100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Marketing 1 samenvatting (sm&o) €4,89
In winkelwagen

Samenvatting

Marketing 1 samenvatting (sm&o)

2 beoordelingen
 132 keer bekeken  10 keer verkocht

Samenvatting Marketing 1 tentamen. Opleiding: Sportkunde; Leerroute Sport, Management & Ondernemen. Hoofdstukken: 1 t/m 13 20, 27,28,29

Voorbeeld 6 van de 78  pagina's

  • Nee
  • Hoofdstuk 1 t/m 13 en hoofdstuk 20, 27, 28, 29
  • 6 januari 2021
  • 78
  • 2018/2019
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (9)

2  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: flarendonk • 11 maanden geleden

review-writer-avatar

Door: bartrentenaar1 • 3 jaar geleden

avatar-seller
Indigoski
Marketing Samenvatting TT 1
HF 1-2-3-4-5-6-7-8-9-10-11-12-13-20-27-28-29




1

,H1 Marketing en marketingconcept
1.1 Marketing als concept
Defenitie marketing: Marketing zijn alle activiteiten verricht door ruilsubjecten, die erop gericht
zijn om ruiltransacties te bevorderen, te vergemakkelijken en te
bespoedigen.

Marketingconcept: - Wijze waarop invulling kan worden gegeven aan de marktbenadering.
- Behoeften van afnemers als uitgangspunt te nemen bij de activiteiten van
de organisatie.

Marketingactiviteiten:
1. Macromarketing: - Goederen/diensten van producten -> consument
- Kijken naar de rol van marketing in onze samenleving.
- Bartering: producent ruilt overschot in natura tegen overschot van de
ander.

2. Mesomarketing: - Stroom van goederen en diensten van producent -> consument binnen een
bepaalde bedrijfskolom of bedrijfstak.
- Organisaties werken samen
- Productie/afzet is geografisch gebonden

3. Micromarketing: - Activiteiten gericht op het opsporen, aantrekken en behouden van
potentiële afnemers
- Toegepast door individuele onderneming of instelling.

1.2 Ontwikkeling van de marketinggedachte

Marktbenadering/marktorientaties:
-> Hoe kunnen we een zo goed mogelijke ruiltransactie tot stand laten komen.

1. Product oriëntatie: - Kwaliteitsverbeteringen van het product.
- Grote mate interne gerichtheid.

2. Productie oriëntatie: - Efficiëntie en de capaciteit van de productie en de distributie
vergroten.
- Mechanisering

3. Verkoop oriëntatie: - Nadruk te leggen op communicatie- en distributie-inspanningen.
- Promotie en reclame.
- Er zijn veel concurrenten op de markt.

4. Marketing oriëntatie/ - Product afstemmen per klantengroep
Marketingconcept - Zowel productvarianten als prijsvarianten

5. Maatschappelijke marketing oriëntatie: - Aanvulling op het marketingconcept
- Rekening gehouden met neveneffecten van de
ruilprocessen op langere termijn.
- Maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO):
profit, people, planet

1.3 Marketinginstrumenten



2

,Marketinginstrument: is een middel dat kan worden ingezet bij het bevorderen, vergemakkelijken
en bespoedigen van ruiltransacties.
Marketingmix:
-> Combinatie en afstemming van marketinginstrumenten die gericht zijn op één of meer doelgroepen
binnen een bepaalde markt.
-> 4 P’s (4 marketinginstrumenten);

1. Productmix: - Gaat om producten én diensten
- Elementen: Kwaliteit, vormgeving, verpakking, merknaam, accessoires,
assortiment, service, garantie, handleiding.

2. Prijsmix: - Meest directe invloed op hoogte omzet
- Enige opbrengstvariabele voor de onderneming
- Elementen: prijzen, leverings- en betalingsvoorwaarden, marges, kortingen.

