Samenvatting jeugdrecht begrepen h1, 2, 3, 4.6-4.8, 7, 9 t/m 18
Lydia Janssen ISBN: 9789462907591 7e herziene druk 2020
Hoofdstuk 1 inleiding recht
1.2 omschrijving en doel
Het doel van recht gaat doorgaans om wat men inhoudelijk wil bereiken met het recht:
rechtvaardigheid, gelijkheid, beschermen van de zwakken en bijvoorbeeld conflictbeheersing. Wat er
precies moet worden bereikt, welk doel nagestreefd moet worden, is een politieke keuze. De politiek
moet antwoord geven op vragen als: heeft een alleenstaande ouder met kleine kinderen recht op
bijstandsuitkering of moet ij zelf inkomen verdienen, is studie een recht voor iedere student of dient
het recht te worden gekoppeld aan inkomen van ouders. Bij het vaststellen van rechtsregels wordt
antwoord gegeven op dit soort vragen en zo wordt inhoud van recht vastgesteld. Die inhoud wordt
dus politiek bepaald en verschilt (gedeeltelijk) per land.
Daarnaast heeft recht een technisch doel: het ordenen van de samenleving en het geven van
regels om conflicten te voorkomen. Door de rechtsregels kan het samenleven ordelijk verlopen. Het
recht is het geheel van overheidsregels dat de samenleving ordent.
1.3 rechtsgebieden
Om enige ordening aan te brengen in de massa aan rechtsregels wordt het recht ingedeeld in
verschillende onderdelen: rechtsgebieden.
Staatsrecht
Staatsrecht geeft de basisregels voor de organisatie van de overheid. Het beidt een beschrijving van
de verschillende organen van de overheid, zoals de gemeente raad en provinciale staten, het
beschrijft hun onderlinge verhouding en geeft regels voor de relatie tussen burger en overheid. Het
gaat bijv. over e taken van de regering en van de Tweede kamer, de positie van het staatshoofd, enz.
Belangrijkste recht is de Grondwet.
Bestuursrecht
Het bestuursrecht houdt zich bezig met de overheid ‘in actie’. Het geeft regels over de bestuurstaak
van de overheid. Daarmee wordt bedoeld de ordenende taak van de overheid, zoals de zorg voor
milieu, het onderwijs, de jeugdhulp. Het geeft regels voor de uitoefening van die veelzijdige
bestuurstaak. Bij die uitoefening komt de overheid vaak met (de belangen van) de burger in
aanraking: burgers willen vergunning voor dakkapel, uitkering aanvragen, jeugdhulp eisen. Wat de
overheid in die contacten wel en niet mag doen, hoe ze zich op moet stellen ten opzichte van
burgers, stat beschreven in het bestuursrecht. Ook biedt dit recht burgers die zich tegen handelingen
of besluiten willen verzetten, mogelijkheden voor bezwaar en beroep. Een belangrijke wet is de
Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Strafrecht
Het strafrecht vormt maar een bescheiden onderdeel van het totale recht. Typerend is dat het
verboden gedragingen beschrijft, zoals diefstal en moord. Wie zich schuldig maakt aan verboden
gedragingen, kan door de rechter gestraft worden. De wetgever neemt alleen die gedragingen op,
die de rechtsorde zozeer schenden dat een bestraffende reactie van de overheid moet volgen.
Rechtsorde = rust en veiligheid van de samenleving. Twee belangrijke wetboeken zijn het Wetboek
van Strafrecht (Sr, bevat een groot aantal strafbepalingen) en het Wetboek van Strafvordering (Sv,
,wat er gebeurt wanneer een strafbaar feit is gepleegd). De laatste beschrijft de rechten van de
verdachten, de bevoegdheden van politie en justitie en gaat in op de gang van aken tijdens het
strafproces.
Burgerlijk recht
Burgerlijk recht regelt de rechtsverhoudingen tussen burgers onderling. Er zijn verschillende
rechtsrelaties, zoals zakelijke (koop en huur) en familierechtelijke (relatie tussen ouder en kind of
echtgenoten). Het bestaat uit drie onderdelen:
1. personen- en familierecht: familierechtelijke relatie, zoals ouderschap, gezag, omgang en
scheidingen;
2. vermogensrecht: zakelijke relatie tussen personen, zoals koop en huur;
3. rechtspersonenrecht: een organisatie of onderneming die en zelfstandig leven leidt in het
recht, zoals naamloos vennootschap, besloten vennootschap, stichting. Hoe dit moet worden
opgestart en wie het voor het zeggen heeft, wordt beschreven in het rechtspersonenrecht.
