Begrippen hoofdstuk 5 marketing
Beschrijvend onderzoek: onderzoek waarin bestaande situaties omschreven worden — zoals
hoeveelheid, frequentie en tijdsduur — zonder diep in te gaan op eventuele oorzaak-gevolg
verbanden.
Causaal onderzoek: onderzoek waarin de onderlinge samenhang tussen de relevante variabelen
duidelijk wordt gespecificeerd.
Experimenteel onderzoek: vorm van causaal onderzoek waarbij we twee groepen
onderzoekspersonen selecteren die elk een verschillende behandeling krijgen, waarbij we het
effect van niet-gerelateerde variabelen onder controle houden en de verschillen in de antwoorden
van de groepen onderzoeken om oorzaak en gevolg te bepalen.
Exploratief onderzoek: verkennend onderzoek, dat wordt uitgevoerd om een voorlopige verklaring
voor een probleem te vinden of — als vooronderzoek — om de onderzoeksaanpak te testen.
Gesloten vraag: gestructureerde vraag in een onderzoek, waarbij de respondenten moeten kiezen
uit een beperkt aantal voor geformuleerde antwoordmogelijkheden.
Likertschaal: antwoordschaal waarop de respondent aangeeft of hij het met een bewering eens of
oneens is.
Marktonderzoek: het systematisch en objectief verzamelen, analyseren en interpreteren van
gegevens die marketeer helpen bij het in kaart brengen van kansen op de markt en het nemen
van betere marketingbeslissingen.
Motivation research: een vorm van kwalitatief onderzoek met als doel een gevoelsmatig inzicht te
krijgen in de motieven, denkwijze en het onderbewustzijn van het individu.
Mysterie shopper: een onderzoeker dei doet alsof hij klant is en informatie verzamelt over de
klantvriendelijkheid van het personeel en de zaak zelf.
Non-respons: het percentage personen in een steekproefonderzoek waarvan men — door de
onbereikbaarheid van de potentiële respondenten of hun weigering tot medewerking aan het
marktonderzoek — geen volledige informatie krijgt.
Populatie: alle individuen die de eigenschappen gemeen hebben waarin de onderzoeker is
geïnteresseerd.
Primaire gegevens: marktonderzoeksgegevens die in het veld worden verzameld, bijvoorbeeld via
enquetes of groepsdiscussies.
Projectietechniek: de respondent krijgt een foto, een tekening, een beschrijving van een
gebeurtenis of een lijst met woorden te zien, waarop hij moet reageren. Ook wel indirecte
vraagtechniek genoemd.
Representativiteit: mate waarin de steekproef in een onderzoek op bepaalde kenmerken een
goede afspiegeling van de populatie vormt.
Secundaire gegevens: reeds bestaande gegevens die ooit zijn verzameld om een ander probleem
te helpen oplossen.
Semantische differentiaal: differentiaal die tussen twee tegengestelde begrippen is geplaatst
waarop de respondent een punt kan aankruisen dat de intensiteit of richting van zijn gevoelens
ten opzichte van een merk, bedrijf of ander object weergeeft.
Steekproef: een groep elementen die uit de populatie wordt getrokken om inzicht te krijgen in de
eigenschappen van de hele populatie.
,Storytelling: techniek waarbij de respondent naar aanleiding van een tekening, strip of foto een
verhaal vertelt of details over zijn persoonlijke ervaringen als consument.
Veldexperiment: vorm van experimenteel onderzoek dat, om bepaalde oorzaak- gevolgrelatie te
vinden, wordt uitgevoerd in een realistische omgeving.
Hoofdstuk 4:
Additionele vraag: de vraag van bezitters die hun huidige product houden en een extra apparaat
aanschaffen.
Benefietsegmentatie: het opsplitsen van de markt in marktsegmenten op basis van bepaalde
voordelen, eigenschappen of toepassingsmogelijkheden die de kopers — als belangrijkste functie
— in een product zien, met als doel voor elk van de geselecteerde groepen een aparte
marketingstrategie te ontwikkelen.
