet afstand van uitoefening recht tot vervolging/ strafexecutie
o Staat B neemt vervolging/strafexecutie over
- Secundaire rechtshulp:
o Staat B verricht ondersteunende handeling t.b.v. opsporing/ vervolging/
berechting/ strafexecutie in staat A
o Uitlevering/overlevering
o “Kleine” rechtshulp (bijv. doorzoeking en inbeslagneming).
 Vooral een kwestie van rechtsmacht, moet wel een bepaalde legitieme reden hebben om je
te bemoeien met een zaak.

Rechtshulp in strafzaken kan op twee verschillende manieren gebeuren:
- Op klassieke grondslag: verzoek; staat A verzoekt rechtshulp aan staat B; staat B
beslist of hij gevolg geeft.
- Op beginsel van wederzijdse erkenning gebaseerd: bevel; rechterlijke autoriteit van
lidstaat A geeft bevel, rechterlijke autoriteit van lidstaat B erkent dat bevel en legt het
ten uitvoer, alsof het een nationaal bevel was.  Dit is de manier binnen de EU.

Hoe werkt rechtshulp en welke belangen spelen daarbij een rol? Twee modellen van het
strafproces:
- Diachroon model (koekjesfabriek ;p)
Opsporing  vervolging  berechting  (Appel/cassatie)  Executie.

4

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper liesxx2020. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 50064 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,49  5x  verkocht
  • (1)
In winkelwagen
Toegevoegd