100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
samenvatting mondige burgers, getemde professionals €3,49   In winkelwagen

Samenvatting

samenvatting mondige burgers, getemde professionals

 429 keer bekeken  10 keer verkocht

Samenvatting studieboek Mondige burgers, getemde professionals van Evelien Tonkens (Hoofdstuk 1, 2, 4, 5, 6, 8, 9, 10, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21) - ISBN: 9789055159499, Druk: Vijfde druk , Uitgavejaar: 2009

Voorbeeld 3 van de 22  pagina's

  • Nee
  • Hoofdstuk 1, 2, 4, 5, 6, 8, 9, 10, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21
  • 19 juni 2014
  • 22
  • 2013/2014
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (5)
avatar-seller
Marianne682
Samenvatting voor toegepaste sociologie.
Boek: Mondige burgers, getemde professionals.
Hoofdstuk 1, 2, 4, 5, 6, 8, 9, 10, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21.


Hoofdstuk 1, meer ruimte voor professionals?
De professional komt steeds sterker naar voren en er komt steeds meer kritiek of protest tegen of
vanuit professionals. Professionals moeten namelijk steeds meer registreren, waardoor men zich
afvraagt of ze nog wel met hun werk bezig kunnen zijn. De aanklacht dat de eigen waarde en het
eigen werk van professionals miskend wordt en dat professionals en managers te weinig ruimte
krijgen om hun werk op een goede manier te doen, keert steeds terug. Het werk van professionals
moet weer gewaardeerd worden. De vrijheid en waardering is er op dit moment niet, omdat
mondige burgers en de overheid hard trekken aan de professionals. Burgers krijgen steeds meer
informatie binnen waardoor ze kritisch kijken naar de hulp die hen verleent wordt en ze zijn ook
brutaler, agressiever. De overheid wil vooral via statistieken zien dat bepaald beleid werkt en grote
getallen van mensen geholpen worden. Hiertussen moet de professional aan het werk: tussen het
belang van de cliënt (cliëntgerichtheid) en het belang van de financier (efficiency).
Er zijn vier ontwikkelingen die ervoor zorgden dat de professionele logica door markt en bureaucratie
overspoeld raken:
1. verkruimeling van autoriteit en gezag,
2. schaarste aan middelen,
3. ontzuiling,
4. toegenomen complexiteit van problemen en interventiemogelijkheden (opknippen).
1.1 Autoriteit en gezag verkruimeld.
Rond 1960 en 1970 werd er gesteld dat professionals te veel macht hadden. Het gezag en de
autoriteit van professionals werd heftig aangevallen en is sindsdien verkruimeld. Professionals
worden niet langer gerespecteerd door hun functie maar burgers zijn mondig, zelfbewust en kritisch.
Van professionals werd meer en meer gevraagd te luisteren naar de ervaringsdeskundige burger
door zich nederig, bescheiden en netjes op te stellen. Sinds 1980 is het marktdenken ontstaan
waardoor de cliënt als klant wordt gezien met zijn rechten en de hulpverlener die de producten
aflevert.
o Vraagsturing = de cliënt leert de hulpverlener om naar hem te luisteren, door het geleverde
product van de hulpverlener te bekritiseren.
Ook levert de verkruimeling van gezag op dat professionals hun werk en het nut van interventies
meer moeten bewijzen: evidence based werken. Dit vergt allemaal papierwerk om al het werk te
kunnen bewijzen.
1.2 Permanente schaarste.
Permanente, toenemende schaarste van middelen is een tweede ontwikkeling die professionals
onder druk zet en bureaucratisering versterkt en dus leidt tot een roep om meer ruimte. Er zijn veel
vooral technologische middelen maar dit kost geld. De efficiency moet vooral verhoogd worden,
zodat de middelen op een goedkope manier gebruikt kunnen worden. Efficiëntie verhoging moet
gedaan worden via marktwerking en transparantie, want dan vallen de “luie” professionals wel door
de mand.
1.3 Ontzuiling en individualisering.
De ontzuiling in combinatie met individualisering heeft voor professionals bijzondere gevolgen die de
druk op hen verhogen. Men kan niet meer werken binnen het eigen morele kader maar moet
zwaarwegende morele interventies uitvoeren binnen allerlei groepen mensen. De weinige morele
kaders en de roep om toch krachtdadig op te treden, zorgt voor onzekerheid bij professionals over
hun morele handelen. Er is dus weinig ruimte voor professionals om te handelen omdat het land
individualiseert maar men wordt wel opgeroepen achter de voordeur te handelen.

