Bedrijfseconomie
Les 1
Met Rechtspersoonlijkheid: Bij schulden bedrijf verantwoordelijk, jij niet (rechts).
Links zijn ondernemers, rechts gewoon werknemers.
Links betaalt minder belasting, omdat zij meer risico lopen.
Onderneming zonder rechtspersoonlijkheid:
- Eenmanszaak: Een baas, maar kan meerdere personeel hebben, als er 1 iemand
werkt is het een ZZP’er.
- Maatschap: Samenwerking verband van 2/meer mensen met hetzelfde beroep.
- Vennootschap Onder Firma: Mensen die samenwerken onder 1 naam, maar doen
niet perse hetzelfde. Bij problemen, wordt het geld geëist bij diegene met het meeste
geld, en je moet het zelf besluiten hoe alles afgelost wordt.
- Commanditaire vennootschap: Een samenwerkingsvorm die bestaat uit twee soorten
inbrengen. De baas (beherend vennoot -> draagt het risico) en de geldinbrenger (mag
geen beslissingen nemen).
Onderneming met rechtspersoonlijkheid:
- Besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (BV): Kapitaal wat nodig is
geweest voor het bedrijf (aandelen) staan op naam, dus je kan ze niet zomaar
verhandelen zonder instemming van de rest.
Als je aandelen in het bedrijf hebt, is er een beperkte aansprakelijkheid, als het
bedrijf slecht gaat, heb jij nog geen probleem, je kan niet failliet gaan met je
aandelen. Als het niet goed gaat met het bedrijf, worden je aandelen niks meer
waard.
- Naamloze vennootschap (NV): Aandelen staan niet op naam, dus zijn vrij
verhandelbaar.
- Coöperatie: Heeft leden, die eigenaar zijn en stemrecht hebben.
,Overwegingen bij de keuze van een rechtsvorm
- Leiding en eigendom
- Financieringsmogelijkheden
- Continuïteit
- Aansprakelijkheid
- Fiscale consequenties (Linker rij minder belasting)
- Publicatieplicht
Soorten omzetbelasting
- Standaardtarief -> 21% Bijv. Kleding in een modezaak
- Vrijstellingen Bijv. diensten van verzekeringen, medische diensten.
- Export (nultarief) -> De producten worden in het bestemmingsland getroffen met
belasting.
- Laag tarief -> 6% Bijv. voedingsmiddelen
Open vragen
1.1
Naar winst strevende product organisatie
1.2
Ondernemingen streven inderdaad onder andere naar maximale winst, maar ook naar een
goede reclame reputatie, klantenbinding etc.
1.3
Bij effectiviteit gaat het om het juiste ding ‘doen’, om zo de doelen te behalen. Bij efficiency
gaat het om de kosten die aan het doel bereiken verbonden zijn.
1.8
a. Inkomstenbelasting box 1
b. Vennootschapsbelasting over winst
c. Inkomstenbelasting box 3
1.9
Een lid van een coöperatie UA (=Uitgesloten Aansprakelijkheid) en een aandeelhouder in een
BV zijn niet met hun privévermogen aansprakelijk.
1.10
a. Vrijstellingen
b. Export (nultarief) -> Wordt in het volgende land de belasting gedaan
c. Standaardtarief (21%)
d. Laag tarief -> voedingsmiddelen (6%)
1.11
Af te dragen BTW : 0,21x100x600= €12.600
Terug te vorderen BTW: 0,21x100x550= €11.550
--------------------------
Te betalen BTW € 1.050
, V 1.5
Tips
1. Winst verdelen door kapitaalinbreng
2. 30% reserveren? Wordt niet naar gekeken! Overal gaat belasting van
3. Daadwerkelijke bedrag is niet interessant
4. Sommetje moet altijd twee keer, want dan heb je twee keer de aftrek etc.
Inkomstenbelasting
Berekening inkomstenbelasting voor ondernemers (bijv. eenmanszaak):
Behaalde winst
Af: Ondernemersaftrek/ zelfstandigenaftrek (altijd hetzelfde!)
––––––––––––––––––––––––––––––––––––––
Winst na aftrek van ondernemersaftrek
Af: Winstvrijstelling (14% van de winst na ondernemersaftrek)
––––––––––––––––––––––––––––––––––––––
Belastbare winst
× Tarief (volgens tabel box 1)
––––––––––––––––––––––––––––––––––––––
Belastingbedrag
Af: Heffingskortingen (algemene & arbeids)
––––––––––––––––––––––––––––––––––––––
Daadwerkelijk te betalen belasting