Dit is een begrippenlijst van het vak neuropsychologie (7012K2002Y). Hierin worden alle belangrijke begrippen beschreven die belangrijk zijn voor het tentamen.
Het vak neuropsychologie is een vervolg van het vak Hersenen en gedrag (3ECT) uit de premaster pedagogische wetenschappen. In dit vak wor...
Deel 1: Cellen en
informatieoverdracht
3.3 Graduele potentiaal
Gradueel potentiaal: speelt zich vooral af in dendrieten en soma.
Prikkels tellen op in tijd en ruimte als meerdere prikkels kort op elkaar
binnen komen tellen ze bij elkaar op wat een actiepotentiaal creëert..
Signaal is wel proportioneel aan stimulus, effect dooft vervolgens
langzaam uit.
Positieve exciterende prikkels: EPSP = excitatory post-synaptic
potential
Negatieve inhiberende prikkels: IPSP = inhibitory post-synaptic
potential
Op het moment dat er prikkels binnenkomen van de axon uiteinden dan
wordt het rustpotentiaal een beetje verstoord en wordt positiever. Een
negatieve prikkel cancelt de positieve prikkel. Maar als er kort na elkaar
twee positieve prikkels binnen komen tellen die bij elkaar op, wat de
drempelwaarde bereikt (-10) en dan gaat het actiepotentiaal lopen. De
natrium poortjes gaan open en het ladingsverschil schiet omhoog t/m
positief. Dan sluiten de natriumpoortjes zich weer en wordt het
rustpotentiaal hersteld.
Spatial summation: je krijgt van 2 kanten (dus uit 2 verschillende cellen)
prikkels binnen
EPSP/IPSP cancellation: rustpotentiaal wordt vergroot. Exciterende
axon geeft een prikkel af, daarna geeft de inhibirende axon een prikkel af
Samengevat neurale signalen:
Informatieoverdracht in de neuronen: Elektrische prikkels
Rustpotentiaal: boog die gespannen staat (als drempelwaarde wordt
overschreden kan de cel hier snel op reageren met een actiepotentiaal).
,Actiepotentiaal: alles of niets regel. Loopt altijd door tot het eind van de
Axon.
Gradueel potentiaal: vind je in de dendrieten en het cellichaam.
Ontvangen prikkels en reageren daar proportioneel op.
4. Communicatie tussen hersencellen
4.1 Synapsen
Synapsen: ruimte tussen 2 cellen waar informatieoverdracht plaatsvindt
tussen neuronen. Deze liggen op de dendrieten en het cellichaam van de
neuron. Een synaps kost tijd, kost net wat meer tijd dan
informatieoverdracht door een axon
Neurotransmitters: Zorgen voor signaaloverdracht in de synaps.
Informatieoverdracht tussen neuronen vindt plaats door middel van
chemische signalen. De stofjes die dit doen zijn de neurotransmitters.
Deze kunnen twee effecten hebben op de dendrieten, de postsynaptische
cel: Exciterend (+) en Inhiberend (-).
Voorbeelden van neurotransmitters (deze kunnen exciterend of
inhiberend zijn):
Pre synaptische cel: NT worden gemaakt in soma en axon. NT komt vrij
in de synaps door een actiepotentiaal aan het eindpunt van een axon, die
zet de zakjes aan om zich naar de uitgang te begeven. De celmembraan
smelt samen met het celmembraan van de cel en dan kan die zijn inhoudt
vrijgeven.
Vesicles: zakjes waar NT inzitten, wordt omringd door een celmembraan
Autoreceptor: receptor op pre-synaptische cel is gevoelig voor eigen NT,
als daar veel NT op gaat zitten wordt die veel geprikkeld wat een
,stopsignaal afgeeft. Dus ondanks dat actiepotentialen blijven aankomen
kan het zijn dat de cel stopt met het afgeven van NT. Synaptische
ruimte: Waar de NT zich bevinden.
Post synaptische cel: De post synaptische cel heeft receptoren, deze
zijn gemaakt van een bepaald eiwit. Dit is eigenlijk een soort sleutel en
slot systeem. Op die receptor past alleen een bepaald soort
neurotransmitter, bijvoorbeeld dopamine (sleutel). Dus alleen als de
sleutel in het slot past, dan gaan de kanaaltjes open die ervoor zorgen dat
het celmembraan stoffen kan doorlaten. Dan krijg je in het geval van
dopamine een positieve lading in die post synaptische cel. De NT is alleen
de sleutel, gaat zelf niet de cel in. Maar de activiteit in de post-synaptische
cel verandert. Slot opent de poortjes. Geladen deeltjes stomen de cel in,
dit zijn dus andere ionen, natrium + ionen bijvoorbeeld of andere stofjes.
En dan… NT (sleutel gaat uit het slot) laat weer los en kan nog een keer op
een receptor gaan zitten. Dus zolang de NT in de synaptische ruimte is
tussen die twee cellen kan die op zo’n receptor gaan zitten en een effect
uitoefenen op de postsynaptische cel. Hecht nog een keer en prikkelt
postsynaptische cel weer.
Enzymen: Maar NT kan ook worden afgebroken door enzymen. Enzymen
kunnen eiwitten afbreken, het kan dus zo’n dopemine-eiwit afbreken. Het
breekt op in twee delen en kan worden weggehaald uit de synaptische
ruimte.
Maar NT kan ook opnieuw opgenomen worden door presynamptische
neuron A, hierdoor kan het later hergebruikt worden.
Samengevat
- NT wordt gemaakt en afgegeven
- NT in de synaptische ruimte
- NT heeft effect op post-synaptische cel
- NT heeft geen effect meer. Dit kan komen door:
- Afbraak
- Negatieve feedback
- Autoreceptor
,
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper marloesbiessen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.