100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting ALLE hoorcolleges UVA onderzoeksmethodologie €4,49
In winkelwagen

College aantekeningen

Samenvatting ALLE hoorcolleges UVA onderzoeksmethodologie

 25 keer bekeken  1 keer verkocht

samenvatting van 13 hoorcolleges onderzoeksmethodologie waarin alle belangrijke informatie en begrippen worden uitgelegd.

Voorbeeld 3 van de 19  pagina's

  • 15 januari 2021
  • 19
  • 2020/2021
  • College aantekeningen
  • Kees jan kan en niels smits
  • Alle colleges
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (6)
avatar-seller
mariekebos1
College 1

Vergelijking met natuurwetenschappen:

- Vergelijkbare logica, maar actieve rol onderzoeksobject
- Menselijke deelnemers: we moeten nadenken over sociale en ethische waarden

Pre-positivisme:

Positivisme:
We kunnen de sociale wereld net zo bestuderen als de natuurwetenschappen. Alle kennis moet
empirisch fungeert zijn (op basis van gegevens). Nadruk op voorspellen en ingrijpen.

Constructivisme:
het gaat om mensen, die moet je wel serieus nemen, uitgaan van hun perspectief. Iedereen heeft
andere werkelijkheid dus er zijn geen causale wetten. Het voorspellen en controleren beperkt de
wetenschap.

Waarden in sociaalwetenschappelijk onderzoek:

- Belangrijker dan bij natuurwetenschappen
- Verschillende perspectieven
- Bestaat objectieve wetenschap
- Onderzoekers hebben waarden en perspectieven
- Interpretatie, verwachtingen, keuze van onderwerp
- Waardediscussie lastig wetenschappelijk te beslechten
- Perspectief ziet in de weg: evaluatie bewijs hangt ervan af

Publieke aandacht voor onderzoek:

- onderzoek naar mensen trekt aandacht
- bepaalde onderwerpen trekken meer aandacht
- framing van vraagstelling bepaalt mede aandacht
- implicaties voor maatschappij, personen en groepen
- onderzoekers worden vereenzelvigd met onderzoeksresultaten (covariation principle)
- voorzichtigheid is geboden

Sociale wetenschappen meer omstreden omdat:

- publiek heeft zelf ervaring met onderwerp
- putten uit eigen ervaring
- methoden lijken gewoontjes
- onderwerp vaak persoonlijk en politiek gevoelig

Hypothese: falsifieerbare stelling over relatie tussen constructen

Theorie: set gerelateerde hypothesen

Een naïeve hypothese kun je nagaan met:

1. logische analyse.
2. Consensus (een gelijke vragen) ook bias, groepsdenken (streven naar harmonie in de groep)
3. Autoriteit (een expert vragen), onenigheid onder expert, niet onafhankelijk, waarden
bepalen keuze expert.  Inconsistenties en bias.

, 4. Observatie, construct ander opgevat, causale richting moeilijk te bepalen, hoeft niet op te
gaan in het algemeen, we zoeken vooral bevestiging en geen ontkrachting
5. Eerdere ervaringen. Zelfde probleem als bij observatie, lastiger om te ontkrachten, we
onthouden makkelijker als in plaatje past.

Theorie vaak in vorm van syllogisme: redenering bestaande uit 2 stellingen en een conclusie.

Verschillen met informele observatie:

- Alertheid biased conclusies
- Zelfbewust en werk kritisch beoordelen door andere wetenschappers
- Systematisch bias voorkomen en gebruik gevestigde methoden
- Altijd gebaseerd op empirisch onderzoek
- Vertrouwens als niet weerlegd en veel verklarende kracht
- Overdraagbare kennis
- Streven naar waarheid
- Eisen Grote zekerheden
- Empirische criteria, uitspraken op basis van gegevens
- Sleutelrol = voorspellen
- Algemene samenhangen
- Theorieën

Selectie van problemen:

- Algemeenheid
- Beantwoordbaarheid
- Theoretisch belang
- Praktisch / maatschappelijk belang

Operationisme: constructen kunnen worden gemeten of geobserveerd.

Goede hypothese:

- Specifiek
- Spaarzaamheid: je geeft de voorkeur aan de theorie die minder hypothesen bevat
- Falsifieerbaarheid: je kunt hem tegenspreken.

College 2

Empirische cyclus van onderzoek:

Observatie: waarnemen, men begint niet compleet blanco, je hebt een bepaalde voorkennis. Hieraan
zijn geen regels verbonden.

Inductie: je hebt een idee opgedaan. Je hebt vermoedens, hiervan maak je onderzoekshypothese.
Van specifiek naar algemeen.

Deductie: van algemeen naar bijzonder. Je doet een voorspelling. Je maakt een operationalisatie.
Specificatie van toetsingsprocedure.

Toetsing: Nagaan in hoeverre voorspelling wordt ondersteund. Toetsen doe je op nieuwe data, bijv.
in een nieuwe klas (!)

Evaluatie: houdt de theorie stand of niet?

, Inductief en deductief gaan altijd wel een beetje samen. Iets is nooit alleen puur inductief of
deductief.

Goede theorie:

- Specificeert hoe constructen relateren
- Specificeert hoe constructen worden geoperationaliseerd

Constructen worden niet direct gemeten, dit doe je met een variabele. Maar elke maat zal imperfect
zijn.

Conceptueel model: een schematische weergave van de verbanden tussen de voor de theorie
relevante variabelen. Het bevat; variabelen en de relaties tussen de variabelen.

Causale relatie: rechte pijl

Niet causale relatie: dubbelhoofdige kromme pijl

Positieve relatie: hoe hoger het een, hoe hoger het ander

Negatieve relatie: hoe hoger het een, hoe lager het ander

Soorten relaties:

- Directe effecten
- Indirecte effecten (via 3e variabele, mediator)
- Interactie effecten (richting/sterkte hangt af van 3 e variabele, moderator)
- Wederkerige effecten (relatie gaat beide kant op, kan direct en indirect)

Causatie betekent correlatie, correlatie betekent geen causatie.

Redenen van onderzoek doen:

- Ontdekken / discovery (past bij inductie)
- Aantonen / demonstration
- Verwerpen / refutation
- Repliceren /replication

Constructvaliditeit: of geobserveerde variabelen in voldoende maten de theoretische constructen
meten. Meet ik wat ik wil meten?

Interne validiteit: evalueren of uitspraken over de oorzakelijkheid terecht zijn. Zorgt A ook echt voor
B?

Externe validiteit: evalueren of uitspraken over generaliseerbaarheid terecht zijn.

Conclusievaliditeit: toepasselijkheid van de data-analyse nagaan. Komt vaak ook in het geding als
constructvaliditeit niet in orde is.

type 1 fout: niet in de werkelijk, maar wel gevonden in je steekproef.

type 2 fout: wel in de werkelijkheid, maar niet gevonden in je steekproef.

De conclusie is dan valide, maar feitelijk onjuist. Door toeval.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper mariekebos1. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 53068 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,49  1x  verkocht
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd