Deze uitgebreide en complete uitwerking van de leerdoelen Bestuursrecht handhaving (30 pagina’s) is een perfecte voorbereiding op jouw tentamen van de K1! De uitwerking is gemaakt aan de hand van literatuur, hoorcolleges en werkcolleges en wordt ondersteund door voorbeelden. Ik heb met deze uitwe...
Het handelen van de toezichthouder moet steeds worden afgeleid uit de bijzondere
bestuursrechtelijke wet. Dit betekent dat een toezichthouder niet mag doen wat hij/zij maar wil.
In allerlei bijzondere wetten zijn ambtenaren direct (bijv. art. 24 Arbowet) dan wel indirect
(bijv. art. 8j Opiumwet) als toezichthouder aangewezen.
2. opnoemen welke bevoegdheden de toezichthouder heeft op grond van de Awb;
Toezichthouder (art. 5:11 Awb): een persoon, bij of krachtens wettelijk voorschrift belast met het
houden van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens enigg wettelijk voorschrift.
Op grond van art. 5:4 Awb MOET er in een bijzondere bestuursrechtelijke wet een expliciete
bevoegdheid zijn neergelegd voor het opleggen van een bestuursrechtelijke sanctie door een
bepaald (in die wet aangewezen) bestuursorgaan (= het legaliteitsbeginsel).
Grondslag Bevoegdheden toezichthouder
Art. 5:15 Awb De bevoegdheid tot het betreden van elke plaats, m.u.v. een woning
zonder toestemming van de bewoner.
Art. 5:16 Awb De bevoegdheid inlichtingen te vorderen.
Art. 5:16a Awb De bevoegdheid van personen inzage te vorderen van een
identiteitsbewijs.
Art. 5:17 Awb De bevoegdheid inzage te vorderen van zakelijke gegevens en
bescheiden.
Art. 5:18 lid 1 Awb De bevoegdheid zaken te onderzoeken, aan opneming te onderwerpen
(d.w.z. zaken meten of wegen) en daarvan monsters te nemen.
Art. 5:19 lid 1 Awb De bevoegdheid vervoersmiddelen te onderzoeken met betrekking
waartoe hij een toezichthoudende taak heeft.
Een toezichthouder mag van zijn bevoegdheden alleen gebruik maken als dat voor de vervulling
van zijn taak redelijkerwijs nodig is Proportionaliteit (art. 5:13 Awb).
Beperking toezichthouder
De beperkingen van de toezichthouder staan in art. 5:12 t/m 5:14 Awb
In beginsel heeft de toezichthouder alle bevoegdheden volgens art. 5:15 t/m 5:19 Awb, maar
de bevoegdheden van de toezichthouder kunnen beperkt worden.
Naast een beperking van de toezichtbevoegdheid kan bij of krachtens de bijzondere
bestuursrechtelijke wet ook een verruiming van de toezichtsbevoegdheden worden gegeven.
, Medewerking
Er geldt een medewerkingsplicht op basis van art. 5:20 lid 1 Awb.
Uitzondering: je hoeft niet mee te werken als je een beroep uitoefent waarbij je een
geheimhoudingsplicht hebt (art. 5:20 lid 2 Awb).
Toezichthouder vs. opsporingsambtenaar
Toezichthouders beschikken naast de bestuurlijke toezichtsbevoegdheden vaak ook over
(strafrechtelijke) opsporingsbevoegdheden en zijn dan in zoverre ondergeschikt aan de OvJ.
Het kan dan zo zijn dat een toezichthouder de bevoegdheid krijgt om strafbaar gestelde
feiten op te sporen.
In dit geval heeft één natuurlijk persoon tegelijkertijd twee verschillende functies vervult,
namelijk toezichthouder (art. 5:11 Awb, bestuursrecht) en opsporingsambtenaar (strafrecht).
Aangezien de natuurlijke persoon niet in beide functies over dezelfde bevoegdheden
beschikt, kan dit een probleem zijn. Er kan dan misbruik gemaakt worden van deze functie.
Als er sprake is van een toezichthouder dan is er sprake van medewerking op basis van art.
5:20 Awb. Maar als er sprake is van een opsporingsambtenaar, hoef je niet mee te werken,
want je hoeft niet mee te werken aan je eigen veroordeling. De toezichthouder moet wel
kenbaar maken of hij een toezichthouder of een opsporingsambtenaar is.
3. In een casus aangeven wie de overtreder is en wat de overtreding is.
De overtreder
Overtreder (art. 5:1 lid 2 Awb): degene die de overtreding pleegt of medepleegt.
Bestuurlijke sancties worden in principe opgelegd aan een overtreder.
Om vast te kunnen stellen wie de overtreder is, moet je de overtreden bepaling
nauwkeurig bestuderen. Je moet namelijk onderzoeken tot wie de overtreden bepaling
zich richt en wie dus als een overtreder kan worden aangemerkt.
