Deze uitgebreide en complete uitwerking van de leerdoelen Gemeenterecht (35 pagina’s) is een perfecte voorbereiding op jouw tentamen van de K1! De uitwerking is gemaakt aan de hand van literatuur, hoorcolleges, werkcolleges en jurisprudentie en wordt ondersteund door voorbeelden. Ik heb met deze ...
1. Het verschil tussen autonomie en medebewind uitleggen aan de hand van de Grondwet, de
Gemeentewet en bijzondere wetten;
Het openbaar bestuur manifesteert zich op verschillende niveaus. Centraal (op landelijk niveau)
en decentraal (onder meer provinciaal en gemeentelijke niveau). Naast de centrale overheid (=
het Rijk) bestaan er dus ook decentrale overheden (= gemeenten en provincies). Decentrale
overheden beschikken vaak over ruimte en tamelijk open bestuursbevoegdheden (= discretionaire
bevoegdheden)
Niet tot de centrale overheid behorende overheidsbesturen (ofwel decentrale
overheidsbesturen) kunnen twee soorten bevoegdheden hebben:
1) Autonomie
2) Medebewind
Autonomie (art. 124 lid 1 GW + art. 108 Gemw)
Autonomie: de bevoegdheid van lagere overheden hun eigen aangelegenheden (‘huishouding’)
op het terrein van bestuur en wetgeving zelfstandig te regelen.
De autonome bevoegdheden staan uitgewerkt in de Gemeentewet (= organieke wet).
‘Regeling en bestuur’ inzake de ‘eigen huishouding’ van provincie en gemeente wordt dus
aan het gemeentelijk bestuur overgelaten.
De gemeente is dus vrij om dingen zelf te regelen, zonder dat daar toestemming van een
hoger niveau voor nodig is ( veel beleidsvrijheid, discretionaire bevoegdheden).
Voorbeeld: art. 149 Gemw hierin staat dat de gemeenteraad de verordening maakt die hij
in het belang van de gemeente nodig oordeelt.
In deze gemeentelijke verordening kunnen zaken geregeld worden die specifiek van
belang zijn voor de desbetreffende gemeente (opgenomen in de APV).
In deze autonome verordening kunnen (door de gemeenteraad) autonome
bestuursbevoegdheden zijn toegekend aan het dagelijks bestuur van de gemeente, het
College van Burgemeester en Wethouders.
Medebewind (art. 124 lid 2 Gw + art. 108 Gemw)
Medebewind: de verplichting van lagere overheden mee te werken aan wetgeving en bestuur
van de centrale overheid.
Als ‘bij of krachtens de wet regeling en bestuur van de besturen van de gemeenten worden
gevorderd’ wordt dit ‘medebewind’ genoemd.
Er is sprake van (verplichte) medewerking door de decentrale overheidsbesturen aan de
uitvoering van wetten in formele zin die op rijksniveau door de wetgever zijn gemaakt.
Medebewind betekent dat via een wet in formele zin medewerking aan de uitvoering van die
wet wordt gevorderd van het gemeentebestuur.
Indien bij of krachtens een andere wet dan de Gemeentewet verplichtingen worden
opgelegd, spreekt men van medebewind (art. 108 lid 2 Gemw).
, Facultatief medebewind Mechanisch medebewind
Het bestuursorgaan is NIET verplicht iets te doen. Het bestuursorgaan is verplicht om iets te
Er is als het ware sprake van ‘beleidsvrijheid’. Je doen. Je ziet aan het woord ‘stelt dat het
ziet het aan het woord ‘kan’ dat er sprake is van mechanisch medebewind is.
facultatief medebewind, dus beleidsvrijheid.
LET OP:
Het hangt er dus vanaf waar deze verplichtingen vermeld staan: in de Provincie- of de
Gemeentewet (autonomie), dan wel in een andere wet of in een lagere regelgeving op grond
van een andere wet, zoals de Wet ruimtelijke ordening (medebewind)
2. Zelf voorbeelden geven van autonomie en medebewind en deze begrippen koppelen aan het
begrip beleidsvrijheid;
Beleidsvrijheid (‘kanbepalingen’): Het bestuursorgaan mag bepalen of het gebruikmaakt van de
in de wet toegekende bevoegdheid.
