1
Anders kijken
Hoofdstuk 10 Gezinssystemen
10.1 Gezinsfenomenen, gezinsrollen en gezinsstructuren
In de gezinsbenadering gaat men ervan uit dat de gedragingen en rollen van de individuele
gezinsleden niet los kunnen worden gezien van het gedrag en de rollen van de andere leden van
het gezin. Ze worden namelijk door elkaar beïnvloed en bepaald.
10.1.1 Gezinsrollen en posities
Men kan heel veel van het gezin te weten komen aan de hand van de rollen en de posities van de
verschillende gezinsleden. Het feit dat bij een rol altijd verschillende personen betrokken zijn,
wordt vaak onvoldoende onderkend. Het begrip rol is een interaciebegrip: het heeft betrekking op
meerdere mensen die met elkaar in relatie staan. ‘ Een sociale rol is een geheel van min of meer
bindende verwachtingen ten aanzien van het gedrag van een persoon in een bepaalde positie’. De
volgende spelers zijn bij een rol betrokken: de rolbekleder (van wie een bepaald gedrag verwacht
wordt), degenen die verwachtingen hebben ten aanzien van de rolbekleder, de leden van het
systeem die ervoor zorgen dat iemand uit het systeem in die positie terechtkomt. Het is vaak een
onbewust proces, individuen zijn niet op een bepaalde rol uit maar ze komen er vaak vanzelf in
terecht. De ‘systeemkrachten’ die werkzaam zijn, ‘geleiden’ het gezinslid naar de positie waar de
betreffende rol bij hoort.
10.1.2 De grens tussen het ouderlijk subsysteem en het subsysteem van de kinderen
Deze blijkt van groot belang te zijn voor de geestelijke gezondheid van het gezin. Als de grens te
dicht is, liggen er problemen op de loer: ouders en kinderen blijven dan vreemden voor elkaar.
Maar, als hij te open en doorlatend is, ontstaan er ook problemen. De ouders zien zich dan
bijvoorbeeld als vriendin van de dochter en verlaten hiermee het ouderlijk subsysteem en worden
op deze wijze deel van het subsysteem van de kinderen. Ze houden op met opvoeders zijn en
geven daarmee de gezagsbasis op. Gevolgen hiervan kunnen zijn:
De zondebok
De zondebok fungeert als kapstok voor het ongenoegen dat de aanklagers moeilijk kwijt kunnen.
Het komt voor in gezinnen, maar ook in schoolklassen en werksituaties. Hij wekt irritaties en zijn
gedrag vraagt bijna om een respressieve reactie. Tegelijkertijd zijn alle negatieve reacties niet
altijd terecht. Wanneer de zondebok vertrekt neemt een ander lid van het gezin/of de groep deze
rol vaak over/wordt erin gemanoeuvreerd.
Binnen een gezin kent het zondebokfenomeen de volgende vier kenmerken:
- er is sprake van hardnekkige afleidingsmanoeuvres naar één kind. Alle onvrede komt bij dit kind
terecht.
- vaak hebben de ouders onderling problemen. Als dit zo is, ontkennen ze dit zelf vaak.
- beide ouders uiten voortdurend verwijten aan dat ene kind.
- het kind past zich aan dit patroon aan en doet er aan mee. Het gaat gedrag vertonen dat een
rechtvaardiging vormt voor de verwijten die zijn ouders in zijn richting maken (uitdagend gedrag)
Zijn gedrag zal extremer zijn naarmate zijn ‘reddersfunctie’ meer vereist is.
Het gaat dus om een circulair gedragspatroon, waarin het kind een actieve rol speelt en
voortdurend de aandacht afleidt van het echte probleem. De zondebokken kunnen geen kant op,
omdat de handhaving van het systeem en de homeostase hun tol eisen. Omdat de ouders hun
opvoedkundige taak onvoldoende gedefinieerd als een taak die uitsluitend van hen is, kan de
zondebok ook negatieve opmerkingen krijgen van broers/zussen. Parentificatie: een situatie waarin
een kind ‘tot ouder wordt gemaakt’ of waarin aan he kind ouderlijke verantwoordelijkheden worden
toegekend. Meestal bij situaties waarin ouders onvoldoende op hun taak berekend zijn. Het
systeem zorgt er dan voor dat een kind naar voren geschoven wordt om de ouder te vervangen.
Parentificatie wordt ongewenst geacht: kinderen moeten alle ruimte hebben om kind te zijn, te
spelen en zich te ontwikkelen en daar passen geen volwassen verantwoordelijkheden bij.
