Organisational design blok 2 toets 2
Hoofdstuk 10
Hoofdstuk 10.1 Inleiding
Besturing van organisatie: leiden van een organisatie naar gestelde doelen.
Bedrijf bestaat uit bedrijfsproces: inkoop, verkoop etc.
Procesbeheersing: bedrijfsprocessen door bedrijfsbestuur worden beheerst
Hoofdstuk 10.2 Bedrijfsprocessen
Productiefactoren (invoer) -> uitvoer = een transformatieproces
Arbeid; mensen
Natuur; grond- en hulpstoffen, energie
Kapitaal; geld, productiemiddelen
Informatie; over concurrenten, maatschappelijke informatie
Er bestaan markten voor de productiefactoren.
Hoofdstuk 10.2.1 Transformatieproces
Ondernemingen beoordeeld op voortgebrachte goederen/diensten en op kwaliteit
Arbeid; uittredende mensen
Natuur; afval- uitvalstoffen, lawaai
Kapitaal; rendement, afgeschreven productiemiddelen
Informatie; verantwoording en verslaggeving, public relations, reclame-uitingen
Hoofstuk 10.2.2 Typen bedrijfsprocessen
1. Primaire processen; rechtstreeks een bijdrage leveren aan totstandkoming
product/dienst
2. Secundaire processen; productiefactoren in stand te houden (personeels- en
financiële beheer, informatiesystemen beheer), dienen om primaire proces goed te
laten functioneren
3. Bestuurlijke processen; geven richting aan primaire en secundaire processen
a. Strategievorming
b. Planning; afstemmen van primaire en secundaire processen dat de gestelde
doelen worden behaald
c. Structurering; ontwikkelen raamwerk
d. Procesbeheersing; doelgericht en doelmatig laten verlopen van
bedrijfsprocessen d.m.v. plannen, meten, vergelijken en bijsturen
,Hoofdstuk 10.2.3 Beheersing van bedrijfsprocessen
Drie voorwaarde voor beheersen van bedrijfsprocessen
Eenduidige doelstellingen die men wil bereiken (kwantitatieve vorm)
Organisatiedoelen uitvoerbaar zijn
Mogelijkheden om bedrijfsproces te beïnvloeden
PDCA-cirkel (Walter A), toegepast in lean management en six-sigma (Plan, Plannen, Do,
Meten, Check, Vergelijken, Act, Bijsturen)
1. Plannen; plan maken voor beheersen processen
a. Uitvoeringsnormen: aantal beschikbare mens- en machine-uren
b. Werkstandaarden: ontwikkelings- of productiemethoden
2. Meten en vergelijken; meten van de voortgang van het bedrijfsproces, vergelijken
met normen en standaarden in het plan
3. Bijsturen; als er afwijking is van de geplande norm
a. Doelstellingen
b. Strategie
c. Planning
d. Structurering
e. Primaire proces
f. Secundaire proces
Procesbeheersing-> concurrentievoordeel, door; Business Process Re-engineering,
verzameling van gerelateerde kernbedrijf processen
Kernbedrijf proces; een groep van aan elkaar gekoppelde activiteiten, die waarde
toevoegen aan de ondernemer= kernproces omdat er concurrentiekracht wordt
ontwikkeld; opgebouwd vanuit afnemers oriëntatie
Gemeten door: kwaliteit; dienstverlening; kosten; cyclustijd
Gaat om resultaat totale proces
Doel: realiseren van hogere toegevoegde waarde voor de afnemer d.m.v. proces
oriëntatie
Just-in-time productie
Verantwoordelijkheid werknemers, grote taken
Managers rol als coach, medewerkers stimuleren en motiveren, creeeren van
omgeving waarin medewerkers zo effectief mogelijk werken
Basisprincipes
o De afnemer staat centraal
o Business Re-engineering beslaat alle bedrijfsprocessen (vergroten
toegevoegde waarde voor afnemers)
o Het verbeteren van processen is een interne aangelegenheid (toeleverancier
etc. ook bij betrekken, eindigt niet bij de poort)
o Het BRE-proces moet een duidelijke verbetering opleveren voor de markt
o BRE-proces verloopt in een aantal fasen
Implementatie: medewerkers moeten duidelijk weten welke rol ze hebben in de gehele
organisatie en welke verantwoordelijkheden daarbij horen.
,Hoofdstuk 10.2.4 Bedrijfsprocessen en toegevoegde waarde
Porter: concurrentievoordeel door lagere kosten produceren dan concurrentie of creëren
van een stuk toegevoegde waarde aan producten, waarvoor de afnemer wil betalen
Value chain: alle activiteiten die verricht moeten worden om een product te kunnen
aanbieden
Linkages: verschillende organisatorische onderdelen worden via
coördinatiemechanisme aan elkaar gekoppeld
Primaire activiteiten
Inkomende logistiek: verkrijgen van middelen die nodig zijn om te kunnen
produceren (inkoop en opslag) (gericht op productie)
Productie: transformatieproces
Uitgaande logistiek: distributie naar afnemers (orderverwerking, transport, opslag)
Marketing en verkoop: stimuleren vraag naar product
Service: peil houden van gecreëerde waarde of verhogen ervan
Secundaire activiteiten
Wervingsactiviteiten: gericht op inkoopfunctie voor de waardeketen als geheel
Technologische ontwikkeling: R&D
Human resources: functioneren medewerkers (beloning, opleiding)
Infrastructuur: door management en stafafdelingen (financiën, kwaliteitszorg)
Informatievoorziening: verbindt primaire en secundaire activiteiten-> kan zorgen voor
concurrentievoordeel
Concurrentievoordelen
Laagste kostprijs
Differentiatie: unieke kenmerken
Focusstrategie= kan laagste kosten of differentiatie-> segmentstrategie, focussen op
1 segment van de markt
, Hoofdstuk 10.4 Bestuursniveaus en specifieke taken
Organisatie: vorm van menselijke samenwerking voor een gemeenschappelijk doel
Werk verdeeld door leiding en uitvoering-> ontstaat hiërarchie
Onderverdeeld in verschillende niveaus; de bestuursniveaus; elk niveau specifieke
taak
Hoe groter de organisatie hoe groter de hiërarchie
Topmanagement/raad van bestuur/directie: strategische beslissingen
o Eenhoofdige directie: snelle besluitvorming, continuïteit in gevaar
bijvoorbeeld bij ziekte
o Meerhoofdige directie: taakverdeling; minder kans overbelasting, bredere
kennis; trage besluitvorming
o Ententebestuur: individuele en collectieve beslissingsbevoegdheid, voorbeeld
bladzijde 517
o Collegiaal bestuur: consensus; overeenstemming; gelijkwaardige
beslissingsbevoegdheid; collectieve bevoegdheid
Middenmanagement: organisatorische beslissingen, vertaalt strategische
beslissingen in operationele beslissingen
o T.o.v. topmanagement uitvoerende taak, en t.o.v. uitvoerden een
leidinggevende taak
Uitvoerenden: operationele beslissingen (controleren en bijsturen werkzaamheden,
en uitvoeren)
Hoofdstuk 10.4.1 Raad van commissarissen
Verplicht RvC nv’s en bv’s als:
Geplaatst aandelenkapitaal + reserves minimaal 16 miljoen
Vennootschap is wettelijk verplicht ondernemingsraad in te stellen
Vennootschap in NL meer dan 100 werknemers in dienst
= structuurvennootschappen, RvC minstens 3 personen