VOORBEELD: degene die zonder omgevingsvergunning een woonhuis bouwt, is de overtreder.
Verkoopt deze overtreder nu over enkele jaren zijn huis en ontdekt het college van burgemeester en
wethouders dan pas dat het huis illegaal is gebouwd, dan kan het aan de nieuwe eigenaar geen last
onder dwangsom opleggen om het huis af te breken wetens de overtreding van art. 2.1 lid 1 onder a
Wabo. De nieuwe eigenaar heeft immers niet zonder vergunning gebouwd en is dus geen overtreder
van de genoemde bepaling.
Medeplegen
Van medeplegen is sprake als twee of meer personen gezamenlijk een overtreding plegen
terwijl er voorts sprake is van een min of meer gelijkwaardige en bewuste samenwerking.
Is het handelen waarmee een van de personen een bijdrage heeft geleverd aan de
overtreding van ondergeschikte aard, dan kan niet meer van medeplegen worden
gesproken.
Functioneel daderschap
Uitgangspunt is dat de overtreder degene is die het desbetreffende wettelijke voorschrift
daadwerkelijk heeft overtreden.
Naast de daadwerkelijke overtreder kan in het bestuurlijk sanctierecht echter ook een
‘functionele dader’ worden aangemerkt als ‘overtreder’ in de zin van art. 5:1 lid 2 Awb.
Bijv: de leidinggevende of opdrachtgever van degene die daadwerkelijk het (wettelijk)
voorschrift heeft overtreden.
Er is sprake van functioneel daderschap als een ander dan degene die het (wettelijk)
, voorschrift daadwerkelijk heeft overtreden, aangemerkt wordt als overtreder.
Om iemand als ‘functioneel dader’ aan te kunnen merken moet er zijn voldaan aan 2
voorwaarden:
1. De (onrechtmatige) handeling moet binnen de beschikkingsmacht van die ander (bijv.
leidinggevende of opdrachtgever) vallen.
2. De ander (bijv. leidinggevende of opdrachtgever) moet de handeling hebben aanvaard
of over het algemeen plachten te aanvaarden.
Rechtspersonen kunnen ook worden aangemerkt als overtreder.
Uit art. 5:1 lid 3 Awb volgt dat overtredingen kunnen worden begaan door natuurlijke
personen en rechtspersonen Art. 51 lid 2 en 3 WvSr.
Hierbij is van belang dat onder rechtspersonen ook de rechtspersonen, ingesteld krachtens
publiekrecht, zoals de Staat en gemeenten worden gerekend Dit wil echter niet zeggen
dat overheidspersonen altijd op dezelfde voet gesanctioneerd kunnen worden als andere
overtreders.
Voor zover een overtreding door een overheidsrechtspersoon is begaan in de uitvoering
van een ‘exclusieve overheidstaak’ geldt onder omstandigheden (vooral als het gaat om de
oplegging van bestuurlijke boetes) immuniteit en kan dus geen bestuurlijke sanctie
worden opgelegd.
Kan een VOF of maatschap een overtreder zijn?
Stap 1: Eerst ga je kijken in art. 5:1 lid 3 Awb. In dit artikel staat dat natuurlijke personen
en rechtspersonen overtreders kunnen zijn.
Natuurlijke personen (= mens van vlees en bloed) Nee
Rechtspersoon (= nv of bv) Nee
Tussenconclusie: Nee, want een VOF of maatschap is geen natuurlijk persoon of
rechtspersoon volgens art. 5:1 lid 3 Awb. Maar, in dit artikel staat dat art. 51 lid 2 en 3 WvSr
van toepassing kan zijn.
Stap 2: In art. 51 lid 2 en 3 WvSr staat dat de VOF of maatschap ook rechtspersonen
kunnen zijn.
Conclusie: Ja, de VOF en de maatschap kunnen overtredingen begaan op basis van art. 5:1
lid 3 Awb jo. art. 51 lid 3 Sr.
Overtreding
Overtreding (art. 5:1 lid 1 Awb): een gedraging die in strijd is met het bepaalde bij of krachtens
enig wettelijk voorschrift.
Het woord ‘krachtens’ in het zinsdeel ‘bij of krachtens enig wettelijk voorschrift’ betekent
dat niet alleen overtreding van (bijzondere bestuursrechtelijke) wettelijke voorschriften
bestuurlijk gesanctioneerd kunnen worden, maar dat er ook een sanctie opgelegd kan
worden als een in een beschikking opgelegde verplichting of een aan een vergunning
verbonden voorschrift of beperking niet wordt nageleefd.
Het begrip ‘gedraging’ moet ruim worden opgevat. Dat betekent dat onder het begrip
‘gedraging’ ook een nalaten en het laten bestaan van een verboden toestand valt.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper rechtenstudent45. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.