Autonomie Géén volledige beleidsvrijheid
Als het over autonomie gaat, is er sprake van beleidsvrijheid, maar er zijn grenzen.
Er moet altijd rekening worden gehouden met de wet en het algemeen belang.
Ook wordt autonomie door geld beperkt. Als het gaat om autonomie, moet een
gemeente namelijk zelf geld opbrengen.
APV: ‘De vergunning wordt geweigerd indien…’
LET OP: de APV is zelfstandig door de gemeente gemaakt, vandaar autonomie.
Medebewind beleidsvrijheid ontbreekt niét
Bij medebewind is er vaak wel ruimte om te kiezen wat je invult. Er staat wel vast dat er iets
geregeld moet worden.
Drank- en Horecawet: ‘De burgemeester kan de vergunning intrekken, indien…’
Facultatief medebewind er wordt medebewind gevorderd, maar er is een stukje
beleidsvrijheid (‘de gemeenteraad kan’).
Mechanisch medebewind er wordt medebewind gevorderd, zonder dat er
beleidsvrijheid is (‘de gemeenteraad stelt’).
3. De verschillende wijzen waarop er binnen de gedecentraliseerde eenheidstaat controle en
toezicht wordt uitgeoefend op gemeenten uitleggen aan de hand van de wet;
Het risico bestaat dat de organen van de lagere lichamen allerhande regels uitvaardigen en
bestuurlijke besluiten neen die hogere regelgeving doorkruisen en belangen van het Rijk
frustreren. Om dit gevaar tegen te gaan voorzien onze decentralisatieregelingen in de
mogelijkheid van coördinatie door middel van toezicht, door organen van hogere lichamen op die
van lagere uit te oefenen.
,1. Preventief toezicht vooraf (art. 132 lid 3 Gw)
Preventief toezicht: de wet eist voor bepaalde daden van lagere lichamen goedkeuring
door een orgaan van een hoger lichaam. De goedkeuring is een voorwaarde voor het
inwerking treden van het betrokken besluit.
Vooral het preventief toezicht kan, indien dit op te ruime schaal wordt voorgeschreven,
de zelfstandigheid van lagere lichamen ondermijnen.
De meest strikte vorm van toezicht is het eisen van hogere goedkeuring voor bepaalde
besluiten van lagere lichamen. Goedkeuring is dan een voorwaarde voor het in werking
treden van het betrokken besluit (art. 10:25 Awb).
Besluiten van besturen van gemeenten kunnen alleen aan voorafgaand toezicht (en dus aan
goedkeuring) worden onderworpen in bij of krachtens de wet te bepalen gevallen (132 Gw).
Art. 259 Gemw: ‘Beslissingen van gemeentebesturen kunnen slechts aan goedkeuring
worden onderworpen in bij de wet of krachtens de wet bij provinciale verordening
bepaalde gevallen.’
Nadelen preventief toezicht:
Omslachtige behandeling;
Vergt veel tijd en arbeid van de goedkeurende organen;
Bemoeilijkt zelfstandig functioneren van provincies en gemeenten;
Ondermijnt de decentralisatiegedachte.
De Awb bevat regels die het orgaan dat de goedkeuring moet verlenen in acht moet
nemen (art. 10:29, 10:30 en 10:31 Awb).
2. Repressief toezicht achteraf (art. 132 lid 4 Gw jo. art. 268 Gemw)
Repressief toezicht: de mogelijkheid van vernietiging van bepaalde besluiten van lagere
lichamen door organen van hogere lichamen wegens strijdigheid van die besluiten met
het recht of het algemeen belang.
De regering heeft de algemene bevoegdheid om besluiten van wetgevende/bestuurlijke
aard te vernietigen wegens strijd met het recht of het algemeen belang (132 lid 4 Gw).
Vernietiging wegens strijd met het recht is mogelijk in geval van strijd met de formele
wet, hogere regelingen niet zijde wet in formele zin, (nog) niet in de wet opgenomen
algemene beginselen van behoorlijk bestuur en algemene rechtsbeginselen.