Effectieve vraag: de totale hoeveelheid producten die momenteel worden verkocht; al door de
kopers op de markt zijn aangeschaft. Ook wel reële vraag genoemd.
Geconcentreerde marketing: marktbewerkingvstrategie, waarbij een onderneming met hetzelfde
marketingprogramma slechts een of een beperkt aantal marktsegmenten bewerkt, in plaats van
de gehele markt als haar werkterrein te beschouwen.
Gedifferentieerde marketing: marktbewerkingsstrategie, waarbij een bedrijf verschillende, op
diverse marktsegmenten afgestemde marketingmixen of marketingproposities ontwikkelt, om zich
daarmee op een groot deel van de markt te richten.
Guerrillamarketing: marketingactiviteiten waarbij een organisatie klanten strikt met
productgerelateerde boodschappen en andere promotietactieken, op onverwachte plaatsen.
Initiële vraag: de vraag van afnemers die een bepaald product nog niet bezitten of gebruiken en
dit nu voor het eerst kopen.
Lifestylesegmentatie: manier van segmenteren waarbij naar een persoon als geheel wordt
gekeken.
Marktsegment: groep afnemers met gemeenschappelijke kenmerken, zoals de leeftijdcategorie in
het geval van consumenten of de omvang in het geval van bedrijven.
Ongedifferentieerde marketing: marktbewerkingvstrategie waarbij een bedrijf — vanwege zijn
beperkte middelen of uit efficiency — overwegingen — voorbijgaat aan het bestaan van
verschillende marktsegmenten en zich met hetzelfde marketingprogramma op de gehele markt
richt.
Potentiële markt: een schatting van de maximale verkopen van een product of dienst in de gehele
markt in een bepaalde periode bij een optimale marketinginspanning van alle aanbieders.
Potentiële vraag: het aantal producten boven de huidige afzet dat bij een optimale marketingmix
door de gezamenlijke leveranciers zou kunnen worden verkocht.
Psychografische marktsegmentatie: het opdelen van de markt in homogene segmenten op basis
van attitudes, persoonlijkheidskenmerken, levensstijl of andere variabelen, zodat voor elke
doelgroep een uitgekiend marketingbeleid kan worden ontwikkeld.
Segmentatiecriteria: kenmerken van consumenten die zich ervoor lenen om een heterogene markt
op te splitsen in min of meer homogene groepen kopers of marktsegmenten. Zo onderscheiden
we demografische, geografische, psychografische en gedragskenmerken.
,Segmentatiestrategie: het maken van een keuze tussen het bewerken van de gehele markt of
slecht een beperkt aantal segmenten, met als opties ongedifferentieerde, geconcentreerde of
gedifferentieerde marketing.
Segmentatievoorwaarden: de eisen waaraan marktsegmenten moeten voldoen om ze te kunnen
onderscheiden en op zinvolle wijze te kunnen bewerken, waaronder de meetbaarheid, omvang en
bereikbaarheid van de segmenten.
Totale vraag: de uitbreidingsvraag opgeteld bij de vervangingsvraag
Uitbreidingsvraag: de som van de initiële vraag en de additionele vraag naar een bepaald product
of merk in een bepaalde periode.
Vervangingsvraag: de vraag van bezitters die hun oude product afdanken en door een nieuw
vervangen.
Experimenteel onderzoek is een onderzoeksvorm waarbij door middel van een
experiment een hypothese wordt getest. Dit is dus causaal onderzoek. (Zie
subparagraaf 5.2.6.)
Een verkennend of exploratief onderzoek kan zinvol zijn om op basis van een
beperkt aantal gegevens een voorlopige verklaring voor het probleem te
vinden. (Zie subparagraaf 5.2.3.)