,1.4 Opknippen.
Door de sterk toegenomen complexiteit van het werkveld, moet er meer specialisatie en het
opknippen van taken en functies bewerkstelligd worden, wat vervolgens weer de vraag naar
coördinatie, ketens en netwerken oproept. Instellingen kunnen zich specialiseren op doelgroepen,
maar daardoor ontstaat er ook een mogelijkheid dat sommige doelgroepen niet bereikt worden. En
gezinnen kunnen verschillende hulpverleners krijgen, omdat ze allemaal hulp verlenen op hun
gebiedje. Dit betekent dat men zich vooral specialiseert en cliënten moet afwijzen en dat men moet
opletten dat ze niet op het terrein van een ander gaan werken. En uiteindelijk blijven er steeds meer
cliënten in de kou staan, ook omdat er steeds meer wachtlijsten zijn, indicatiestellingen, registraties,
rapportages, overdrachten, overlegstructuren en toewijzingsorganen.
Hulpverleners zitten dus vaak met het dilemma om wel (cliëntgericht en specialistisch werken) of
niet (opknippen van functies en taken, specialisering) in te grijpen. Om niet als schuldige aangewezen
te worden, moet er zoveel mogelijk vastgelegd worden. En daarmee wordt de ruimte van de
professional verkleind.
1.5 Risico’s van meer ruimte.
Hulpverleners zitten dus vaak tussen het produceren en passende zorg bieden aan cliënten,
registeren of gewoon helpen, veel registeren en controleren via dossiers of een cliënt zo snel
mogelijk zorg kunnen bieden. Er wordt dus veel getrokken aan professionals en eigenlijk zouden ze
meer ruimte moeten krijgen. Maar hier kleven wel risico’s aan, zoals;
 het doorgaan op de oude voet,
 het alleen maar uiten van waardering van professionals in het salaris,
 het ontstaan machtsmisbruik van hulpverleners om te betuttelen, te kleineren of te
bevoogden,
 het teveel vertrouwen laten ontstaan in de hulpverlener waardoor er teveel achter de
voordeur wordt gewerkt,
 het verwaarlozen, overvragen of isoleren van hulpverleners,
 de weinige aanwezigheid van moreel debat, maatschappelijk mandaat en maatschappelijke
steun,
 de marktwerking waarbij hulpverleners zoveel mogelijk willen produceren voor zo weinig
mogelijk geld en het eigenbelang en eigengewin voorop komt te staan.
1.6 Marktlogica.
Op de markt is de vraag van de klant het uitgangspunt. Centraal staat wat de klant wil en kan
betalen. De optelsom van individuele vragen van klanten bepaalt in hoge mate wat er geleverd
wordt. Door concurrerende instellingen kan de cliënt kiezen in product en prijs. Dit leidt wel tot enig
machtsoverwicht van de cliënt en ongelijkheid tussen zorg voor cliënten. Marktdenken lost de
schaarste op doordat meerder producten met elkaar concurreren en het sluit aan bij de ontzuiling.
1.7 Bureaucratie.
De belangrijkste waarden van bureaucratie zijn zorgvuldigheid, voorspelbaarheid en rechtsgelijkheid.
Wetten en procedures geven houvast en maken de bureaucratie betrouwbaar en zorgen voor een
gelijke behandeling van burgers. Om dit te bewerkstelligen is veel controle en registratie nodig.
Bureaucratie is een zeer noodzakelijk en gewenst systeem in de strijd tegen corruptie en
ongelijkheid. Maar het is wel een traag systeem en er komt veel papierwerk bij. Ook is het gelijk
behandelen van iedereen niet haalbaar, er moet ook maatwerk geleverd worden. En registratie leidt
af waar het echt om gaat, vooral voor professionals.
1.8 Professionele logica.
De dienstbaarheid van een professional om een cliënt te helpen, ongeacht het geld of de tijd, komt
niet uit marktwerking maar uit de eigen visie, gebaseerd op opleiding en specialisatie; kennis en
ervaring. Wat de cliënt nodig heeft, staat centraal. En professionals hebben de ambitie hun vak
steeds beter te beheersen. Professionals willen blijven leren, dit uitwisselen en uitspreiden om
daarmee bij te dragen aan de collectief beschikbare kennis die de beroepsuitoefening verdiept en
verbetert. Ook willen ze vraaggericht zijn en niet standaard producten aanraken maar deze

