Gezin en recht
Juridisch stappenplan:
Juridisch stappenplan:
1. Wat zijn de juridische feiten?
2. Welke rechtsregel is hier van toepassing?
3. Interpreteer de rechtsregel en pas de juridische feiten uit de casus toe.
Hoofdstuk 2 – De ouders van de jeugdige
In het burgerrecht is het familierecht. Een familierechtelijke relatie is een juridische relatie
tussen gezin/familieleden waaruit rechten en plichten ontstaan.
2.2 Juridische moeder
De wetgever laat zich bij de vraag naar het moederschap leiden door de bevalling: de
vrouw die het kind ter wereld brengt, is de moeder. Deze regel geldt ook als er bij de
bevruchting genetisch materiaal van anderen is ingebracht. (Wet BW).
Draagmoederschap:
Draagmoederschap kent de BW niet. Omdat het BW het draagmoederschap niet kent, is de
kern van de afspraken tussen de draagmoeder en de wensmoeder over de ‘overdracht’ van
het kind voor het recht ongeldig. De draagmoeder blijft de juridische moeder, daar komt ze
niet zomaar vanaf door haar kind af te staan. Om de wensmoeder het juridische gezag te
geven is lastig. De rechter moet het gezag van de draagmoeder na de geboorte ontnemen.
Daarna kan de wensmoeder het kind als pleegkind in huis nemen. Na een jaar kunnen ze
het kind officieel adopteren.
2.3 Juridische vader
De juridische vader is de man (volgens BW):
- Die bij de geboorte met de moeder is gehuwd.
- Die de jeugdige heeft erkend.
- Van wie door de rechter het vaderschap is vastgesteld.
- Die de jeugdige heeft geadopteerd.
Geregistreerde partner van de moeder:
De man die tijdens de geboorde de geregistreerde partner is van de moeder, wordt
automatisch de juridische vader van het kind.
Vaderschap ontkennen:
De man, vrouw en het kind kunnen de rechtbank verzoeken het vaderschap dat door een
huwelijk is ontstaan, te ontkennen. Voorwaarde is dat het duidelijk is dat de man niet de
biologische vader van het kind is.
Erkenning:
Een jeugdige die geen juridische vader heeft kan door een man worden erkend. Dat
betekent dat die man de juridische vader wordt.
Procedure van erkenning:
De man moet bij de burgerlijke stand van de gemeente verklaren dat hij de juridische
vader van de jeugdige wil zijn. Van deze verklaring wordt een akte opgemaakt, die wordt
ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand. Daarmee is de erkenning een feit.
Toestemming van moeder en kind:
, Voor de erkenning van een jeugdige tot 16 jaar heeft de man toestemming nodig van de
moeder. Als de jeugdige tussen de 12-16 jaar is, moeten moeder en jeugdige allebei
toestemming geven. Als de jeugdige ouder is dan 16, hoeft alleen hij of zij toestemming te
geven.
Geen toestemming, toch erkenning:
Als de moeder of jeugdige geen toestemming geven, gaat de erkenning in principe niet
door. Maar als de man kan aantonen dat hij de verwekker is, kan hij hun beslissing
aanvechten.
De rechter geeft de man toestemming voor de erkenning als hij meent dat de erkenning:
- De belangen van het kind niet zal schaden.
- De belangen niet zal schaden die de moeder heeft bij een ongestoorde verhouding
met haar kind.
Random feitje: een man of vrouw die spermadonor of eiceldonor is, heet het recht om, als
de erkenning door de moeder wordt geweigerd, de rechtbank om vervangende
toestemming te vragen. Voorwaarde is wel dat de man of vrouw in een ‘nauwe persoonlijke
betrekking’ tot de moeder of het kind staat of heeft gestaan.
Erkenning niet mogelijk:
Erkenning is niet mogelijk:
- Door een man die, vanwege te nauwe verwantschap, geen huwelijk met de moeder
zou mogen sluiten.
- Door een man die nog geen 16 jaar oud is.
- Door een man die onder curatele staat, tenzij hij toestemming heeft van de
kantonrechter.
- Als de jeugdige al twee ouders heeft.
Ongedaan maken van de erkenning:
Een erkenning is in principe definitief. Alleen als de erkenning niet de biologische vader is,
kan het ongedaan worden gemaakt.