Bij causaal onderzoek wordt gekeken naar oorzakelijke verbanden tussen
verschillende variabelen. Samenhang tussen variabelen wordt aangegeven met
een hypothese. Een hypothese is bijvoorbeeld: 'meer reclame leidt tot grotere
naamsbekendheid'. (Zie subparagraaf 5.2.2.)
Hoofdstuk 8
Marketingcommunicatie: onder marketingcommunicatie verstaan we de
combinatie van alle middelen die een onderneming inzet om klanten te
informeren of zodanig te beïnvloeden dat ze een positief beeld van de
onderneming krijgen, haar ideeën accepteren of haar producten en diensten
kopen.
Reclame is als het ware de ‘spreekbuis’ van het bedrijfsleven. Iedereen weet
van wie de boodschappen afkomstig zijn. We definiëren reclame als elke vorm
van communicatie over producten, diensten, ideeën of organisaties door een
adverteerder die daarbij gebruikmaakt van massamedia met als doel de
kennis, houding of het gedrag van een doelgroep te beïnvloeden.
Reclame is niet hetzelfde als publiciteit. Publiciteit is namelijk een vorm van
communicatie die ontstaat doordat een bedrijf bepaalde informatie aan de
media verstrekt in de hoop dat de essentie daarvan wordt gepubliceerd of
uitgezonden.
Een sponsor verleent steun aan een persoon of organisatie die een sportieve,
artistieke of andere prestatie verricht, in de hoop op commerciële publiciteit,
, om zo de naamsbekendheid van de onderneming en haar merken te vergroten
of goodwill te verwerven.
Bij persoonlijke verkoop houdt een accountmanager, salesmanager of
vertegenwoordiger van het bedrijf een mondelinge presentatie voor een
potentiële afnemer, met als uiteindelijk doel iets te verkopen.
Het stimuleren van de verkoop is ook de opzet van salespromotion. Dit
marketinginstrument zorgt voor een tijdelijke verbetering van de prijs-waarde-
verhouding van een product met de intentie de verkoop op korte termijn te
verhogen.
Ten slotte verstaan we onder direct marketing het opbouwen van een directe,
duurzame relatie met klanten die tot transacties leiden. De daarbij gebruikte
communicatiemiddelen zijn erop gericht om een onmiddellijke respons te
krijgen.
Twee manieren om het publiek effectief te bereiken, zijn geïntegreerde
marketingcommunicatie en guerrillamarketing.
We moeten de marketingmix dan ook zo samenstellen dat deze een zo gunstig
mogelijk communicatief effect heeft en klanten stimuleert om te kopen.
Daarom vertrouwen steeds meer bedrijven op geïntegreerde
marketingcommunicatie, waarbij we gelijktijdig ingezette media en elementen
van de communicatiemix zo worden gebruikt dat ze elkaar versterken en een
consistente boodschap voor de doelgroep uitstralen. De uitdaging voor de
marketeer is om dat te realiseren.
Een boeiende marketingtechniek om met een beperkt budget een groot publiek
te bereiken is guerrillamarketing. Het woord guerrilla is ontleend aan een type
oorlog waarbij kleine groepen strijders een groot leger met succes weten te
bestrijden. In de marketingpraktijk krijgen zelfs kleine organisaties met ludieke
actie en spraakmakende stunts zoveel aandacht in de media en blogs, dat de
gewenste boodschap snel wordt verspreid.
Stealthmarketing is marketing die vooral gebruik maakt van tv programma’s
en in namen van stadions of theaters. Sneaky marketing.
Als een bedrijf opvallend nieuws of amusement gebruikt om mensen ertoe te
brengen om over het bedrijf of merk te praten, spreken we over
buzzmarketing.
Communicatie is de overdracht of uitwisseling van informatie tussen
organisaties en personen, vaak met als doel om hen te beïnvloeden.
Het andere bestaat uit massamedia. Dit zijn media, zoals televisie en
dagbladen, waarmee tegen betaling grote doelgroepen kunnen worden bereikt