3. Distributiemix (plaats): - Alle onderdelen die te maken hebben met het beschikbaar stellen
van de goederen aan afnemers.
- Elementen: distributiekanalen, distributie-intensiteit, distribuanten,
logistiek

4. Promotiemix (communicatie): - Alle persoonlijke en niet-persoonlijke communicatie van de
aanbieder om potentiële klant voor zich te winnen.
- Elementen: reclame, persoonlijke verkoop, sales promotion,
sponsoring, public relations, beurzen en tentoonstellingen,
direct marketing

Driemaal R:
-> Individueel bedrijf kan zich onderscheiden van zijn concurrenten door het creëren van;
1. Ruil
2. Relatie: - Relatiemarketing is gericht op het opbouwen, onderhouden en commercialiseren
van relaties, zodanig dat doelstelling beide partijen worden gerealiseerd.
3. Reputatie




3

,H2 Marketingomgeving

Omgevingsfactoren:

1. Micro-omgevingsfactoren: - Alle variabelen die vanuit de organisatie zelf komen en het
marketingbeleid kunnen beïnvloeden.
- Ook wel interne omgevingsfactoren.

2. Meso-omgevingsfactoren: - Van een organisatie relevante, onbeheersbare en beperkt
beïnvloedbare externe omgevingsfactoren
- Vinden hun oorsprong in de bedrijfstak of branche waartoe de
organisatie behoort.
- Zoals;
*Stakeholders; partijen die belang hebben bij het reilen en zeilen van
de onderneming en daar dus soms invloed op proberen uit te
oefenen.
*Publieksgroepen; groepen uit het algemene publiek van wie
organisatie voor haar functioneren afhankelijk is;
1.Aandeelhouders
2. Media
3. Overheid
4. Belangengroepen
*Marktgroepen;1. Leveranciers
2. Concurrenten*
3. Handelsschakels
4. Consumenten
*4 concurrentieniveau ’s:
1. Merkconcurrentie:
concurrentie tussen verschillende merken van bepaald product die elkaars substituten zijn. Door
merkimago onderscheiden.

2. Productvormconcurrentie:
concurrentie tussen verschillende technische verschijningsvormen van eenzelfde product. (minder
belangrijk)
->Station-SUV-Sportauto (allemaal auto’s)

3. Generieke concurrentie:
concurrentie tussen aanbieders van verschillende soorten producten die in eenzelfde behoefte van
bepaalde afnemer voorzien. (minder belangrijk)
->Surfplank-racefiets (allebij vrijetijdsbesteding)

4. Behoefteconcurrentie:
concurrentie tussen verschillende behoeften van een bepaald afnemer. Strijd om consumenteneuro.
-> Auto kopen-op vakantie gaan (geld kan maar 1 keer worden uitgegeven)




4

,3. Marco-omgevingsfactoren: - Voor individuele organisatie externe onbeheersbare
invloeden/bedreigingen vanuit de maatschappij.
- Om een beeld te krijgen van deze bedreigingen wordt er
onderscheid gemaakt in 6 verschillende macro-omgevingsfactoren;

1. Demografische omgevingsfactoren: - Hebben betrekking op omvang en samenstelling bevolking. -
- CBS is belangrijke bron.
- Bevolkingsomvang is meestal uitgangspunt voor berekenen
afzetmogelijkheden.

2. Economische omgevingsfactoren: - Bevat alle elementen die het inkomen en koopkracht van
consument beïnvloeden.
- Termen die hierbij horen;

