Organisatie en Management
Hoofdstuk 8 Besturing
8.1 Besturing van organisaties
Besturing van organisaties: hieronder wordt verstaan het leiden van een organisatie
naar de gestelde doelen.
Bedrijfsproces: een geordende bundeling van menselijke activiteiten in een relatie tot
de productie van goederen en/of diensten. Effectief en efficiënt.
Voorbeelden: inkoopprocessen en marketingprocessen.
Procesbeheersing: elk bedrijfsproces kan weer onderverdeeld worden in
subprocessen die eveneens bestuurd moeten worden. De bedrijfsprocessen zullen
beheerst moeten worden door het leidinggevenden en managers. Dit heet
procesbeheersing. Dit kan worden gefineerd als het doelgericht laten verlopen van
bedrijfsprocessen door middel van planning, coördinatie en bijsturing.
8.2 Bedrijfsprocessen
Iedere organisatie verwerkt productiefactoren, zoals arbeid, natuur, kapitaal,
(ondernemen), en informatie (invoer) en transformeert deze producten en/of diensten
(uitvoer). Dit transformatieproces bestaat uit een aantal bedrijfsprocessen.
8.2.1 Transformatieproces
Bij het transformeren van productiefactoren is altijd sprake van een invoer en een
uitvoer.
De invoer van een proces bestaat uit de productiefactoren:
Arbeid: mensen
Natuur: grond- en hulpstoffen, energie, halffabricaten enzovoort
Kapitaal: geld, productiemiddelen zoals machines
Informatie: over concurrenten, maatschappelijke informatie
De productiefactoren moten door organisaties worden ingekocht. Dit betekent dat er
‘markten’ voor productiefactoren bestaan, zoals de arbeidsmarkt en de energiemarkt.
Na het transformeren van de invoer resulteren producten en/of diensten (de uitvoer).
Organisaties worden niet alleen beoordeeld op de voortgebrachte goederen en
diensten maar ook op de kwaliteit van de overige uitvoer. Hierbij kan gedacht worden
aan:
Arbeid: uittredende mensen (ontslag, pensionering, WAC)
Natuur: afval- en uitvalstoffen, vrijgekomen warmte, lawaai, vervuiling, stank
Kapitaal: rendement, afgeschreven productiemiddelen
Informatie: verantwoording en verslaglegging, public relations, reclame-
uitingen
,8.2.2 Typen bedrijfsprocessen
Er kunnen drie typen bedrijfsprocessen worden onderscheiden:
1. Primaire processen: hieronder worden alle activiteiten verstaan die
rechtstreeks een bijdrage leveren aan het tot stand komen van het product
en/of de dienst, zoals inkopen, produceren, verkopen en leveren. Het doel van
de organisatie.
2. Secundaire of ondersteunende processen: omvatten alle activiteiten die
worden uitgevoerd om bepaalde productiefactoren in stand te houden, zoals
personeels- en financieel beheer en het beheer van de informatiesystemen.
Dienen om de primaire processen goed en ongestoord te laten functioneren.
3. Bestuurlijke processen: bestaan uit alle activiteiten die voor een belangrijk
deel richting geven aan de primaire en secundaire processen, en de
organisatie richten op de gestelde organisatiedoelen.
De activiteiten die tot de bestuurlijke taken binnen bestuurlijke processen worden
gerekend, zijn de volgende:
Strategievorming: het proces waarbij een toekomstbeeld wordt
vastgesteld en een strategie wordt gekozen. Organisaties streven naar
producten en/of diensten te leveren die voorzien in een behoefte bij hun
afnemers. Aangezien afnemersbehoeften voortdurend veranderen en de
markt verzadigd kan raken voor bepaalde producten, zal de onderneming
hierop flexibel en slagvaardig moeten inspelen. Dat zal resulteren in
veranderingen van de volgende strategieën.
Planning: dit is het op een zodanige wijze afstemmen van primaire en
secundaire processen dat de gestelde doelen worden behaald. Planning
heeft betrekking op de inzet van mensen, middelen en de benutting van
tijd. Aan de hand van goede planningsmethoden is het mogelijk processen
beter te beheersen.
Structurering: dit is het ontwikkelen van een raamwerk waarbinnen
mensen en middelen in een organisatie worden ingezet.
Procesbeheersing: dit is het doelgericht en doelmatig laten verlopen van
bedrijfsprocessen door middel van plannen, meten, vergelijken en
bijsturen.
, 8.2.3 Beheersing van bedrijfsprocessen
Het is in het belang van de organisatie dat bedrijfsprocessen worden beheerst
aangezien men anders de organisatiedoelstellingen niet realiseert. Er zijn drie
voorwaarden voor het kunnen beheersen van bedrijfsprocessen:
1. Er moet sprake zijn van eenduidige doelstellingen die men wil bereiken. Deze
doelstellingen dienen bij voorkeur in kwantitatieve (met cijfers) vorm
geformuleerd te zijn.
2. De gestelde organisatiedoelen moeten uitvoerbaar zijn.
3. Er moeten mogelijkheden zijn om op een of andere manier het bedrijfsproces
te beïnvloeden (het versnellen van de productieontwikkeling door het inzetten
van extra mensen en middelen).
Het doelgericht laten verlopen van bedrijfsprocessen kan worden bereikt door middel
van de volgende beheersingsactiviteiten:
Plannen: het maken van een plan voor het beheersen van de processen.
Meten en vergelijken: het meten van de voortgang van het bedrijfsproces en
dit vergelijken met de normen en standaarden in het plan.
Bijsturen: het uitvoeren van bepaalde maatregelen indien afwijkingen een
bepaalde grens overschrijden.
De bijsturing kan invloed hebben op:
De doelstellingen
De strategie
De planning
De structurering
Het primaire proces
Het secundaire proces
Een groeiend aantal organisaties leeft met het besef dat procesbeheersing belangrijk
is. Door middel van procesbeheersing kan een concurrentievoordeel behaald
worden.
Een benadering die daarop aansluit is Business Re-engineering of Business Process
Re-engineering. De grondlegger van deze benadering is Michael Hammer. Binnen
deze benadering wordt het ondernemingsproces niet gezien als een stelsel (apart)
georganiseerde functies, maar als een verzameling van aan elkaar gerelateerde
kernbedrijfsprocessen.
Kernbedrijfsproces: is een groep van aan elkaar gekoppelde activiteiten, die waarde
toevoegen aan de afnemer. Deze waardetoevoeging wordt gemeten aan de hand
van vier maatstaven of een combinatie daarvan: kwaliteit, dienstverlening, kosten en
cyclustijd. Afnemers vergelijken producten en/of diensten van verschillende
organisaties op hiervoor genoemde maatstaven en maken vervolgens een keuze.
De kernbedrijfsprocessen dienen opgebouwd te zijn vanuit een afnemeroriëntatie.
Traditioneel is in een organisatie het arbeidsproces in stukjes opgedeeld. De
consequentie hiervan is dat er een traag en inflexibel systeem ontstaat. In stabiele
markten is zo’n opdeling nog te verdedigen, in sterk veranderende markten niet