Samenvatting: Interventie Gezond Leven
(HSLeiden jaar 1, periode 1), uitwerking lessen
en hoofdstukken Healthy Ageing
Begrip Omschrijving Welke uitkomst
staat centraal?
Healthy ageing Het proces waarin de kansen op lichamelijke, Gezondheid
sociale en geestelijke gezondheid worden
geoptimaliseerd
Active ageing Het proces van het optimaliseren van Participatie,
gezondheid, participatie en veiligheid om de kwaliteit van het
kwaliteit van leven van mensen te verhogen leven
naarmate ze ouder worden
Successful ageing Fysieke, functionele en geestelijke gezondheid, Welzijn, geluk
sociale betrokkenheid
Productive Elke activiteit van een oudere die bijdraagt aan Bijdrage aan de
ageing een dienst of product voor de samenleving, samenleving
betaald of vrijwillig
Gezondheid is ‘het vermogen zich aan te passen en zelf de regie te voeren, in het licht van de
sociale, fysieke en emotionele uitdagingen. Kenmerkend aan deze benadering van
gezondheid is de nadruk op verandering in het leven van mensen en dat gezondheid
samenhangt met veerkracht en zelfregie.
Veerkracht (resilience) is te zien als het vermogen van mensen om hun weg te vinden
naar bronnen die bijdragen aan hun welzijn, en dat zij die capaciteit hebben deze
bronnen betekenisvol in te zetten. Belangrijk bij het woord veerkracht zijn: herstel,
behoud, herwinnen, aanpassing en zelfredzaamheid. Al deze woorden geven inzicht
in wat ‘veerkracht’ inhoudt.
Zelfregie is het zelf beslissen over het leven met of zonder ondersteuning van
anderen. Een belangrijk element hierin is dat mensen zo veel mogelijk zelf bepalen
hoe zij hun leven richting en inhoud geven, oftewel eigenaar zijn van het proces. De
kernvraag is: ‘Wat wil ik, gezien de omstandigheden?’ Zelfs als ondersteuning nodig
is, kan zelfregie ervaren worden. Mensen kunnen bijvoorbeeld keuzes maken over
wat voor ondersteuning gewenst is, hoeveel er wordt ondersteund en op welke
manier. Voor veel mensen is zelfregie niet eenvoudig, zeker als het gaat om het
ontwikkelen en behouden van een gezonde leefstijl. Een professional heeft dan
vooral de taak te coachen en te ondersteunen bij het verhelderen van datgene wat
belangrijk is en wat nodig is om de gezonde leefstijl daadwerkelijk voor elkaar te
krijgen.
Voor het optimaliseren van de gezondheid is het dus van belang dat mensen voldoende
veerkrachtig zijn en dat ze zo veel mogelijk eigenaar zijn van hun proces (zelfregie ervaren).
Dit geldt voor zowel zieke als gezonde mensen. Of mensen de regie kunnen voeren, is
afhankelijk van iemands vermogen (ability). Dit vermogen is afhankelijk van fysieke en
psychische factoren, alsmede van de sociale omgeving en de gebeurtenissen die
,plaatsvinden. Het vermogen kan soms door gezondheidsprofessionals te laag ingeschat
worden, waardoor bij mensen de zelfregie ontnomen wordt.
Huber en collega’s (2011) onderscheiden zes dimensies die belangrijk zijn voor gezondheid:
1. Lichaamsfuncties
2. Mentaal welbevinden
3. Spirituele/existentiële betekenis
4. Kwaliteit van leven
5. Sociaal-
maatschappelijke participatie
6. Dagelijks functioneren
De Big Five for a Healthy Life
1. Voeding
2. Beweging
, 3. Slaap
4. Stress/ontspanning
5. Sociale interactie
Wat gezond is en tot een gezond leven leidt, is afhankelijk van de persoon, de leeftijd en de
context. Het is dus onmogelijk om tot de gouden standaarden te komen.
Het leven van mensen kan beschouwd worden als een aaneenschakeling van levensfasen en
levensgebeurtenissen. Elke gebeurtenis of situatie kan in de context van de levensfase
betekenis krijgen. Centraal in deze benadering staat dat elke fase gepaard gaat met
uitdagingen en dat in elke fase verandering en aanpassing nodig zijn om gezond oud(er te
worden. Soms komen mensen hier zelf uit, maar soms kunnen ze wat hulp gebruiken. Waar
mogelijk kan de zelfregie versterkt worden en waar dat niet mogelijk is, zullen professionals
hulp moeten bieden. Hoe help je mensen met verandering om te gaan? Hoe kun je de
gezondheid bevorderen?
Een bekende theorie uit de ontwikkelingspsychologie en levenslooppsychologie is de
psychosociale ontwikkelingstheorie van Erikson. Hij onderscheidt in zijn theorie acht
ontwikkelingsfasen:
Fase Leeftijd Ontwikkelingstaak
1 Zuigelingenfase Geboorte tot Vertrouwen versus wantrouwen
18 maanden
2 Peuterleeftijd 18 maanden Autonomie versus schaamte en twijfel
tot 3 jaar
3 Kleuterleeftijd 3-6 jaar Initiatief versus schuldgevoel
4 Basisschoolleeftijd 6-12 jaar Vlijt versus minderwaardigheid
5 Adolescentie 12-18 jaar Identiteit versus identiteitsverwarring
6 Vroege 18-35 jaar Intimiteit versus isolement
volwassenheid
7 Middelbare 35 tot 55-65 Openstaan voor verandering versus stagnatie
volwassenheid jaar
8 Late 55-65 jaar tot Integriteit versus wanhoop
volwassenheid de dood
Volgens Erikson is er in elke levensfase een taak die verricht dient te worden. Deze hangt
samen met een crisis die ieder mens moet zien op te lossen.
Kritiek op deze indeling: niet iedereen ervaart deze crisis(sen) en niet iedereen doorloopt
deze fasen.
Een belangrijk kenmerk van de werkwijze van een gezondheidsprofessional is het planmatig
handelen. De stappen die hierbij doorgaans gevolgd worden, zijn: het formuleren van een
hulpvraag, het verzamelen van gegevens, het stellen van doelen, het ontwikkelen van een
programma (een interventie/behandeling), vervolgens het uitvoeren en ten slotte het
evalueren van het programma. Met de evaluatie kan de ondersteuning beëindigd worden