Besteedbaar inkomen: - Bedrag na aftrek van premies en belastingen wat iemand heeft.
- Deel besteedbaar inkomen wordt gebruikt voor primaire levensonderhoud.
Discretionair inkomen: - Deel dat overblijft na aftrek noodzakelijke bedrag.
Koopbereidheid: - Consumenten meer vertrouwen in economische ontwikkeling eerder
geneigd discretionair inkomen te besteden.
Inflatie: - Stijging van algemeen prijsniveau, dus vermindering koopkracht van
geldeenheid.
Deflatie: - Daling van algemeen prijsniveau
- Prijsstijgingen vaak gecompenseerd met loonsverhoging, zogenaamde
inflatiecorrectie
Werkgelegenheid: - Heeft invloed op koopkracht consument.
Rentepeil: - Ook belangrijke rol voor sommige aanbieders.
- Rente is de vergoeding die betaald moet worden voor het lenen van geld.
Conjunctuur: - Is min of meer regelmatig optredende wisseling in mate van economische
groei in land
- Ook wel economisch klimaat.
- Meetpunten: hoogte nationale inkomen, aantal werklozen, koersverloop,
aantal transacties op effectenbeurs.

3. Sociaal-culturele omgevingsfactoren: - Zijn voor beleid organisatie relevant
- Onbeheersbare en onbeïnvloedbare externe
omgevingsfactoren die hun oorsprong vinden in
ontwikkelingen in sociologische en/of culturele
situatie bevolking.
- Gaat om waarden, normen, opvattingen die grote
invloed hebben op menselijk (markt)gedrag.
- Relatief snelle veranderingen. Vandaar
trendwatching.
- Samenleving bestaat niet uit één homogene groep.
Veel subgroepen.
- Theodore Levitt constateerde dat
consumentengroepen over gehele wereld steeds
meer overeenkomsten vertonen.*

*Maatschappelijke (stroming): is ontwikkeling in samenleving die zichzelf oplost nadat zij
veranderingen in overige macro-omgevingsfactoren heeft veroorzaakt. (vb. homohuwelijk,
euthanasie, emancipatie)



5

, *Consumentisme (stroming): belangrijkste doel is waarborgen en verbeteren rechten van consument
en versterken positie als marktpartij. Hierdoor grondrechten consument opgesteld: recht op
veiligheid, recht op info, recht op vrije keuze, recht op vertegenwoordiging.

4. Technologische Omgevingsfactoren: - Zijn voor beleid organisatie relevant
- onbeheersbare en niet beïnvloedbare externe
omgevingsfactoren die hun oorsprong vinden in technische
en technologische ontwikkelingen.

5. Ecologische en geografische omgevingsfactoren: - Ecologische factoren zijn factoren die van
invloed zijn op het beleid van organisaties.
(zoals: infrastructuur, beschikbaarheid van
grondstoffen, geluidsoverlast)
- Geografische factoren zijn macro-
omgevingsfactoren die van invloed zijn op het
beleid van organisaties in een bepaald
gebied.

6. Politiek-juridische en institutionele omgevingsfactoren:
- Politieke-juridische omgevingsfactoren omvatten alle politieke
maatregelen en juridische voorschriften die invloed op organisatie
kunnen uitoefenen.
- Institutionele factoren zijn factoren die de aanwezigheid en het
belang van verschillende soorten instellingen betreffen. (zoals:
financiële instellingen.)


Aantrekkelijkheid van de markt:
-> Wordt grotendeels bepaald door concurrentiesituatie. Daarom 5 krachtenmodel van Porter;

1. Macht van de concurrentie: - branche met heftige concurrentie, vooral om kortingen
vechten, weinig winst.

2. Macht van de leveranciers: - zeer grote aanbieders hebben sterke
onderhandelingsmacht, inkoop weinig voordeel behalen.

3. Macht van de afnemers: - producenten van levensmiddelen hebben in NL zeer matige
afnemers: AH, Jumbo, Aldi. Deze distribuanten bepalen
inkoopvoorwaarden.

4. Dreiging nieuwe toetreders: - bestaande ondernemingen voor eerst in markt of startende
ondernemers. Krijgen te maken met entreebarrières. Meer
aanbieders=meer concurrentie.

5. Dreiging substituut product




6

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Indigoski. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,89. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 53340 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,89  10x  verkocht
  • (2)
In winkelwagen
Toegevoegd