Minuchin noemt geparentificeerd kind een adjudant, hiermee wordt de hiërarchische positie van
deze rol benadrukt. Enerzijds kan de ouder de adjudant opdrachten geven, anderzijds beschikt de
adjudant zelf ook weer over zeggenschap en bevoegdheden ten aanzien van zijn broers/zusjes. Het
machtsaspect is bij parentificatie belangrijk. Het gaat niet om bewust verworven of nagestreefde
macht, maar om invloed op basis van toekenning. Dit maakt het vaak onaantrekkelijk om hun
, 2
Anders kijken
positie op te geven op het moment dat de situatie veranderd en het kind wordt terugverwezen
naar het subsysteem van de kinderen, bijvoorbeeld als de zieke ouder weer beter wordt. Er
ontstaat soms een machtsstrijd met de terugkerende ouder, omdat het kind zich zal verzetten
tegen het verlies van zijn positie.
De go-between
Go-betweens zijn sfeergevoelige kinderen die de communicatie gaande houden in het gezin door er
bijvoorbeeld voor te zorgen dat ouders met elkaar in gesprek blijven/weer met elkaar in gesprek
komen. Ze proberen te bewerkstelligen dat gelegenheden waarbij alle gezinsleden bij elkaar zijn,
gezellig en plezierig verlopen. Hij ontwikkelt in zijn rol een grote gevoeligheid voor de sfeer in huis,
de stemmingen van vader en moeder en vooral voor hun signalen met betrekking tot hun
onderlinge relatie. Wanneer de ouders tekortschieten in het bieden van emotionele veiligheid en
stabiliteit, vult de go-between het gat dat hierdoor ontstaat. Deze rol kan ook gezien worden als
een specifieke verschijningsvorm van het geparentificeerde kind.
De perverse triade
Perverse triade betreft een bepaalde gezinsstructuur, dus geen rol, waarbij meerdere gezinsleden
betrokken zijn. Het heeft de volgende kenmerken:
- er zijn drie mensen waarvan er twee tot hetzelfde hiërarchische niveau behoren en één in een
lagere rangorde. Het kan gaan om verschil in positie van ouders en kinderen, maar ook om
verschillende posities in een bedrijf.
- iemand van het hiërarchische hogere niveau gaat een coalitie aan met iemand van het lagere
niveau, die gericht is tegen de hiërarchische gelijke. Gemeenschappelijke activiteiten die tegen
de derde zijn gericht.
- de coalitie tussen de betreffende twee personen wordt door henzelf ontkend.
Wanneer een van de ouders steun zoekt bij een van de kinderen in geval van een niet goed
functionerende relatie met de partner hebben we (indien de coalitiepartners hun coalitie
ontkennen) met een perverse triade te maken. Er kunnen hier verschillende van de hiervoor
genoemde gezinsrollen worden aangetroffen (bijvoorbeeld de zondebok).
10.1.3 Gezinsmythen en-geheimen
Homeostase (evenwicht) kan soms tot een geestelijk gezond systeem leiden met ontspannen
relaties tussen de gezinsleden, maar het evenwicht kan ook wankel of krampachtig zijn. Sommige
systemen houden vast aan normen die niet bevorderlijk zijn voor het welzijn van de leden, maar
die wel bijdragen aan het behoud en het voortbestaan ervan. Bijvoorbeeld als de leden met elkaar
een mythe in stand houden of een geheim bewaren. ‘Een mythe is een mooi verhaal dat binnen
een bepaalde gemeenschap leeft, dat weliswaar niet helemaal waar is, maar waar men toch geloof
blijft hechten’. Bij een mythe is de buitenwereld wel op de hoogte gesteld, een gezinsgeheim moet
voor de buitenwereld verborgen worden. Toch hebben ze dezelfde functie voor een systeem: men
neemt het niet zo nauw met de buitenwereld en deze moet voortdurend worden ontkend of
vertekend.
Een gezinsmythe kan alleen bestaan bij de gratie van de instemming van iedereen. Dit kost veel
energie en kan leiden tot een geïsoleerde positie van het gezin/1 persoon van het gezin. Ook kan
het leiden tot ziekte, in dat geval beinvloedt een gezinsmythe de individuele ontwikkeling en de
groei naar volwassenheid van die gezinsleden negatief. Een gezinsmythe berust op verdraaiing van
de werkelijkheid, daardoor wordt veelal ook de waarneming van de werkelijkheid vervormd en kan
het vermogen om spontaan en normaal te reageren daardoor in de verdrukking komen. Het is een
collectief afweermechanisme. Toch hecht men er graag geloof aan omwille van de
groepssamenhang en het groepslidmaatschap. We zien het veel bij fundamentalistische religieuze
groeperingen.
Bij het bewaren van een gezinsgeheim is er een nog sterkere mate van handhaving, omdat de
groepsdruk over het algemeen groter is. Alle gezinsleden dienen de rijen te sluiten en eensgezind
te zijn in hun bereidheid om de waarheid te verdraaien. Kindermishandeling en incest vormen zeer
ernstige gezinsgeheimen. Soms worden er chantagemiddelen ingezet: ‘het zwakke hart van vader’.
Gezinsgeheimen kosten veel energie en oplettendheid waarmee men zich schijnveiligheid,
schijngeborgenheid en schijngemeenschappelijkheid verschaft.