Twee belangrijke wetboeken zijn: het Burgerlijk Wetboek (BW), waarin rechten en plichten staan van
burgers op het terrein van het personen- en familierecht, het vermogensrecht en het
rechtspersonenrecht, en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvorering (Rv), waarin de gang van zaken
tijdens het burgerlijk proces, de betekenis van dagvaarding en de rol van de advocaat staat.
Omschrijving en plaats van jeugdrecht
Het jeugdrecht is het geheel van rechtsregels dat de positie van jeugdigen regelt. Het bestaat uit
onderdelen uit de verschillende rechtsgebieden die over jeugdigen gaan of voor jeugdigen
belangrijk zijn.
Recht ingedeeld naar onderwerp
Recht kan niet alleen onderverdeeld worden per rechtsgebied, maar ook per onderwerp, zoals
jeugdrecht, maar ook vreemdelingenrecht, milieurecht of onderwijsrecht. Zo’n onderwerp loopt
dwars door rechtsgebieden heen. Onderdelen uit verschillende rechtsgebieden vormen er de
bouwstenen voor.
1.4 materieel recht en formeel recht
Materieel recht bevat de rechten en plichten van burgers. Het beschrijft bijv. strafbepalingen.
Formeel recht geeft het procesrecht. Het geeft aan wat er gebeurt als er een strafbaar feit is
gepleegd. Formeel recht is de wijze waarop het materieel recht gehandhaafd wordt.
1.5 nationaal en internationaal recht
Nationaal recht zijn regels die gelden op grondgebied van een bepaald land. Internationaal recht
regelt de rechtsrelaties tussen verschillende staten. Dit wordt vastgelegd in internationale
verdragen. Die verdragen bevatten soms regels waarmee burgers van de aangesloten lidstaten
rechtstreeks mee te maken hebben, zoals de regels van de EU. Ook het Europees Verdrag tot
bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) moet worden
genoemd. Dit heeft veel invloed op bijv. ons personen- en familierecht en strafrecht. Voor jeugdrecht
wordt gewezen naar het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK), waarin
overheden van lidstaten zich verplichten om de rechten van het kind te respecteren en
bevorderen, zoals recht op naam, nationaliteit, omgang met beide ouders, gezondheidszorg en
onderwijs.
,Hoofdstuk 2 de ouders van de jeugdige
2.2 juridische moeder
Moeder is de vrouw uit wie het kind geboren is. Dit geld ook als er bij bevruchting genetisch
materiaal van anderen is ingebracht.
Draagmoederschap
Draagmoederschap wil zeggen dat een vrouw (draagmoeder) voor een anderen vrouw
(wensmoeder) een kind ter wereld brengt. Het BW erkent het draagmoederschap niet, dus de kern
van afspreken tussen draag- en wensmoeder over de overdracht van het kind is voor het recht
ongeldig. Moederschap kan niet worden ontkent, dus ondanks duidelijke afspraken is de
draagmoeder juridisch moeder. Als de draagmoeder niet getrouwd is, kan de wensmoeder het kind
erkennen en aan de rechtbank vragen het gezag aan haar over te hevelen. De wensmoeder kan het
kind dan adopteren als ze minstens een jaar heeft verzorgd en opgevoed. Is de draagmoeder wel
getrouwd, dan zijn zij en haar man juridisch ouders en de rechtbank moet het gezag van deze ouders
dan beëindigen. Daarna kan de wensmoeder het kind als pleegkind opnemen en een jaar later het
kind adopteren.
Er is aangekondigd dat er een wetsvoorstel zal komen, waardoor draagmoederschap een
wettelijke basis krijgt. Voorwaarde is een genetische band tussen kind en 1 van de wensouders, dat
de draag- en wensouders afspraken voor conceptie vastleggen en door de rechter laten toetsen en
dat de draagmoeder en minstens 1 draagouder NL nationaliteit heeft of legaal in het land woont. Ook
wordt er voorzien in een officieel register, waarin wensouders verplicht zijn de
ontstaansgeschiedenis, waaronder draagmoeder en eventuele zaad- of eiceldonoren, vast te leggen.