Gerechtelijke vaststelling van het vaderschap:
Gaat het bij een erkenning om een man die vrijwillig een vader-kindrelatie aangaat, bij de
gerechtelijke vaststelling van het vaderschap geeft de rechter het juridische vaderschap
aan de verwekker op.
Kan de moeder of jeugdige aantonen dat de man de verwekker is, dan kunnen de moeder
of jeugdige de rechter vragen het vaderschap van de man vast te stellen. Als deze wordt
vastgesteld, ontstaat er een juridische vader-kindrelatie.
Gerechtelijke vaststelling van het vaderschap wordt nogal eens verward met een
vaderschapsactie. Deze actie is er niet op gericht dat de man de juridische vader wordt.
Duo-ouderschap:
Ook voor een vrouw is het sinds 1-4-2014 mogelijk om de tweede juridische ouder (oftewel
duo-ouder) te zijn. Door deze nieuwe wetgeving:
- Wordt de vrouw met wie de moeder bij de geboorte is getrouwd automatisch de
tweede ouder van het kind.
- Kan een vrouw in alle andere gevallen met toestemming van de moeder (en
toestemming van het kind vanaf zijn 12de) een kind erkennen.
- Heeft een vrouw die als levensgezel van de moeder heeft ingestemd met een daad
van verwekking van het kind, het recht om vervangende toestemming voor de
erkenning te vragen bij de rechtbank.
, - Kunnen de moeder en het kind gerechtelijk het duo-ouderschap van een vrouw
laten vaststellen indien deze vrouw de levensgezel is van de moeder en heeft
ingestemd met een daad van verwekking van het kind.
2.5 Gevolgen van het ouderschap
Gezag:
Juridische ouders hebben in veel gevallen het gezag over hun kind, of kunnen de rechter
om dit gezag vragen. Gezag wil zeggen dat de ouders het kind mogen opvoeden en
zeggenschap hebben.
Omgang:
Heeft een juridische ouder geen gezag, dan heeft hij doorgaans wel recht op omgang met
zijn kind. Omgang betekent dat ouder en kind elkaar regelmatig mogen zien.
Onderhoud:
Juridische ouders zijn onderhoudsplichtig. Dit wil zeggen dat zij verplicht zijn om de kosten
te dragen van de verzorging en opvoeding van hun kind. Als de jeugdige een opleiding
volgt, dan loopt deze verplichting door tot na zijn 21st verjaardag.
Familienaam:
De jeugdige draagt de achternaam van 1 van zijn juridische ouders, en zij kiezen zijn
voornaam uit.
Wettelijk erfgenaam:
De jeugdige is wettelijk erfgenaam van zijn juridische ouders.
Positie in juridische procedures:
In juridische procedures heeft de juridische ouder bepaalde rechten als de rechtszaak
betrekking heeft op zijn minderjarige kind.
Hoofdstuk 3 – Het gezag over de jeugdige
3.2 Gezag over jeugdigen
Gezag bestaat altijd uit een mengeling van:
1. Opvoeden en verzorgen.
2. Beheer van het eventuele vermogen (de bezittingen) van de jeugdige.
3. Verrichten van juridische handelingen namens de jeugdige.
Minderjarig:
Je bent minderjarig tot je 18de. Als je 18 bent, ben je meerderjarig en wordt er geen gezag
meer over hem uitgeoefend.
Gezag of voogdij:
Als het gezag door de ouders wordt uitgeoefend, heet het gezag ‘ouderlijk gezag’. Zijn er
geen ouders om het gezag uit te oefenen, dan oefent een voogd het gezag uit, en dat heet
‘voogdij’.
Bijzonder curator:
Tussen een ouder/voogd en het minderjarige kind kunnen conflicten ontstaan waarbij de
belangen van de ouder en het kind botsen. Eigenlijk moeten de ouders de belangen van het
kind behartigen. Maar dat is bij een conflict waarin de ouders zelf partij zijn, en de
belangen tegenover de belangen van het kind staan, niet goed mogelijk. Daarom kan de
rechter in zo’n conflict tussen de belangen tussen de ouder en kind een ‘bijzonder curator’
noemen.