Vernietiging van een provinciaal of gemeentelijk besluit wegens strijd met het
algemeen belang is mogelijk als geen geschreven of ongeschreven recht is
geschonden, maar het regeringsbeleid wordt doorkruist.
Het vernietigingsrecht is nader uitgewerkt in hoofdstuk XVII Gemw (art. 268 e.v.), terwijl
de wijze waarop het vernietigingsrecht moet worden uitgeoefend mede geregeld is in
afdeling 10.2.2 van de Awb.
Ter wille van de spoed bestaat de mogelijkheid een besluit te schorsen voor een
bepaalde tijd, zodat het voorlopig buiten werking is gesteld. Gedurende deze tijd kan de
regering onderzoeken of er reden is tot vernietiging van het besluit over te gaan.
Schorsing is in afdeling 10.2.3 van de Awb geregeld.
Als het onderzoek daar aanleiding toe geeft, kan een vernietiging volgen.
Vernietiging is niet meer geoorloofd als de schorsing is geëindigd (art. 10:40 Awb).
, De Awb bevat een titel over toezicht op bestuursorganen: titel 10.2.
In deze titel staat NIET geregeld welke besluiten aan preventief of repressief toezicht
onderworpen worden: dat is in andere wetgeving te vinden (bijv. in de Gemeentewet).
De Awb regelt wel hoe dit toezicht kan worden gevestigd, en vooral op welke wijze dit
moet worden uitgeoefend.
4. Aan de hand van een voorbeeld uitleggen wat spontane vernietiging inhoudt;
Spontane vernietigingsrecht: de bevoegdheid van de Kroon (= regering) om
beslissingen/besluiten van organen van het gemeentebestuur te vernietigen. De Kroon kan deze
beslissing/dit besluit vernietigen wegens strijd met het recht of het algemeen belang.
De bevoegdheid om besluiten te schorsen dan wel te vernietigen kan de regering op eigen
initiatief uitoefenen: daarom spreekt men van het spontane vernietigingsrecht.
Deze bevoegdheid van de regering is dus niet afhankelijk van de vraag of burgemeesters
besluiten ter vernietiging aan de Minister van Binnenlandse Zaken en koninkrijksrelaties
hebben voorgelegd.
De voordracht tot vernietiging wordt gedaan door of mede de Minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties, terwijl de voordracht tot schorsing wordt gedaan door de
minister wie het aangaat (zie art. 274 en 278 Gemw).
De gronden voor spontane vernietiging zijn:
Art. 132 lid 4 Gw besluit in strijd met het recht en het algemeen belang.
Art. 168 Gemw Beslissing op enig rechtsgevolg van het gemeentebestuur
De Gemeentewet opent de mogelijkheid om tegen een vernietigingsbesluit bij de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State beroep in te stellen (art. 281a Gemw).
Er hoeft NIET eerst een bezwaarschrift te worden ingediend.
De vroeger bestaande mogelijkheid van beroep tegen schorsingsbesluiten is vervallen. Deze
kunnen nog wel bij de burgerlijke rechter worden aangevochten.
5. Uitleggen waarom de begrippen gedecentraliseerd en eenheidsstaat met elkaar op gespannen
voet kunnen staan.
Het Rijk moet zorgen voor bepaalde rechtsgelijkheid. Voor deze rechtsgelijkheid is de
formele wetgever voor. Voor de uitvoering mag de lokale overheid (gemeenten en
provincies) haar eigen regels maken (decentralisatie).
De centrale overheid mag de centrale overheid op eigen initiatief besluiten van lagere
overheden vernietigen. De macht van de gemeenten wordt beperkt, ook al is er sprake van
autonomie. De gemeenten kunnen dus autonoom bevoegd zijn, maar hun besluiten kunnen
toch vernietigd worden.
Dus de gemeente heeft toch niet volledige autonome bevoegdheden. De centrale overheid
heeft dus altijd de hoogste macht. Daarom zijn de begrippen tegenstrijdig met elkaar.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper rechtenstudent45. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.