2.3 juridische vader
De juridische vader is de man die:
- Bij geboorte met moeder is gehuwd
- De jeugdige heeft erkend
- Van wie door de rechter vaderschap is vastgesteld
- Die de jeugdige heeft geadopteerd.
Met de moeder getrouwd
Vader van het kind wordt de man die getrouwd is met de vrouw die het kind baart.
Geregistreerde partner van moeder
Zelfde regel als hierboven.
Vaderschap ontkennen
Man, vrouw en kind kunnen de rechtbank verzoeken het vaderschap dat door een huwelijk is
ontstaan, te ontkennen. Voorwaarde is dat duidelijk is dat de man niet de biologische vader is van
het kind, bijv. door DNA- of bloedproef. Dit kan in principe niet als de man eerder instemde met
kunstmatige inseminatie of in-vitrofertilisatie met donorzaad, of als hij wist dat de vrouw zwanger
was van een ander toen hij met haar trouwde. Dan kan het alleen als de man door de vrouw
bedrogen is. Het kind heeft dan wel de mogelijkheid vaderschap te ontkennen. Overlijdt de man
tijdens het huwelijk en brengt de vrouw binnen 306 dagen een kind ter wereld, dan wordt de
overleden man gezien als juridisch vader.
, Erkenning
Een jeugdige die geen juridisch vader heeft, kan door een man (minstens 16 jaar) worden erkend.
Deze man hoeft niet biologisch vader te zijn. Het gaat om een juridische daad: de man schept door
erkenning een familierechtelijke relaties tussen hem en de jeugdige.
Procedure van erkenning
De man moet bij de burgerlijke stand van de gemeente verklaren dat hij juridisch vader wil zijn. van
die verklaring wordt een akte opgemaakt, die wordt ingeschreven in de registers van de burgerlijke
stand.
Toestemming van moeder en kind
Voor de erkenning van een jeugdige tot 16 jaar heeft de man toestemming van moeder nodig. Is de
jeugdige tussen 12 en 16 jaar, dan moeten moeder en jeugdige toestemming geven. Is de jeugdige
ouder dan 16, dan moet alleen de jeugdige toestemming geven.
Geen toestemming, toch erkenning
Geven moeder en/of jeugdige geen toestemming, dan gaat de erkenning in principe niet door. Een
man die kan aantonen dat hij de wekker van de jeugdige is, kan de rechtbank inschakelen en om
vervangende toestemming vragen. De rechter geeft de man toestemming aks hij meent dat de
erkenning de belangen van het kind niet zal schaden, én de belangen niet zal schaden die de moeder
heeft bij een ongestoorde verhouding met het kind.
Een verzoek voor vervangende toestemming is kansrijk als man en vrouw een relatie hebben
gehad, niet ter discussie staat of de man de biologische vader is én er geen geschiedenis is van
geweld tussen de man en vrouw. Alleen in zeer bijzondere gevallen wordt er geweigerd, bijv. bij zeer
slechte verhouding tussen moeder en kind.
Wanneer moeder een andere man toestemming geeft voor erkenning, terwijl de biologische
vader een procedure voor vervangende toestemming voert, wordt dit gezien als voorwaardelijke
toestemming. Rechters zien dit als misbruik van bevoegdheid van de moeder. Alleen als de
biologische vader geen vervangende toestemming kan krijgen, kan de andere man het kind
erkennen.
Als de man of vrouw sperma- of eicel donor is, heeft het recht om, wanneer nodig, om
vervangende toestemming te vragen. Voorwaarde is dat de man of vrouw in een nauwe persoonlijke
betrekking tot de moeder of het kind staat of heeft gestaan. Wat waren de plannen op moment van
donorschap.
Erkenning niet mogelijk
Erkenning is niet mogelijk:
- Door een man die, vanwege te nauwe verwantschap, geen huwelijk met moeder zou mogen
sluiten, zoals een broer, vader of zoon van moeder.
- Door een man die jonger dan 16 jaar is
- Door een man die onder curatele staat, tenzij hij toestemming heeft van de kantonrechter
- Als de jeugdige twee ouders heeft.
Opmerkingen:
- Erkenning is ook mogelijk bij notariële akte, bijv. een kind in testament erkennen.