Samenvatting Visies op
Moderniteit
Interdisciplinaire Sociale Wetenschappen – Universiteit van Amsterdam
Tentamen/stof deel 2
Inhoud
De Frankfurter Schule: van Adorno naar Habermans: De grenzen van de moderniteit.........................2
Eichmann, Arendt, Bauman..................................................................................................................10
The return of the king: Michel Foucault...............................................................................................24
Norbert Elias.........................................................................................................................................29
Anthony Giddens & Zygmunt Bauman.................................................................................................35
Onzekerheid – Beck & Hochschild........................................................................................................40
,De Frankfurter Schule: van Adorno naar Habermans: De grenzen van de moderniteit
Uitgangspunten van de Frankfurter Schulde:
Karl Marx: die verklaring van de ideeënwereld (de bovenbouw) is een gevolg van de manier waarop
wij samen onze productie van levensmiddelen hebben georganiseerd (onderbouw).
Dus sociale productieverhoudingen en materiële productiekrachten (onderbouw) = eigenlijk het
economisch domein in de samenleving: hoe hebben wij georganiseerd met elkaar dat we in onze
levensbehoeften worden voorzien.
- Enerzijds gaat het letterlijk om de productie van goederen en diensten;
- Maar het gaat ook om: “oké, er zijn goederen en diensten, maar hoe kom ik aan die goederen?
daar moet ik iets voor doen, daar heb ik geld voor nodig. Geld krijg ik door arbeid te
verrichten”.
Marx zegt, de ideeën (religieus, politiek, wetenschappelijk…) die we hebben, dat is eigenlijk
grotendeels een product/consequentie van die manier waarop we het georganiseerd hebben in de
onderbouw.
Dus als je het kritisch en plat wil lezen: die ideeën die we voorstaan, de manier waarop wij denken dat
de wereld werkt, is niets anders dan een rechtvaardiging van de status quo.
Dus, als je iets aan de ideeën wil veranderen, aldus Marx, dan moet je beginnen in de onderbouw. En
dat kan niet zomaar want te veel belangen, dus revolutie etc. etc.
Dit idee, nemen de Frankfurters in grote lijnen over, maar zien toch dat dat net wat anders in elkaar zit,
iets complexer.
Een simplificering van wat zij zeggen:
Onderbouw: dominante ideeën
Bovenbouw: sociale omstandigheden, gaat niet alleen over de productie hoe we in onze
levensbehoeften kunnen voorzien, maar gaat in bredere zin over de sociale omstandigheden (naast
economie, ook geografische spreiding klassenverschillen, etc.).
,Onderbouw en bovenbouw veel meer in wisselwerking met elkaar. Niet maar één kant op, zoals bij
Marx. Er is ook een werking vanuit die ideeën terug, naar hoe wij de boel met elkaar organiseren.
Geen determinisme!
Determinisme ontkent sowieso dat mensen agency hebben. Maar mensen kunnen ook iets
‘terugzeggen’/iets anders beslissen (doen dit niet altijd, maar het kan wel).
Max Weber:
Instrumentele rationalisering
Max Weber zegt dat als je naar de moderne samenleving kijkt, dan zie je een opkomst van een
bepaalde vorm van rationalisering: instrumentele of doel-middel, ten koste van alle andere vormen van
rationaliteit.
Waarom doen mensen wat ze doen? Volgens Weber kan je 4 ideaaltypische motivaties onderscheiden.
En in de moderne samenleving wordt dit dus doel-middel rationaliteit.
- Berekenbaarheid, efficiëntie, voorspelbaarheid, beheersing.
- Nadruk gereguleerd, planmatig, doelgericht en gestandaardiseerd handelen.
- Doel-middel-rationaliteit dringt door in alle sferen van het leven.
- Bureaucratie breiden uit in economische en politieke sfeer.
- ‘Markten’ stimuleren het najagen van persoonlijke doelen.
Weber: “Niemand weet nog wie er in de toekomst in dit harde omhulsel zal wonen en of er aan het
eind van deze ontstellende ontwikkeling hele nieuwe profetieën dan wel een krachtige wedergeboorte
van oude gedachten en idealen zullen staan, of – als geen van beide gebeurt – een gemechaniseerde
verstening, verbloemd door een soort krampachtige gewichtigdoenerij. Want inderdaad zou voor de
‘laatste mensen’ van deze culturele ontwikkeling de volgende uitspraak wel eens bewaarheid kunnen
worden: ‘Vakmensen zonder geeft, genotmensen zonder hart: dit niets verbeeldt zich tot een nooit
eerder bereikt niveau van humaniteit te zijn opgeklommen.’”
, Als we dit zo laten gaan en geloven dat dit goed is, krijgen we een gemechaniseerde
verstening.
Dit idee is fundamenteel in de Frankfurter Schule.
De Frankfurter Schule – uitgangspunten:
De Frankfurters zijn de mensen die de credit zou kunnen geven voor het oprichten van Kritische
Theorie.
Kritische Theorie is een aparte ‘school’ van denken. Een heel specifieke notie van kritiek wat je dan
groepeert onder de noemer ‘Kritische Theorie’.
De Kritische Theorie bestaat in de eerste plaats uit 3 soorten kritiek:
- Kritiek op ‘partijmarxisme’:
o Het partijmarxisme gaat over mensen die heel economisch deterministisch denken.
“Als we maar gewoon economisch iets anders organiseren, worden mensen
vrij van macht” (o.i.d.).
Als we eenmaal iets nastreven (communisme), verdwijnt macht, etc.
o Zij waren er heel kritisch op want: Deze mensen, die zichzelf ‘marxist’ noemen,
hebben Marx niet gelezen of op zijn minst niet begrepen. Want bij Marx is het niet zo
simpel als alleen van de onderbouw iets veranderen uit de bovenbouw Marx is veel
complexer.
- Kritiek op ‘traditionele’ theorie:
o Zij opponeren Traditionele Theorie van ‘traditionele’ theorie.
o ‘Traditionele’ theorieën zien zij vooral als wetenschappelijke theorieën (vooral
maatschappijtheorieën en psychologische theorieën, etc.) die in grote lijn zeggen
alleen maar te willen beschrijven hoe dingen werken.
o Een Kritische Theorie daarentegen moet uitleggen wat er mis is met hoe het werkt, en
hoe het beter kan.
Als je in staat bent uit te zoeken hoe iets zit, kan je ook uitleggen waarom het
mis is. En als je dat dan weet, kan je ook zeggen hoe het anders kan.
- Kritiek op moderne samenlevingsvormen:
o We moeten heel kritisch kijken hoe de samenleving in elkaar zit.
o Humanistisch perspectief: ze waren uit op het verbeteren van de levenssituatie voor de
meeste mensen.
Uitgangspunten:
- Bestuderen van de problemen die voortkomen uit het modern kapitalisme (niet zoals Marx,
maar 20e-eeuwse kapitalisme).
o Ideeën zijn sociale producten: ideeën zijn niet origineel en uniek, maar krijgen we
aangeleerd.
- Bestuderen van de rol van kennis en wetenschap in modern kapitalisme.
o Vormen van kennis dragen bij aan in stand houden van klassenverdeling.
o Wetenschap draagt bij aan algehele degradatie van de menselijke toestand: dus de
manier waarop we kennis vergaren en reproduceren, die helpt ons naar een
noodlottige eindtoestand (denk aan citaat Max Weber – bureaucratiseren IJzeren
kooi).
Breder dan sociale wetenschappen.