, aanpassen aan wat de cliënt nodig heeft. Professionals hebben hiervoor ruimte nodig om naar eigen
inzichten te handelen en te beslissen. De richtlijnen dienen als advies.
Professionals zijn experts die een doel als welzijn, gezondheid of waarheid dienen. De cliënt is een
expert op het gebied van de klachten; hoe dit voelt.
Concurrentie en efficiëntie horen in de professionele logica dus niet thuis. Professionals zijn in hun
inkomen afhankelijk van de overheid, maar in hun oordelen en handelen zelfstandig, binnen een
gemeenschap van vakgenoten. De markt verlangt efficiency en goedkope producten, de professional
stelt kwaliteit voorop. Bureaucratie zorgt ervoor dat iedereen gelijke rechten heeft en vraagt om veel
registratie, maar de professional kijkt ook naar de uniciteit van individuen en wil aan het werk met de
cliënt. Aan de rol van professionals word dus altijd getrokken door de tegenstrijdige eisen van de
markt, bureaucratie en van de professional zelf. En door tijdgebrek, de eisen en stress zal de
professional verward raken, meer ziek of overspannen worden en minder trots zijn op zijn taken.
Zie de verschillende invalshoeken op bladzijde 34.


Hoofdstuk 2, autoriteit en mondigheid in de publieke sector.
Rond de jaren 60 en 70 werd de zwakzinnigenafdeling van Dennendal van een onbekende
psychiatrische inrichting een algemeen maatschappelijke kwestie. Het begon allemaal met geruzie
maar daarachter ging een fundamenteel conflict schuil over machtsverhoudingen en
omgangsvormen in Nederland. In die tijd stond vooral zelfontplooiing van de cliënt centraal, door
sturing van wetenschappelijke opgeleide deskundigen en maatschappelijk werkers. De professional
wist vooral wat goed was voor de cliënt en wilde diegene helpen aan te passen aan de maatschappij,
maar dan wel ver weg in de bossen. Binnen Dennendal kwamen medewerkers en psycholoog Carel
Muller met nieuwe uitgangspunten: de cliënten moeten zich niet alleen aanpassen aan de
maatschappij omdat zij het probleem zijn maar de maatschappij moet oog hebben voor mensen die
anders zijn. Mensen moeten niet vervreemd raken van zichzelf.
2.1 Antideskundigheid.
Men kwam erachter dat de maatschappelijke orde dus niet deugde, waardoor
professionals/deskundigen moeite kregen met het uitdragen van gezag. De medewerkers van
Dennendal zeiden daarbij dat ze wilden dat er inspraak, medezeggenschap en medebepaling
nagestreefd moest gaan worden bij de cliënten. Maar hulpverleners raakten hierdoor verward;
waarover hadden ze nog gezag en hoe vrij moesten ze de cliënten laten?
2.2 Gevaarlijke braafheid.
Orde gold als iets positiefs, vooral na de Tweede Wereldoorlog; de orde moest hersteld worden.
Carel Muller en zijn medewerkers braken met het positieve beeld van orde. Zij associeerden orde
voortaan met onderdrukking van spontaniteit, gevoel en echt contact. Men kwam erachter dat
belangrijk mannen in de Tweede Wereldoorlog vooral gehoorzame brave mensen waren, die deden
wat ze moesten doen. Om zo’n oorlog te voorkomen moesten mensen leren om hun eigen gevoelens
en mening te ontdekken en te ontwikkelen: zelfontplooiing.
Zwakzinnigen zijn niet vervreemd en aangepast maar doen juist wat ze zelf willen, alleen een
instelling kan dat beperken door onderdrukking, autoritaire omgangsvormen en vervreemding. Het
denkbeeld was dus dat zij gered moesten worden uit de greep van de instelling.
2.3 En nu?
Het Dennendal conflict is een mijlpaal in de geschiedenis van zorg en welzijn, vanwege het culturele
waardeconflict dat eraan ten grondslag lag. De gelijkheid tussen cliënten en hulpverleners is nog
steeds zichtbaar en ook wordt er nog steeds aan vermaatschappelijking gewerkt. Maar ook worden
de nadelen gezien, zoals het geïntegreerd wonen waarbij financiële problemen, eenzaamheid,
relatieproblemen en verslavingen kunnen ontstaan. Meer diversiteit in woon- en
begeleidingsvormen is dus nodig.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Marianne682. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 75759 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€3,49  10x  verkocht
  • (0)
  Kopen